HvJ EU: Bij nationale bepalingen die strafrechtelijke sancties inhouden maar geen technisch voorschrift zijn geldt mededelingsplicht

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2442; IT 2447; RB 3062; ECLI:EU:C:2017:983; C-255/16 (Falbert). Reclamerecht. Kansspelen. Informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften.
Artikel 1 van [InfoSoc-richtlijn 98/34/EG], moet aldus worden uitgelegd dat een bepaling van nationaal recht zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij strafrechtelijke sancties worden gesteld op het zonder vergunning aanbieden van kansspelen, loterijen of weddenschappen op het nationale grondgebied, geen technisch voorschrift in de zin van die bepaling is, dat moet worden meegedeeld op grond van artikel 8, lid 1, van die richtlijn. Daarentegen moet een nationale bepaling zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij strafrechtelijke sancties worden gesteld op het maken van reclame voor kansspelen, loterijen of weddenschappen waarvoor geen vergunning is afgegeven, wél als technisch voorschrift in de zin van deze bepaling worden aangemerkt, zodat het op grond van artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34 moet worden meegedeeld, voor zover uit de ontstaansgeschiedenis van die nationale bepaling duidelijk blijkt dat deze tot voorwerp en doel had een reeds bestaand reclameverbod uit te breiden tot diensten van onlinekansspelen. Het staat aan de nationale rechter om na te gaan of dit daadwerkelijk het geval is.
HvJ EU: Verzet tegen import van een identiek merk uit een ander land niet mogelijk indien indruk is gewekt dat dit één wereldwijd merk is

HvJ EU 20 december 2017, IEF 17369; IEFbe 2436; ECLI:EU:C:2017:990; C-291/16 (Schweppes). Uit het persbericht: Het Spaanse bedrijf Schweppes kan zich niet verzetten tegen de import van flessen tonic water dat het handelsmerk "Schweppes" draagt en van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk komt, indien het zelf de indruk heeft gewekt dat dit merk één wereldwijd handelsmerk is. Hetzelfde is van toepassing als dat bedrijf economische banden onderhoudt met de derde partij die de rechten op dat merk heeft in het Verenigd Koninkrijk.
HvJ EU: Champagne-sorbet mag zo heten als het de smaak heeft die voornamelijk aan Champagne is toe te schrijven

HvJ EU 20 december 2017, IEF 17374; IEFbe 2443; ECLI:EU:C:2017:991; C-393/16 (Champagne Sorbetijs) Beschermde Oorsprongsbenaming. Uit het persbericht: Sorbet mag worden verkocht onder de naam 'Champagne-sorbet' indien het, als een van zijn essentiële eigenschappen, de smaak heeft die voornamelijk is toe te schrijven aan Champagne. Als dat het geval is, dan trekt de productnaam niet oneigenlijk voordeel van de beschermde oorsprongsbenaming 'Champagne'. Op dit moment enkel in het Duits/Frans, vrije vertaling:
1) Artikel 118 quaterdecies moet aldus worden uitgelegd dat de strekking waarin de beschermde oorsprongsbenaming, zoals "Champagne", wordt gebruikt als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel wordt verkocht, zoals "Champagner Sorbet", die niet voldoet aan de specificaties voor deze beschermde oorsprongsbenaming, maar een ingrediënt bevat dat aan de genoemde specificaties voldoet.
2) Artikel 118 quaterdecies moet aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel dat niet voldoet aan de productspecificatie voor die benaming, wordt verkocht beschermde oorsprong, maar die een ingrediënt bevat dat aan de genoemde specificatie voldoet, zoals "Champagner-sorbet", een exploitatie van de reputatie van een beschermde oorsprongsbenaming, in de zin van die bepalingen, indien dat levensmiddel niet, als een essentieel kenmerk, een smaak die voornamelijk wordt gegenereerd door de aanwezigheid van dit ingrediënt in zijn samenstelling.
HvJ EU: Schade European Dynamics hoeft niet vergoed te worden

