Auteursrecht - Droit d'auteur  

IEFBE 3102

HvJ EU: Constantin Film Verleih tegen YouTube en Google

HvJ EU - CJUE 9 jul 2020, IEFBE 3102; ECLI:EU:C:2020:542 (Constantin Film Verleih), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-constantin-film-verleih-tegen-youtube-en-google

HvJ EU 9 juli 2020, IEF 19318, IEFbe 3102, IT 3187; ECLI:EU:C:2020:542 (Constantin Film Verleih) Verzoek om een prejudiciële beslissing in het kader van een geding tussen Constantin Film Verleih GmbH, een in Duitsland gevestigde distributeur van films, enerzijds, en YouTube LLC en Google Inc., die zijn gevestigd in de Verenigde Staten, anderzijds, over de door Constantin Film Verleih van deze twee vennootschappen geëiste gegevens met betrekking tot de e-mailadressen, de IP-adressen en de mobiele telefoonnummers van gebruikers die inbreuk hebben gemaakt op haar intellectuele-eigendomsrechten. Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 8, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB 2004, L 157, blz. 45, met rectificatie in PB 2004, L 195, blz. 16), zie ook [IEF 18550] en [IEF 19173]
Er wordt geoordeeld dat wanneer een film illegaal is geüpload op een onlineplatform zoals YouTube, de rechthebbende krachtens de richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten bij de exploitant uitsluitend het postadres van de betrokken gebruiker kan opvragen, maar niet zijn e-mailadres, IP-adres of telefoonnummer.
Zie ook het perscommuniqué van het HvJ EU.

IEFBE 3082

Uitspraak ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.

HvJ EU Brompton Bicycle

HvJ EU - CJUE 11 jun 2020, IEFBE 3082; ECLI:EU:C:2020:461 (Brompton Bicycle), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-brompton-bicycle

HvJ EU 11 juni 2020, IEF 19259, IEFbe 3082, ECLI:EU:C:2020:461 (Brompton Bicycle) Brompton Bicycle beschuldigt CHEDECH ervan inbreuk te maken op Bromptons auteursrecht betreffende haar vouwfietsen. Net als de vouwfietsen van CHEDECH, hebben die van Brompton drie standen (gevouwen, open en stand-by). Brompton meent dat inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht door de identieke verschijningsvormen van de vouwfietsen. Richtlijn 2001/29/EG bepaalt dat voor gebruiksvoorwerpen auteursrechtelijke bescherming uitgesloten is indien het gaat om verschijningsvormen die noodzakelijk zijn voor het bereiken van het technische resultaat. CHEDECH stelt dat dit laatste in deze zaak ook het geval is. In de Belgische rechtspraak wordt om de noodzakelijkheid te bepalen het onlosmakelijke verbandcriterium toegepast. Het Hof past een ander criterium toe, namelijk het oorzakelijkheidscriterium. De Belgische rechter vroeg het Hof om verduidelijking. Is auteursrechtelijke bescherming van de vouwfiets uitgesloten als de verschijningsvorm noodzakelijk is voor het technische resultaat [IEF 18332]?
Zie ook de bijdrage van Dirk Visser over deze uitspraak [IEF 19258].

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

IEFBE 3061

HvJ EU: verhuur van auto met radio is geen mededeling aan publiek

HvJ EU - CJUE 2 apr 2021, IEFBE 3061; ECLI:EU:C:2020:268 (Stim en SAMI), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-verhuur-van-auto-met-radio-is-geen-mededeling-aan-publiek

HvJ EU 2 april 2020; IEF 19118, IEFbe 3061; ECLI:EU:C:2020:268 (Stim en SAMI) Zie ook [IEF 18245] en [IEF 18963]. Stim en Sami zijn Zweedse organisaties voor het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten. Fleetmanager Sweden AB en Nordisk Biluthyrning AB zijn Zweedse autoverhuurbedrijven. Laatsgenoemden verhuren voertuigen aan bedrijven, die op hun beurt de voertuigen weer verhuren aan particulieren. De voertuigen zijn uitgerust met een radio. Houdt de verhuur van auto’s die standaard zijn uitgerust met een radio in dat de verhuurder van die auto’s een gebruiker is die een ‚mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 respectievelijk een ‚mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 8, lid 2, van richtlijn 2006/115 doet?

