SPA voor mineraalwater verhoogde onderscheidende kracht
Tribunal UE 17 mars 2015, IEFbe 1266; ECLI:EU:T:2015:152; zaak T-611/11 (SPA contre OHIM; Manea Spa)Uitspraak en samenvatting van Eric De Gryse en Emmanuel Cornu, Simont Braun. Dit arrest bevestigt het onderscheidend vermogen en de grote bekendheid van het woordmerk SPA voor mineraal water in klasse 32, onafhankelijk van de afbeelding van het beeldmerk ‘Pierrot’.
Het Gerecht beslist dat verwarringsgevaar bestaat tussen « MANEA SPA » voor cosmetische producten in klasse 3 en diensten in klasse 44 (« soins d’hygiène et de beauté pour êtres humains ; spa ; salons de beauté ; salons de coiffure ; soins pour le bien-être du corps ; services de massage ; services de spa ; services de hammam ; services de jacuzzi ») met het merk « SPA » in klasse 3. Het merk « MANEA SPA » zou immers als een variant op het woordmerk « SPA » kunnen worden gezien omwille van het normale onderscheidend vermogen van dit laatste merk, de overeenstemming tussen de tekens en de soortgelijkheid of identiteit tussen waren en diensten. Het gerecht herinnert eraan dat fabrikanten van cosmetica dikwijls verscheidene productlijnen uitbrengen onder verschillende sub-merken (punt 88).
Het gerecht besluit ook tot verwarringsgevaar tussen « MANEA SPA » voor voedingswaren en « SPA » voor mineraalwater (punt 89 van het arrest), waarvoor het merk SPA een verhoogde onderscheidende kracht bezit.
Geluidsopnames Zeist 2015 AIPPI-Symposium
Luister hieronder streaming naar de bewerkte opnames van het VIE / AIPPI-Symposium van 11 maart 2015. Met dank aan het Eggens Instituut en de VIE / AIPPI. (Apple-apparaten ondersteunen geen flash, wij adviseren u de geluidsopnames via de pc te beluisteren)
Programma
9.30 Ontvangst
10.00 Opening door de voorzitter
Drs Koen Bijvank, V.O.
10.05-10.45 Internet en het auteursrecht
Prof. dr. Marie-Christine Janssens, Katholieke Universiteit Leuven
10.45-11.30 Het alternatieve probleem en het bonus-effect in de beoordeling van inventiviteit
Dr. René van Duijvenbode, NLO en Ir. Peter Dorna, AOMB
11.30-11.50 Koffiepauze
11.50-12.35 Grondrechten en Intellectuele Eigendom
Mr. Christiaan Alberdingk Thijm, Bureau Brandeis
12.35-12.45 Uitreiking van de VIE prijs door de jury voorgezeten door Mr. Xandra Kiers-Becking, Hof Den Haag
12.45-14.00 Aperitief en lunch
14.00-15.45
Debat I: Verbod or not? – Het recht op een verbod bij octrooi-inbreuk
Voorzitter: Mr. Robert van Peursem, Hoge Raad
Debater I: Mr. Daan de Lange, Brinkhof
Debater II Mr. Jaap Bremer, BarentsKrans
Debat II: Is het vormmerk dood?
Voorzitter: Mr. Freyke Bus, Rechtbank Den Haag
Debater I: Mr. Maarten Haak, Hoogenraad & Haak
Debater II: Mr. Laura Fresco, Hoyng Monégier LLP
Debat III: Het spoedeisend belang
Voorzitter: Mr. Manon Rieger-Jansen, Bird & Bird
Debater I: Mr. Jacqueline Schaap, Klos Morel Vos & Schaap
Debater II: Mr. Bas Berghuis van Woortman, Simmons & Simmons LLP
15.45-16.15 Koffiepauze
16.15-17.00 Plenaire samenvatting van de debatten door de voorzitters
17.00 Sluiting door de voorzitter en aansluitend borrel
Voor in uw agenda: In 2016 zal de 32e editie van het VIE / AIPPI-symposium te Zeist plaatsvinden 16 maart 2016.
Toestemming voor publicatie foto van grootouders
RvdJ 12 maart 2015, IEFbe 1264 (Foto kinderen in Dag Allemaal)De publicatie van een foto van de minderjarige kleinkinderen van de geïnterviewden is geoorloofd gezien de toestemming van de grootouders om de foto te publiceren en gezien de positieve manier waarop de kinderen in het artikel aan bod komen.
RvdJ 12 maart 2015, IEFbe 1264 (adressen van mensen die op huisnummer 30 wonen)
Het artikel is een correcte weergave van het interview, adresgegevens kunnen in dit geval weergegeven worden en er is geen noodzaak om voorinzage te geven of een rechtzetting te publiceren.
