Conclusie AG: sampling moet een inbreuk vormen op rechten producent fonogram indien gebruik zonder toestemming

Conclusie AG 12 december 2018, IEF 18150; IEFbe 2800; C‑476/17; ECLI:EU:C:2018:1002 (Pelham e.a.) Naburige rechten. Via het persbericht. Ralf Hűtter en Florian Schneider-Esleben zijn leden van de band Kraftwerk, die in 1977 een fonogram uitbracht met daarop het werk „Metall auf Metall”. Pelham GmbH, een vennootschap naar Duits recht, is producent van een fonogram met het werk „Nur mir”. Hűtter en SchneiderEsleben stellen dat Pelham, Moses Pelham en Martin Haas met behulp van sampling ongeveer twee seconden van een ritmische sequens van „Metall auf Metall” hebben gekopieerd en deze met minieme wijzigingen en op een herkenbare manier in een doorlopende herhaling onder het nummer „Nur mir” hebben gezet. Volgens Hütter en Schneider-Esleben wordt zo inbreuk gemaakt op het naburige recht waarvan zij als producenten van het betrokken fonogram houder zijn, en dus hebben zij met name verzocht om staking van de inbreuk, toekenning van schadevergoeding en afgifte van de fonogrammen met het oog op vernietiging ervan. Advocaat-generaal Szpunar stelt het Hof voor te oordelen dat sampling een inbreuk vormt op de rechten van de producent van een fonogram als er zonder diens toestemming gebruik van wordt gemaakt. Lees verder.
Prejudicieel gestelde vragen: is het feit dat een licentiehouder van software zich niet houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst een auteursrechtinbreuk of kan hiervoor een afzonderlijke regeling gelden?

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 oktober 2018, IEF 18145; IT 2689; IEFbe 2799; C-666/18 (Free Mobile tegen IT Development) Via Minbuza. Free Mobile is een aanbieder van mobiele telefonie op de Franse markt. Bij overeenkomst van 25.08.2010 heeft IT Development aan Free Mobile een licentie verleend en een onderhoudscontract met haar afgesloten voor het softwarepakket ClickOnSite. IT Development heeft aangevoerd dat er in strijd met de licentieovereenkomst wijzigingen zijn aangebracht in de software en heeft op 22.05.2015 inbeslagneming wegens inbreuk laten verrichten ten kantore van de onderneming Coraso, een subcontractant van Free Mobile. Volgens Free Mobile zijn de verzoeken op grond van inbreuk niet ontvankelijk. Daarnaast stelt Free Mobile dat de originaliteit van de software niet is bewezen en dat de handelingen voor beslag inzake inbreuk nietig zijn. Ook stelt Free Mobile dat de aangebrachte wijzigingen alleen betrekking hebben op de eigen database van de licentiehouders en dat de clausule waarin is bepaald dat het softwarepakket niet mag worden gewijzigd in strijd is met de bepalingen van het wetboek van intellectuele eigendom. Deze bepalingen moeten worden geacht niet te zijn geschreven. De rechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van IT Development niet-ontvankelijk verklaard. IT Development heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en de rechter in tweede aanleg verzocht om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof. In eerste aanleg waren de verzoeken van IT Development uitsluitend gebaseerd op inbreuk. In hoger beroep zijn zij subsidiair tevens gebaseerd op de contractuele aansprakelijkheid.
Brigitte Spiegeler en Ernst van Knobelsdorff onder HvJ EU Levola/Smilde

