Geen inbreuk op Rolls-Royce merk: niet de RR-en, maar woordelementen Rebel & Rich zijn het meest onderscheidend

Rechtbank Den Haag 13 juni 2018, IEF 17777; IEFbe 2612; ECLI:NL:RBDHA:2018:6962 (Rolls-Royce c.s. tegen Rebel & Rich c.s.) Merkenrecht. Rebel & Rich c.s. zijn houdsters van het Beneluxwoord-/beeldmerk nummer 0984826. Waar in de merkinschrijving de ring met dubbele R boven de tekst ‘REBEL&RICH’ is gepositioneerd, worden het ring- en tekstelement in de praktijk ook naast elkaar (in horizontale positionering) gebruikt of het ringelement zonder de tekst gebruikt. De rechtbank oordeelt dat niet de RR-en, maar de woordelementen REBEL&RICH in de totaalindruk het meest dominante en onderscheidende onderdeel zijn. Er is geen sprake van verwarringsgevaar gegeven de geringe mate van overeenstemming tussen de merken. Tevens zou het relevante publiek niet denken dat ze met waren van Rolls-Royce c.s. dan wel een aan haar verbonden onderneming van doen hebben. Geen merkinbreuk op grond van artikel 9 lid 2 sub b of c UMVo 2017.
Geurverstuivers en verpakking Innobiz op quasi identieke wijze terug te vinden bij Casa

Hof van Beroep Antwerpen 8 jan 2018 en Rechtbank van Koophandel (en afd.) Antwerpen, 18 december 2015, IEFbe 2611 (Casa tegen Innobiz) Auteursrechtinbreuk. Innobiz brengt twee modellen geurverstuivers op de markt: Pluglia en Kemlia. De rechtbank oordeelde dat Casa auteursrechtinbreuk maakt op de modellen van Innobiz. De globale indruk van de modellen - en zelfs van de verpakking - brengt met zich mee dat er sprake is van een bijna slaafse kopie. Tevens is er een inbreuk op de eerlijke marktpraktijken door parasitaire aanhaking. Het hof bekrachtigt grotendeels het vonnis waarvan beroep. De geurverstuivers en verpakking van Innobiz zijn op quasi identieke wijze terug te vinden bij die van Casa. De totaalindruk is gelijkend en er bestaat voor de normale consument risico op verwarring. Casa maakt zich schuldig aan oneerlijke marktpraktijken. Wat betreft de schadevergoeding voor gederfde winst van €585.461,67 besluit het hof dat Innobiz faalt te bewijzen dat ze door de namaak winst heeft gederfd. Er wordt derhalve geen schadevergoeding voor gederfde winst toegekend.
EHRM: Overheden moeten voorzichtig zijn met het vaststellen van wat hate speech is en wat kritiek op autoriteiten is

EHRM 9 mei 2018, IEF 17775; IEFbe 2610; Application no. 52273/07 (Stomakhin tegen Rusland) Mediarecht. Vrijheid van meningsuiting. Uit het persbericht: Stomakhin heeft de Russische nationaliteit en woont in Rusland. Hij was de redacteur en uitgever van een maandelijks nieuwsblad tussen 2000 en 2004. De artikelen die hij schreef in het nieuwsblad gingen voornamelijk over de oorlog in Tsjetsjenië. In 2006 werd Stomakhin op basis van de door hem geschreven artikelen veroordeeld voor het aanzetten tot haat en rechtvaardiging van terrorisme en geweld. Hem werd een gevangenisstraf van vijf jaar en een verbod op de uitoefening van journalistiek van drie jaar opgelegd. Hij heeft de complete straf uitgezeten en werd vrijgelaten in maart 2011. Het EHRM constateert dat sommige artikelen de grenzen van acceptabele kritiek hebben overschreden en dat dit neerkwam op oproepen tot geweld en de rechtvaardiging van terrorisme. Andere uitspraken lagen echter binnen aanvaardbare grenzen van kritiek. Over het geheel genomen was er geen dringende maatschappelijke behoefte om de rechten van Stomakhin te beperken door hem voor sommige van zijn opmerkingen te straffen. Bovendien zijn door de hoogte van de straf zijn rechten geschonden. Er heeft een schending van artikel 10 EVRM plaatsgevonden. Het EHRM drong er bij de regeringen op aan voorzichtig te zijn bij het overwegen wat hate speech was en wat kritiek was op de autoriteiten.
Uitspraak aangebracht door Caroline Curtis, Curtis advocaten.
Merkinbreuk en oneerlijke marktpraktijken: verwarringsgevaar tussen Dance Event-teken en Dance Opera Trip-merk