De Raad stelt vast dat Rita Verbeeck en Willy Verbiest, de grootouders van de kinderen op de foto, de betrokken foto zelf aan de journalist hebben gegeven, en dat ze toestemming gegeven hebben om de foto te publiceren. Rekening houdend met de positieve manier waarop Rita Verbeeck en Willy Verbiest vertelden over hun kinderen en kleinkinderen, had de journalist geen redenen om aan te nemen dat de ouders bezwaar zouden kunnen maken tegen de publicatie van de foto. De manier waarop de kinderen in het artikel aan bod komen is positief en alledaags. Rekening houdend met die context en met de toestemming van de grootouders om de foto te publiceren, is de Raad van oordeel dat de publicatie van de foto gerechtvaardigd was.
Adresgegevens:
De Raad begrijpt dat klagers verrast zijn door het uiteindelijke artikel, maar stelt vast dat het artikel een correcte weergave is van het interview, inclusief de uitspraken van klagers over hun ex-partners en over feitelijke gegevens zoals hun vakantieperiode. De Raad is van oordeel dat de publicatie van de adresgegevens van klagers in dit geval niet ongepast is, gezien het vooropgezette format van mensen die op huisnummer 30 wonen. De Raad is ten slotte van mening dat er geen noodzaak was om voorinzage te geven in het artikel, aangezien daarover geen afspraken werden gemaakt, en dat er - rekening houdend met voorgaande overwegingen - evenmin noodzaak was om achteraf een rechtzetting te publiceren.
Correcte samenvatting studierapport over Marokkanse en Turkse vrouwen
RvdJ 12 maart 2015, IEFbe 1263 (Boujdaine tegen De Morgen)Klacht ongegrond. Het artikel [70% Vlaamse vrouwen vs 30% Marokkaanse en Turkse vrouwen
heeft een job] is een correcte samenvatting en weergave van een studierapport en er is geen sprake van stereotypering of discriminatie ten aanzien van Marokkaanse of Turkse vrouwen.
De Raad stelt vast dat het artikel de cijfers, gegevens en interpretaties van de Socioeconomische monitoring van de FOD Werkgelegenheid en het Interfederaal Gelijkekansencetrum correct samenvat en weergeeft, en op die manier voldoet aan art. 1 en 3 van de code, die stellen dat de journalist waarheidsgetrouw bericht en geen essentiële informatie verdraait of schrapt.
De Raad is ook van oordeel dat het artikel het streven naar arbeidsparticipatie positief benadert en dat er geen sprake is van stereotypering of discriminatie ten aanzien Marokkaanse en Turkse vrouwen. Dat de inhoud van het artikel confronterend kan overkomen, heeft te maken met de gegevens die erin beschreven worden, en niet met de journalistieke benadering ervan. Het artikel houdt bijgevolg geen schending in van artikel 27 van de code dat stelt dat de journalist stereotypering vermijdt en niet aanzet tot discriminatie.
De artikels 15 en 24 van de code, waarnaar klaagster verwijst, zijn niet van toepassing.
Verfijnde en opmerkelijke harpcomposities maakt nog geen origineel werk
Hof van beroep Brussel 20 januari 2015, IEFbe 1262 (wijlen Digno Garcia tegen Universal Music)Auteursrecht. Muziek. Arrangement "La Malaguena". Het muziekwerk La Malaguena werd door het Paraguaanse trio Los Trios Paraguayos, waar Garcia deel van uitmaakte, opgenomen. Na het uiteenvallen van de groep, richtte Parana een eigen groep op. De film "Born on the Fourth of July" bevat een filmfragment met dit muziekwerk in de uitvoering van Parana, zoals bevestigt in de filmaftiteling. Het stellen dat er zeer verfijnde en opmerkelijke harpcomposities in een nummer, levert nog geen nieuw, origineel werk op. Appellante bewijst met haar eenzijdig musicologisch verslag niet dat de Garcia-opname in de langspeelfilm wordt gebruikt. Het hof verklaart het beroep ontvankelijk en ongegrond.
11. (...) Een bewerking komt enkel maar in aanmerking voor auteursrechtelijk bescherming wanneer die bescherming origineel is. In zoverre appellante bewijst dat Digno Garcia een bewerking heeft gemaakt, roept geïntimeerde in dat appellante niet bewijst dat deze bewerking origineel is.
Als antwoord hierop beperkt appellante zich ertoe te stellen dat zij zich erg geschaad voelt door deze vraagstelling van geïntimeerde en voert zij aan dat Digno Garcia een vermaard harpist en componist was, het maar enkele seconden luistertijd behoeft om de zeer verfijnde en opmerkelijke harpcomposities in het nummer te kunnen vaststellen en de nieuwe bijdrage door Digno Garcia derhalve vaststaat.