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2440; IT 2444; ECLI:EU:C:2017:998; C-677/15 P (EUIPO tegen European Dynamics). Zie eerder IT 1361 en IT 1890. Hogere voorziening. Aanbesteding. Overheidsopdrachten voor dienstverlening. Verstrekking van externe diensten voor programma- en projectbeheer en technische advisering op het gebied van informatietechnologie. Cascadeprocedure. Beginselen van gelijke kansen en transparantie. Vernietiging van het besluit van het Gerecht EU in de zaak European Dynamics Luxembourg and Others v OHIM (T‑299/11, EU:T:2015:757) [IT 1890]. De Europese Unie hoeft de schade die European Dynamics Luxembourg heeft geleden niet te vergoeden.
Vraag aan HvJ EU: moet de Portugese term voor wijnkelder 'ADEGA' voor wijnproducten worden gezien als een zuiver beschrijvende term?

Prejudicieel gestelde vraag aan HvJ EU 18 oktober 2017, IEF 17366; IEFbe 2434; C-629/17 (Adega De Borba) Merkenrecht. Via minbuza: De vraag die in de onderhavige zaak moet worden beantwoord en zoals zij aan de orde is in het stadium van het beroep in cassatie, luidt of de uitdrukking ADEGA DE BORBA, die is samengesteld uit een beschermde oorsprongsbenaming voor Borbawijn, voorafgegaan door de term ADEGA (Portugees voor wijnkelder), kan worden ingeschreven als merk voor wijn of als logo voor een wijnproducent, gelet op de criteria die zijn opgesomd in artikel 223(1)c van de Portugese wet op de industriële eigendom benamingen (CPI). Zowel de rechter in eerste aanleg als de rechter in hoger beroep, hebben die vraag beantwoord door te verklaren dat de uitdrukking ADEGA DE BORBA, wanneer zij wordt onderzocht in het licht en voor de toepassing van artikel 223(1)c CPI, in abstracto voldoende onderscheidend vermogen heeft om door een onderneming die Borbawijn produceert te kunnen worden ingeschreven als merk dat de door haar geproduceerde wijn aanduidt (of als logo/handelsnaam).
HvJ EU: Schriftelijke antwoorden op beroepsexamen vormen persoonsgegevens

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2441; IT 2445; ECLI:EU:C:2017:994; C-434/16 (Nowak tegen Data Protection Commissioner) Zie eerder Conclusie A-G [IT 2320]. Uit het persbericht: De schriftelijke antwoorden op een beroepsexamen en de eventuele opmerkingen van de examinator bij deze antwoorden vormen persoonsgegevens van de kandidaat waartoe deze laatste in beginsel toegang moet kunnen krijgen. Dat de kandidaat het recht daartoe wordt verleend dient immers het doel van de Uniewetgeving, de bescherming te waarborgen van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen wat de verwerking betreft van gegevens die op hen betrekking hebben.
Article 2(a) of Directive 95/46/EC of the European Parliament and of the Council of 24 October 1995 on the protection of individuals with regard to the processing of personal data and on the free movement of such data must be interpreted as meaning that, in circumstances such as those of the main proceedings, the written answers submitted by a candidate at a professional examination and any comments made by an examiner with respect to those answers constitute personal data, within the meaning of that provision.
HvJ EU: Lidstaten kunnen voorwaarden vaststellen voor taxibemiddelingsdienst Uber