Brigitte Spiegeler en Ernst van Knobelsdorff onder HvJ EU 13 november 2018; IEF 18098; IEFbe 2790 (Levola/Smilde) Op 13 november 2018 wees het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘HvJ EU’) arrest in de zaak van Levola Hengelo B.V. (‘Levola’) tegen Smilde Foods B.V. (‘Smilde’) inzake het al dan niet bestaan van auteursrecht op smaak. Allereerst de feiten. Levola heeft de intellectuele eigendomsrechten op het product “Heksenkaas”, een smeerdip bestaande uit roomkaas en verse kruiden. Het product is in 2007 ontwikkeld. Vanaf 2014 produceert Smilde een vergelijkbaar product: “Witte Wievenkaas”, dat door een Nederlandse supermarktketen wordt geëxploiteerd. Levola was van mening dat Smilde door de productie en verkoop van het product Witte Wievenkaas inbreuk maakte op haar auteursrechten op de smaak van Heksenkaas. Volgens Levola moet de smaak van Heksenkaas worden gezien als een eigen intellectuele schepping van haar maker en is de smaak van het door Smilde ontwikkelde product Witte Wievenkaas een reproductie van het werk (de smaak) van Levola. Lees verder.
Uitspraak ingezonden door Michiel Odink en Lotte Rutgers, Leeway Advocaten.
Oppositie apparkB afgewezen door visuele en conceptuele verschillen ParkBee

EUIPO Opposition Division 26 november 2018, IEF 18123; IEFbe 2796; (Barcelona de Serveis Municipals tegen allGreen) Merkenrecht. Oppositie ingesteld tegen waren en diensten van de klassen 9 en 39, internationale inschrijving nr. 1 293 504, betreffende het beeldmerk Parkbee. Het onderscheidend vermogen van apparkB is lager dan gemiddeld voor goederen en diensten gerelateerd aan parkeren of dat kan worden gebruikt door een mobiele applicatie, omdat het sterk verwijst naar concepten als "parkeren" en "een app". Voor ParkBee geldt wat betreft "Park" hetzelfde. "Bee" is nietszeggend en heeft daarmee wel onderscheidend vermogen. Visueel verschillen de eerste en laatste letters, en verschilt de weergave van de letters. Auditief zijn de merken vergelijkbaar in hoge mate. Conceptueel lijken de tekens weinig op elkaar, doordat op het teken van apparkB een smartphone is weergegeven. Hoewel de tekens fonetisch sterk vergelijkbaar zijn, zal deze auditieve gelijkenis worden gecompenseerd door de genoemde visuele en conceptuele verschillen, in het bijzonder rekening houdend met het feit dat consumenten een hogere mate van aandacht zullen besteden met betrekking tot sommige van de goederen en diensten. Bovendien ligt voor ten minste een deel van de waren en diensten de grootste samenloop in het zwakke element, 'park', dat voor deze goederen en diensten niet kan leiden tot een verwarringsgevaar wanneer beide tekens andere, meer onderscheidende elementen bevatten. Oppositie in zijn geheel afgewezen.
Léon Dijkman onder HvJ EU Levola/Smilde

Léon Dijkman onder HvJ EU 13 november 2018; IEF 18098; IEFbe 2790 (Levola Hengelo tegen Smilde) In its recent decision Levola Hengelo BV v. Smilde Foods BV, the CJEU ruled that the taste of a food product is not protectable by copyright. According to the CJEU, the subject matter of a 'work' within the meaning of the InfoSoc Directive must be "expressed in a manner which makes it identifiable with sufficient precision and objectivity". The experience of taste, however, is inherently subjective and there are presently no technical means to achieve a precise and objective identification thereof. Consequently, taste cannot be protected by copyright.
Prejudicieel gestelde vraag: kan de ex-merkhouder zich beroepen op een merkinbreuk voor de tijd dat het merk nog gebruikt werd?