Geïntimeerde betwist dit echter . Bij gebrek aan concrete bewijselementen, kan het hof dan ook enkel maar vaststellen dat het louter beweren dat de zeer verfijnde en opmerkelijke harpcomposities in het nummer een nieuwe bijdrage zijn, op zich niet volstaat om de originaliteit van de bewerkign aan te tonen.
Ten slotte bewijst appellante niet dat de Garcia-opname in de langspeelfilm wordt gebruikt. In het eenzijdig musicologisch verslag dat appellante bijbrengt, wordt er een vergelijking gemaakt tussen 20 verschillende muziekopnamen van La Malaguena (inclusief de Garcia-opname) enerzijds en de muziekopname gebruikt in de film anderzijds. Het verslag bevat echter geen vergelijking tussen de Parana-opname enerzijds en de muziekopname gebruikt in de film anderzijds. Dat de gebruikte versie niet de Parana-opname maar wel de Garcia-opname is, wordt bijgevolg niet bewezen.
Aaneengeschakelde repen worden bij consumptie verdeeld en maken inbreuk op Cote-d'Or-vormmerk
Hof van beroep Brussel 27 januari 2015, IEFbe 1261 (Kraft Foods tegen Natrajacali)Vormmerkenrecht. Marktpraktijken. Kraft Foods is merkhouder van diverse COTE D'OR-woord/beeldmerken en een vormmerk voor chocolade. Natrajacali brengt onder gemeenschapsmerk Belgid'Or chocoladeproducten uit onder gebruikmaking van een 'retroscript' van verpakking uit 1911 van Kraft Foods. De eerste rechter verklaart de vordering ontvankelijk, doch ongegrond. Het hof stelt vast dat Natrajacali enkel inbreuk pleegt op het Benelux vormmerk door gebruik te maken van de vorm van haar repen (langwerpig, driehoekig/"welvend", met streepjes). Het is aannemelijk dat de aaneengeschakelde repen in individuele repen verdeeld worden bij de consumptie en dan als dusdanig door het relevante publiek worden waargenomen. Er volgt een stakingsbevel vanwege strijd met 2.20.1 sub a BVIE en VI 104 en 97 boek VI WER.
p. 19/20: De inschrijving van het Benelux vormmerk van Kraft Foods maakt geen melding van een discreet opschrift "Dôte d'Or" bovenaan op de ingeschreven vorm. Natrajacali kan uit de aanwezigheid van een dergelijk opschrift op sommige chocoladereden die verkocht worden door Kraft Foods, echter geen nuttig argument putten. Het betrokken opschrift wijzigt het onderscheidend vermogen van de vorm waarin deze is ingeschreven immers niet.
Natrajacali kan evenmin nuttig een argument uit het gegeven dat de als merk ingeschreven vorm door Natrajacali wordt gebruikt in een aaneenschakeling daarvan. Het is immers aannemelijk dat de aaneengeschakelde repen in individuele repen verdeeld worden bij de consumptie daarvan en dan als dusdanig door het relevante publiek worden waargenomen.
Gelet op hetgeen voorafgaat besluit het hof dat het gelaakte teken gebruikt door Natrajacali (de gelaakte chocoladetablet) in vergelijking met het Beneluxmerk van Kraft Foods hoogstens verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen en dat derhalve dient besloten te worden tot de gelijkheid van het vergeleken teken en merk.
Passage komt stereotyperend en veralgemenend over
RvdJ 12 maart 2015, IEFbe 1260 (Vlerick tegen De Morgen en Vandeweghe)Mediarecht. Een passage in een column komt stereotyperend en veralgemenend over, maar de context maakt duidelijk dat de passage gaat over Afrikaanse voetballers en voetbalteams, en niet over alle Afrikanen. In dit geval weegt artikel 8 over columns en vrije meningsuiting zwaarder door dan artikel 27 over stereotypering en veralgemening.
De passage over Afrikaanse teams komt stereotyperend en veralgemenend over. Binnen de context van de column is het evenwel duidelijk dat de passage gaat over Afrikaanse voetballers en voetbalteams, en niet over Afrikanen in het algemeen. De Raad is van oordeel dat de journalist met de passage niet aanzet tot discriminatie. De Raad houdt rekening met het specifieke genre van columns, waarbij de journalist, overeenkomstig art. 8 van de code, ‘een grotere mate van vrijheid geniet om zijn mening te geven en om conclusies te trekken uit de feiten’, en is van oordeel dat in dit geval art. 8 over het recht om zijn mening te uiten zwaarder doorweegt dan art. 27 over stereotypering en veralgemening.