IEFBE 3045

Gerecht EU vernietigt besluit EUIPO

Gerecht EU - Tribunal UE 27 feb 2020, IEFBE 3045; (Bog-Fran/EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-vernietigt-besluit-euipo

Gerecht EU 27 februari 2020, IEF 19061, IEFbe 3045; T-159/19 (Bog-Fran/EUIPO) Fabryki Mebli “Forte” had een ontwerp van een kast succesvol ingeschreven bij EUIPO. Hiertegen had Bog-Fran bezwaar gemaakt omdat het ontwerp niet nieuw genoeg was en het individueel karakter mist, wat vereist is op basis van artikelen 4, 5 en 6 van Verordening Nr. 6/2002. De Invalidity Division van EUIPO ging mee in het bezwaar van Bog-Fran, hoewel de derde kamer van beroep van EUIPO dit besluit vervolgens vernietigde omdat het eerdere ontwerp nog niet publiekelijk toegankelijk was in lijn met artikel 7 lid 1 van Verordening Nr. 6/2002.

IEFBE 3037

Conclusie AG inzake auteursrecht op vervallen octrooi

6 feb 2020, IEFBE 3037; ECLI:EU:C:2020:79 (SI en Brompton Bicycle Ltd tegen Chedech / Get2Get), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-inzake-auteursrecht-op-vervallen-octrooi

Conclusie AG 6 februari 2020, IEF 19008, IEFbe 3037; ECLI:EU:C:2020:79 (SI en Brompton Bicycle Ltd tegen Chedech / Get2Get) Geschil tussen de bedenker van een vouwsysteem voor fietsen (en het bedrijf dat die fietsen produceert) en een Koreaanse onderneming die soortgelijke fietsen produceert die door eerstgenoemde wordt beschuldigd van schending van zijn auteursrecht. De rechtsvraag luidt of een fiets waarvan het vouwsysteem vroeger onder een – thans vervallen – octrooi viel, als auteursrechtelijk beschermbaar werk kan worden beschouwd. Met name belangrijk is of een dergelijke bescherming is uitgesloten wanneer de vorm van het voorwerp “noodzakelijk is om technisch resultaat te bereiken” en op basis van welke criteria hij die beoordeling moet maken.

IEFBE 3036

HvJ EU geeft verdere uitleg aan reproductierecht en recht van mededeling

HvJ EU - CJUE 14 nov 2019, IEFBE 3036; ECLI:EU:C:2019:970 (Spedidam e.a. tegen INA), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-geeft-verdere-uitleg-aan-reproductierecht-en-recht-van-mededeling

HvJ EU 14 november 2019, IEF 19007, IEFbe 3036; ECLI:EU:C:2019:970 (Spedidam e.a. tegen INA) Spedidam, een vereniging voor de inning en distributie van de rechten van uitvoerend kunstenaars van muziek en dans, staat in deze zaak samen met PF en GF tegenover INA, het nationaal audiovisueel instituut. PF en GF zijn rechtsopvolgers van ZV, een overleden muzikant, en hebben geconstateerd dat INA zonder hun toestemming op zijn webwinkel video-opnamen en fonogrammen met een aantal uitgevoerde werken van ZV te koop aanbood en vorderde daarom in voorgaande procedures schadevergoeding van INA. Spedidam intervenieert vrijwillig aan de kant van PF en GF.

IEFBE 3013

Geen inbreuk Primark Dr. Martens

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 20 dec 2019, IEFBE 3013; ECLI:NL:RBAMS:2019:9724 (Airwair tegen Primark), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-primark-dr-martens

Rechtbank Amsterdam 20 december 2019, IEF 18907, IEFbe 3013; ECLI:NL:RBAMS:2019:9724 (Airwair tegen Primark) Merkenrecht. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Airwair brengt schoenen op de markt met de naam “Dr. Martens”. De kenmerkende bestanddelen van het merk liggen in de schoenzool. Primark brengt soortgelijke schoenen op de markt. Airway vordert iedere inbreuk op haar merk- en auteursrechten te staken. Primark hoeft niet te stoppen met verkoop schoenen. Airwair heeft zich niet beroepen op het woordmerk “Dr. Martens”, maar op haar gedeponeerde vormmerken. Daarvan is niet aannemelijk gemaakt dat ze bekend zijn. Ook is verwarringsgevaar van de Primark schoenen met de ingeroepen vormmerken niet aannemelijk. Voor zover de Airwair schoenen auteursrechtelijke bescherming genieten, hebben ze een andere totaalindruk dan de Primark schoenen. De gevraagde voorziening wordt afgewezen. Slaafse nabootsing is niet aannemelijk gemaakt.