Hof van Beroep Antwerpen 21 november 2016 en Rb KH Antwerpen 3 februari 2016, IEFbe 2606 (Fandango tegen Star) Merkinbreuk. Star Group en Star Events, geïntimeerden, organiseerden dans- en muziekevenementen onder de naam “Dance Opera Trip”. Star Group is houder van het Beneluxmerk “Dance Opera Trip” en Star Events werd een exclusieve licentie toegekend. Fandango organiseerde op 5 maart 2016 een gelijkaardig evenement, aanvankelijk onder de naam “Dance Event” en later onder “Retropera”. De rechtbank stelde vast dat Fandango inbreuk pleegde op de eerlijke marktpraktijken en op het Beneluxmerk. Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep. Er is sprake van merkinbreuk omdat het verwarringsgevaar tussen beide tekens is reëel. Verder is het teken “dance opera” niet volledig van het internet verdwenen en blijkt dat Fandango het bestreden vonnis gewoon naast zich neerlegt. Dit getuigt van kwade trouw en daardoor is er sprake van oneerlijke marktpraktijken.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger/Universiteit Leiden.
Dirk Visser - Loopt de rode zool in januari 2019 alsnog een blauwtje?

Charles Gielen (IEF 17770) meent dat “tekens die uitsluitend bestaan uit” (de vorm die, of) “een ander kenmerk dat, een wezenlijke waarde aan de waren geeft” na de implementatie van de EU Merkenrichtlijn (EU) 2015/2436 als geldig merk geregistreerd kunnen blijven als ze maar vóór die implementatie als merk zijn ingeschreven. Daarom denkt Gielen dat thans niets aan de geldigheid van het rode zool merk van Louboutin dat in 2009 is geregistreerd in de weg staat. Gielen stelt:
“Anders dan bij verval dient de nietigheid beoordeeld te worden naar het moment waarop de aanvrage van het ingeschreven merk werd verricht en kan een latere grond niet retroactief worden toegepast”.
Uitspraak aangebracht door Sophie Demuenynck, CAPE IP Law.
Vormgeving van grafische gebruikersinterface tolkenpost beschermd

NL Rechtbank van Koophandel Brussel 24 mei 2018, IEFbe 2608 (Televic tegen Taiden) Auteursrechten. Televic vordert te horen zeggen voor recht dat het beeldscherm, de grafic user interface (GUI), van de Lingua Tolkenpost auteursrechtelijk beschermd is en Taiden hierop inbreukmaken. Televic toont aan dat de vormgeving van deze GUI het resultaat is van eigen keuze van de auteur en een origineel karakter heeft. De beide GUI's zijn quasi identiek, de gelijkenis is dermate treffend en in gelijke mate afwijkend van de tot op dat moment gecommercialiseerde tolkenposten dat toevalligheid in deze absoluut uitgesloten is. Staking, recall en vernietiging en publicatie van deze beschikking of de startpagina wordt bevolen.
Bijdrage ingezonden door Charles Gielen, NautaDutilh.
Charles Gielen - Twijfel Dirk Visser over rode zool-merk Louboutin niet terecht

In zijn Mr.-stukje, gepubliceerd op IE-forum op 13 juni jl. (IEF 17764) schrijft Dirk Visser dat het na het arrest van het Europese Hof van 12 juni 2018 nog steeds onduidelijk is of "een" rode zool een geldig merk is. Dat valt in het algemeen van "een" rode zool inderdaad niet te zeggen. Ik neem dus aan dat hij op het in 2009 als Benelux-merk ingeschreven rode zool merk van Christian Louboutin doelt; daar gaat de zaak immers over. Waarom is dit volgens hem onduidelijk? Omdat volgens de nieuwe merkenrechtelijke regels niet alleen een teken dat uitsluitend bestaat uit de vorm, maar ook uit "een ander kenmerk van de waren" geweigerd kan worden indien dat kenmerk een wezenlijke waarde aan de waar geeft. En volgens Visser is een rode zool natuurlijk een ander kenmerk van de waar. Hij suggereert dus dat het rode zool merk er nog wel eens aan zou kunnen gaan, anders gezegd, nietigverklaard zou kunnen worden.
Interview nieuw BMM-lid Michael De Vroey