La tarification illégale de Sabam des fournisseurs d'accès à internet
Tribunal de première instance francophone de Bruxelles 13 mars 2015, IEFbe 1259 (L'État belge contre la Sabam)Décision envoyée par Benoit Van Asbroeck en Maud Cock, Bird & Bird. Nederlandse versie hier beneden. Droit d'auteur et droits voisins. TIC. L'État belge sollicite la condamnation de la Sabam à mettre fin à "la tarification illégale" des fournisseurs d'accès à internet. Le tribunal disons que le tarif dressé par la Sabam est, en ce qu'il concerne les fournisseurs d'accès à internet, contraire au prescrit de l'article XI.165 du Code de droit économique.
Rechtbank van eerste aanleg (fr.) Brussel 13 maart 2015, IEFbe 1259 (Belgische Staat tegen Sabam - Franstalig)
Auteursrecht. Naburige rechten. ICT. De Belgische Staat verzoekt om Sabam te bevelen te staken met heffen van illegale tarieven aan de internet service providers. De rechtbank zegt voor recht dat Sabam internet service providers, tegenstrijdig met hetgeen voorgeschreven in artikel XI. 165 WER, heffing heeft aangezegd.
Verzet door Porsche tegen getunede wagens terecht
Hof van beroep Antwerpen 26 februari 2015, IEFbe 1258 (LuxuryCarSelection tegen Dr. Ing. H.C.F. Porsche)Uitspraak aangebracht door Lisbeth Depypere en Tom Heremans, CMS. Merkenrecht. Geen uitputting. Marktpraktijken. Herhalingsgevaar. Luxury Car Selection is een onderneming die zich bezig houdt met de in- en verkoop evenals met import en export van luxe- en personenwagens. Daarnaast specialiseert zij zich ook in “autotuning”. Het geschil betreft de verkoop van Porsche-wagens, die oorspronkelijk door Porsche in het verkeer werden gebracht en vervolgens door Luxury Car Selection in een “getunede” versie verkocht werden. Voor het uitbouwen van deze auto’s werden geen oorspronkelijke Porsche-onderdelen gebruikt, maar onderdelen afkomstig van andere merken. Porsche verzet zich met succes tegen deze verkoop. De Voorzitter [IE-Forum.be IEFbe 686] stelde vast dat er geen sprake is van uitputting aangezien Porsche de wagens niet getuned in het verkeer heeft gebracht. De verkoop van de getunede Porsche wagens maakt een merkinbreuk uit. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de beslissing.
2.3. Luxurycarselection gebruikt de geregistreerde Porsche merktekens voor een auto die in zijn oorspronkelijke staat door Porsche op de markt is gebracht maar die nadien gewijzigd werd, Hierdoor wordt de herkomstaanduidingsfunctie, rneer specifiek de kwaliteitsgarantiefunctie van de Porsche merken aangetast.
Tevens gebruikt Luxurycarselection de Porschmerken voor gewijzigde waren waarbij zij afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen en de reputatle van de Porschemerken.
Het is hlerbij niet relevant dat Luxurycarselection te goeder trouw zou zijn en niet wist dat het in de handel brengen van een "getuned Porsche voertuig waaraan onderdelen van een Techart pakket werden aangebracht, niet door Porsche wordt toegestaan.
(...)
2.4 (...) Door de aard van de handel van Luxurycarselection is het niet uitgesloten dat in de toekomst nog gewijzigde Porsche-wagens te koop zullen worden aangeboden. Het gegeven dat Luxurycarselection na de dagvaardlng vrijwlllig de onrechtmatige praktijk heeft gestaakt doet hleraan geen afbreuk.
EPLIT annual meeting Paris
Paris, 29 May 2015. Agenda - registration form. We now have the pleasure to announce our second annual meeting which will take place on 29 May 2015 in Paris. Attached the agenda for this second annual meeting. The speakers at the meeting are deeply involved in setting up the Unified Patent Court, so we are confident that they will share some hot off the press news regarding the ongoing preparatory work for this Court with us.
Programme
9:00 Opening by the President, administrative and financial issues
9:30 Presentations from Working Groups about their activities
10:30 Coffee break
11:00 The way in which European patent attorneys can contribute to making the UPC system a success – Mr. Patrice Vidon (Cabinet Vidon)
11:45 The developments towards a litigators certificate for European Patent Attorneys – Ms. Bernadette Makoski (German Ministry of Justice)
12:30 Lunch
14:00 The ongoing preparations towards the unitary patent system – Ms. Margot Fröhlinger (European Patent Office)
14:45 The establishment of the Central Division and preparations for the UPC system in France - Mr. Max Brunner (French Ministry of Justice)
15:30 Coffee break
16:00 Panel discussion about the industry’s preparations for the UPC system with Ms. Marianne Rots (Unilever), Mr. Ronald Pols (Hexcel), Mr. Edward Oates (Carpmaels & Ransford), Mr. Pieter Vandersteen (Janssen Pharmaceutica)
17:00 Closing of Conference