IEFBE 3012

Wijken formaliteitsvereiste vloeit voort uit systematiek Berner Conventie

HvJ EU - CJUE 15 nov 2019, IEFBE 3012; ECLI:NL:PHR:2019:1199 (Montis tegen verweerster), https://www.ie-forum.be/artikelen/wijken-formaliteitsvereiste-vloeit-voort-uit-systematiek-berner-conventie

Parket bij HR 15 november 2019, IEF 18904, IEFbe 3012; ECLI:NL:PHR:2019:1199 (Montis tegen verweerster) Internationaal auteursrecht. Vervolg HR 13 december 2013 ECLI:NL:HR:2013:1881. Is, na het verstrijken van de in art. 7 lid 4 Berner Conventie bedoelde termijn, het vereiste van een instandhoudingsverklaring als bedoeld in art. 21 lid 3 (oud) Benelux Tekeningen- en Modellenwet in strijd met het formaliteitenverbod in art. 5 lid 2 Berner Conventie? Volgens de Hoge Raad moet het formaliteitsvereiste na het verstrijken van 25 jaar wijken voor een andersluidende regeling in het nationale recht als het gaat om werken van toegepaste kunst die alleen in het nationale recht worden beschermd.

IEFBE 2991

Uitspraak ingezonden door Tom Heremans, CMS.

Agicoa verplicht tot terugbetaling van 722.000 EUR royalties aan TV Vlaanderen

14 okt 2019, IEFBE 2991; (TV Vlaanderen tegen Agicoa), https://www.ie-forum.be/artikelen/agicoa-verplicht-tot-terugbetaling-van-722-000-eur-royalties-aan-tv-vlaanderen

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 14 oktober 2019, IEFbe 2991; A/15/07211 (TV Vlaanderen tegen Agicoa) Na tussenkomst van het Hof van Justitie in de zaak van TV Vlaanderen tegen de beheersvennootschappen Sabam en Agicoa (HJEU 13 oktober 2011, Airfield, C-431/09 en C-432/09), oordeelde het Hof van Beroep te Brussel op 9 juni 2015 dat TV Vlaanderen contractueel de toestemming had gekregen van de auteursrechthebbenden zodat zij geen bijkomende vergoeding verschuldigd was aan Agicoa voor de satellietuitzendingen van televisieprogramma’s. Daarop stelde TV Vlaanderen een vordering in tot terugbetaling van de royalties die zij in de periode 2007-2010 had betaald als gevolg van het vonnis. 
De rechtbank oordeelt nu dat deze royalties moeten worden terugbetaald, bij gebrek aan oorzaak. Door de vernietiging van het vonnis door het Hof van Beroep is de onderliggende rechtsverhouding waarop de overeenkomst voortbouwt met terugwerkende kracht weggevallen. De beslissende beweegreden voor partijen om tot een overeenkomst te komen is vernietigd en wordt bijgevolg nooit geacht te hebben bestaan, zo stelt de ondernemingsrechtbank. Agicoa wordt veroordeeld tot terugbetaling van 722.000 EUR, te vermeerderen met de gerechtelijke interesten en de gerechtskosten.

IEFBE 2974

Prejudiciële vragen: inbreuk auteursrecht door overleggen foto aan rechter?

HvJ EU - CJUE 16 okt 2019, IEFBE 2974; (BY tegen CX), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-inbreuk-auteursrecht-door-overleggen-foto-aan-rechter

HvJ EU 16 oktober 2019, IEF 18772, IEFbe 2974; C-637/19 BY (BY tegen CX) Auteursrecht. Via MinBuza: CX en BY zijn twee particulieren met elk een eigen website. In een andere zaak heeft CX een kopie van een tekstpagina met een foto van de website van BY, dienende als bewijsstuk, aan de rechter overgelegd. Volgens BY is die foto auteursrechtelijk beschermd en heeft CX inbreuk gemaakt op dat auteursrecht. BY vordert om deze reden schadevergoeding. De rechter, voor wie de zaak in eerste aanleg aanhangig was, heeft vastgesteld dat het feit dat de foto was overgelegd aan de rechter, ertoe heeft geleid dat het algemeen toegankelijk is op grond van de Zweedse grondwettelijke bepalingen inzake openbaarheid van documenten. Volgens de rechter in eerste aanleg had CX daarmee de foto gedistribueerd in de zin van de wet op het auteursrecht, echter is volgens hem geen schade geleden door BY en hij wees de vordering af. BY heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de verwijzende rechter (zie C-637/19). Voor de verwijzende rechter bestaat onduidelijkheid ten aanzien van de vraag of een rechter moet worden beschouwd als het publiek in de zin van de richtlijn auteursrecht. Om deze reden verzoekt de verwijzende rechter om beantwoording van enkele prejudiciële vragen.