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2439; IT 2443; ECLI:EU:C:2017:981; C-434/15 (Asociación Profesional Elite Taxi contre Uber Systems Spain) Zie eerder Conclusie A-G [IEFbe 2170]. Uit het persbericht: De door Uber geleverde dienst om met particuliere bestuurders in contact te treden valt onder „diensten op het gebied van het vervoer”. De lidstaten kunnen dus de voorwaarden vaststellen waaronder deze bemiddelingsdienst kan worden geleverd.
(vrij vertaald) Artikel 56, 58 VWEU, en e-Commercerichtlijn moeten worden uitgelegd dat de bemiddelingsdienst waarmee met behulp van een smartphone, tegen vergoeding niet-professionele chauffeurs met hun eigen voertuig personen vervoeren, moet worden beschouwd als een vervoersdienst in de zin van artikel 58 VWEU. Zo'n dienst wordt niet beheerst door 56 VWEU, en de richtlijnen 2006/123 en 2000/31.
Vragen aan HvJ EU over de bevoegdheden van een nationale commissie voor radio en televisie
)
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 2 november 2017, IEF 17367; IEFbe 2435; C-622/17 (Baltic Media Alliance) Richtlijn audiovisuele mediadiensten. Via minbuza: Verzoekster (Baltic Media Alliance Ltd) is een omroeporganisatie die de televisiezender NTV Mir Lithuania beheert, en is in het bezit van een vergunning van de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk (OFCOM). Verzoekster is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en zendt programma’s uit in Litouwen. Op 19.04.2016 heeft een deskundige van de monitoringdienst van de Litouwse commissie voor radio en televisie (hierna: CRTL) een monitoringrapport opgesteld waarin zij tot de conclusie kwam dat materiaal dat door NTV Mir Lithuania (op 15.04.2016) werd getoond onder het uitzendverbod van artikel 19(1) punt 3 van de Litouwse wet op de informatievoorziening aan het publiek viel, aangezien het programma aanzette tot haat op grond van nationaliteit. Bij besluit van 18.05.2016 heeft de CRTL aan omroepinstellingen opgelegd de televisiezender NTV Mir Lithuania uitsluitend te verspreiden als onderdeel van televisieprogrammapakketten die alleen tegen extra betaling beschikbaar zijn.
EHRM: laster van een bekende blogger door de woorden "fuck you rapist bastard" op Instagram
EHRM 7 november 2017, IEF 17358; IEFbe 2432; IT&R 2441; Application no. 24703/15 (Egill Einarsson tegen IJsland). Privacy. Vrijheid van meningsuiting. Een bekende blogger, de heer Einarsson, klaagt over een uitspraak van het IJslandse Hooggerechtshof, waarin werd vastgesteld dat er geen sprake was van laster door de woorden "fuck you rapist bastard" die bij een post op Instagram van de blogger werden geplaatst. Het strafrechtelijk onderzoek naar het plegen van seksueel geweld door deze blogger was net gestaakt. Het EHRM is het niet met de IJslandse rechtbanken eens dat de post een waardeoordeel inhoudt. Het woord 'rapist' is objectief en impliceert een aantijging van verkrachting. Nu het strafrechtelijk proces geseponeerd werd verviel de feitelijke onderbouwing van de aantijging. Het EHRM constateert dat de rechtbanken geen 'fair balance' hebben gevonden tussen het recht van de heer Einarsson op eerbiediging van zijn privé-leven krachtens artikel 8 EVRM en het recht op vrijheid van meningsuiting van de persoon die de opmerking had gepost krachtens artikel 10 EVRM.
Vragen aan HvJ EU over de toepassing van het Watson-arrest op bescherming nationale veiligheid

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 oktober 2017, IT&R 2440; IEFbe 2431; C-623/17 (Privacy International) Privacy. Bescherming persoonsgegevens. Via minbuza: Verzoekster (Privacy International) is een non-gouvernementele mensenrechtenorganisatie. Verweerders zijn de de minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken, de minister van Binnenlandse Zaken en de drie veiligheids- en inlichtingendiensten, te weten: de Government Communications Headquarters (GCHQ), de Secret Service (MI5) en de Secret Intelligence Service (MI6) (hierna: de VI-diensten). Op grond van Section 94 van de Telecommunications Act 1984 mag een minister aan een exploitant van een openbaar elektronischecommunicatienetwerk aanwijzingen geven die hij noodzakelijk acht in het belang van de nationale veiligheid. De VI-diensten hebben bulkcommunicatiegegevens verkregen in overeenstemming met dergelijke aanwijzingen. De gegevens omvatten verkeers- en locatiegegevens die informatie verstrekken over sociale, commerciële en financiële activiteiten en reizen. Deze gegevens worden veilig bewaard door de VI-diensten.