Dag Michael, aangenaam kennis te maken en welkom bij de BMM Vereniging!
1. Kun je iets over jezelf vertellen? (achtergrond, beroep..) Ik ben advocaat bij het Antwerpse kantoor van Baker McKenzie en specialist in IE-zaken. Ik ben in 2008 begonnen aan de balie in Brussel bij het advocatenkantoor Van Bael & Bellis. In februari 2011 ben ik overgestapt naar Baker McKenzie en de balie in Antwerpen. Ik haal beroepsmatig het meeste voldoening uit het verdedigen van een standpunt, het ontwikkelen van argumenten en het oplossen van een complex juridisch probleem. Dus ben ik als advocaat wel op mijn plaats. Ik heb een vrouw, Charlotte, en twee zoontjes, Victor (3.5) en Matisse (1). Lees verder
Uitspraak aangebracht door Johan Fernand Decancq, Advocatenkantoor DECANCQ en Marc D'hoore, Marlex Advocatenkantoor.
Komen geen auteursrechten toe aan lastenboeken

Hof van Beroep Gent 14 november 2016 en Rb Kh Gent 13 maart 2014, IEFbe 2605 (Studieburo De Klerck Immo DK tegen Studiebureau X) Geen auteursrechtinbreuk. Geen slaafse nabootsing. Partijen zijn als rechtstreekse concurrenten van elkaar te beschouwen, en azen op dezelfde bouwprojecten. In opdracht van OCMW Brugge werden in een tijdspanne van 10 jaar 5 woon- en zorgcentra gebouwd. Volgens Studieburo De Klerck tonen de lastenboeken van Studiebureau X in een bepaald bouwproject slaafse gelijkenissen met haar lastenboeken, zodanig dat er sprake is van inbreuk op haar auteursrechten. De rechtbank is van mening dat aan de lastenboeken geen auteursrecht toekomt. Het hof bevestigt dat de persoonlijke stempel van de auteur onvoldoende is aangetoond en er dus geen auteursrechten zijn. Bovendien is er geen slaafse nabootsing, want de gelijkenissen tussen de lastenboeken zijn toe te wijzen aan meer externe, objectieve factoren. Hof bevestigt het bestreden vonnis.
Professionele vouwmachine wel auteursrechtelijk beschermd: voorzieningenrechter had slechts marginaal toetsingsrecht

Hof van Beroep Antwerpen 16 januari 2017 en Voorz. Rb KH Antwerpen, afd. Antwerpen, 6 juli 2016, IEFbe 2604 (Olma tegen Texfinity) Auteursrechtinbreuk. Partijen zijn concurrenten van elkaar op de markt van de industriële wasserijmachines. Zij zijn verwikkeld in een lopend conflict over de intellectuele eigendomsrechten die ooit toebehoorden aan het gefailleerde Olma. Het ‘nieuwe’ Olma meent dat Texfinity inbreuk pleegt op haar auteursrechten door gekopieerde machines op de markt te brengen. Het betreft onder andere de vouwmachine "Obifold Premium". De rechtbank bepaalde dat op geen enkele wijze kan worden vastgesteld, of zelfs vermoed, dat de vouwmachine in kwestie auteursrechtelijk beschermd is. Het hof meent dat de voorzieningenrechter voorbij is gegaan zijn marginale toetsingsrecht. Door de neergelegde installatietekening is de eerste voorwaarde voor het toekennen van beschrijvend beslag inzake namaak vervuld. De tweede voorwaarde van inbreuk op haar auteursrecht op de betreffende machine is tevens vervuld. Het hoger beroep is op dat punt gegrond.