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 26 september 2018, IEF 18117; IEFbe 2794; C-622/18 (AR) Via Minbuza. AR, de oprichter van de onderneming Part des anges die alcohol en gedistilleerde dranken verhandelt, is houder van het Franse woord- en beeldmerk “Saint Germain” dat op 05.12.2005 is aangevraagd. Nadat AR had vernomen dat Cooper International Spirits (samen met twee andere vennootschappen) een vlierbessenlikeur onder de benaming “St-Germain” verhandelde heeft hij op 08.06.2012 de drie vennootschappen gedagvaard wegens merkinbreuk. In een parallelle zaak heeft de rechter bij vonnis van 28.02.2013 de rechten van AR op het woord- en beeldmerk “Saint Germain” met ingang van 13.05.2011 vervallen verklaard voor alcoholhoudende dranken (uitgezonderd bieren). Dit werd bevestigd door een arrest van de rechter in tweede aanleg van 11.02.2014, dat onherroepelijk is geworden. AR heeft zijn vorderingen wegens merkinbreuk gehandhaafd voor de periode die niet viel onder de verjaring (08.06.2009 – 13.05.2011). Bij vonnis van 16.01.2015 heeft de rechterlijke instantie de vorderingen van AR afgewezen na te hebben geoordeeld dat geen enkele exploitatie van het betrokken merk had plaatsgevonden sinds de aanvraag ervan.
Uitspraak ingezonden door Alexis Fierens, DLA Piper.
Beroep Alcimex op uitputting flessen van Bacardi slaagt wederom niet

Hof van Beroep Brussel 25 september 2018, IEFbe 2793 (Alcimex tegen Bacardi) Merken. Zie eerder [IEFbe 494]. Alcimex stelt dat zij toestemming heeft de merken van Bacardi te gebruiken omdat er sprake is van uitputting. Alcimex voert ten onrechte aan dat Bacardi moet aantonen dat de goederen op de markt werden gebracht buiten de EER. Het verweer van Alcimex dat erin bestaat te stellen dat zij zich niet schuldig heeft gemaakt aan enige merkinbreuk aangezien een aantal litigieuze flessen reeds in de EER in het verkeer waren gebracht op het ogenblik waarop zij deze aangekocht, faalt. Niet enkel de handeling van "invoeren" kan een inbreukmakende daad opleveren. Ook kan Alcimex niet aantonen dat zij toestemming heeft van Bacardi om elk van de betrokken flessen in de EER te verhandelen.
Michaël De Vroey onder HvJ EU Levola Hengelo/Smilde

Michael de Vroëy onder HvJ EU 13 november 2018, IEF 18098; IEFbe 2790; (Levola Hengelo tegen Smilde) Op 13 november 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie ("HvJEU") het "Heksenkaas"-arrest geveld dat moest antwoorden op de vraag of de smaak van een voedingsmiddel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Lees verder.
HvJ bekrachtigt conclusie A-G: voornaam persoon geldt niet als gebruik met geldige reden

Hof van Justitie 30 mei 2018, IEF 18103; IEFbe 2791; ECLI:EU:C:2018:349 (Kenzo Estate) Merkenrecht. Zie eerder [IEF 17339], [IEFbe 2423]. Vraag of voornaam persoon als "gebruik met geldige reden" geldt. Hof gaat mee met A-G: de voornaam van een persoon is geen gebruik met geldige reden.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Allard Ringalda en Sven Klos, KLOS c.s.; Selmer Bergsma en Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.
HvJ EU: Geen auteursrecht op smaak van een voedingsmiddel

HvJ EU 13 november 2018, IEF 18098; IEFbe 2790; ECLI:EU:C:2018:899; C-310/17 (Levola Hengelo tegen Smilde) Uit het persbericht: Hof volgt Conclusie AG [IEF 17873] Auteursrecht en naburige rechten – Begrip ‚werk’ – Smaak van een voedingsmiddel. De smaak van een voedingsmiddel kan niet auteursrechtelijk worden beschermd. De smaak van een voedingsmiddel kan namelijk niet worden aangemerkt als een „werk”.
[Infosorichtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staat dat de smaak van een voedingsmiddel op grond van deze richtlijn auteursrechtelijk wordt beschermd en dat een nationale wettelijke regeling in die zin wordt uitgelegd dat zij auteursrechtelijke bescherming verleent aan een dergelijke smaak.