IEFBE 3913
21 mei 2025
Artikel

Uitnodiging voor deelname aan het openbare consultatieproces over het ontwerpreglement voor het Patent Mediation and Arbitration Centre van het UPC

 
IEFBE 3912
14 mei 2025
Uitspraak

Prejudiciële vragen over modelrechten en marktverzadiging door hof van beroep Brussel ingetrokken

 
IEFBE 3911
13 mei 2025
Uitspraak

Gerecht oordeelt over normaal gebruik van twee RTL-beeldmerken

 
IEFBE 1016

Exclusieve merkenlicentie stoffenmerk ADO

Hof van Beroep Brussel 30 september 2014, IEFbe 1016 (Artex c.s. tegen Zimmer+Rohde c.s.)
Uitspraak aangebracht door Carina Gommers en Carl De Meyer, Hoyng Monegier LLP. Zie eerder IEFbe 729. In 2011 kocht Hunter Douglas van het Duitse ADO-concern de exclusieve rechten op het Gemeenschapsmerk ‘ADO’ voor wat betreft de Benelux. Een jaar later verkocht het Duitse ADO-concern het ADO-Gemeenschapsmerk aan Zimmer +Rohde. Hunter Douglas vordert in Duitsland de omzetting van het ADO-Gemeenschapsmerk in nationale merken en overdracht van het Beneluxgedeelte daarvan. Het Hof oordeelt dat de eerdere verlening van exclusieve rechten aan Hunter Douglas krachtens art. 23(1) Gemeenschapsmerkverordening tegenstelbaar is aan Zimmer+Rohde. Totdat de Duitse bodemrechter zich definitief heeft uitgesproken over de exacte aard van de aan Hunter Douglas verleende rechten in het ADO merk (langdurige exclusieve licentie dan wel eigendomsrechten met betrekking tot het merk in de Benelux) wordt aan Zimmer+Rohde het verbod opgelegd om het ADO-merk te gebruiken op de Belgische markt.
Lees verder

IEFBE 1017

Vraag aan HvJ EU over aanbesteding IT-systeem voor ziekenhuis

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 25 juli 2014, IEFbe 1017, zaak C-387/14 (Esaprojekt tegen Lodzkie)
ICT. Aanbesteding. Ten behoeve van Poolse ziekenhuizen die ressorteren onder het zelfstandig bestuursorgaan van de regio Lodzkie (verweerder) is een aanbesteding uitgeschreven voor modernisering van het IT-systeem. Deze zaak betreft het derde deel van deze aanbesteding, de aankoop en levering van een  geïntegreerd ziekenhuissysteem (HIS) voor de administratieve (grijze) en de medische (witte) afdeling van het onafhankelijke regionale Nicolaas Copernicus-ziekenhuis in Piotrków Trybunalski. Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen de toewijzing van dat deel van de aanbesteding aan Konsultant Komputer (KK) omdat dit bedrijf niet aan de in het bestek genoemde voorwaarden zou hebben voldaan, te weten aantoonbare kennis en ervaring.

De beroepsinstantie gelast verweerder de toewijzing in te trekken en dit, op grond van de Poolse aanbestedingswet, alsnog te controleren. Als verweerder deze opdracht uitvoert komt aan het licht dat KK onjuiste informatie heeft verstrekt. KK wordt verzocht nieuwe informatie te overleggen, op grond waarvan verweerder alsnog voor KK kiest. Verzoekster stelt echter opnieuw beroep in tegen dat besluit. Zij meent dat KK moet worden uitgesloten van de procedure wegens het in de POL aanbestedingswet genoemde verstrekken van valse inlichtingen. Verweerder is echter van mening dat er enkel onenigheid bestaat over de beoordeling van de door KK ingediende (eerste) offerte, niet over de feiten.

De verwijzende Poolse rechter stelt vast dat in tweede instantie KK heeft voldaan aan de door verweerder in de opdracht gestelde eisen. Dit gegeven is echter baseerd op informatie die KK op verzoek heeft verstrekt nadat de termijn voor inschrijving was gesloten. Pas uit de aanvullende informatie is gebleken dat KK zich beroept op eerdere levering die zij tezamen met een (niet eerder genoemd) ander bedrijf heeft verricht. Hij vraagt zich af of het met de beginselen van eerlijke mededinging en gelijke behandeling van ondernemers verenigbaar is dat een ondernemer bij de verstrekking van aanvullende stukken andere uitgevoerde opdrachten kan vermelden dan die welke in de oorspronkelijke lijst van leveringen waren genoemd, en dat deze daarenboven zijn uitgevoerd door een andere ondernemer op wiens draagkracht hij zich in zijn offerte niet heeft beroepen. Voor de vraag of KK zich zou kunnen beroepen op de draagkracht van de andere ondernemer die als „adviseur en consultant” zou optreden, verwijst hij naar de nog lopende zaak C-324/14. Hij legt het HvJEU de volgende vragen voor:

Vraag 1: Staat artikel 51 van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (hierna: „richtlijn 2008/18/EG”), gelezen in samenhang met de in artikel 2 van deze richtlijn neergelegde beginselen van gelijke en niet-discriminerende behandeling van ondernemers en van transparantie, toe dat een ondernemer die toelichting bij de stukken verstrekt of aanvullende stukken overlegt, in die context andere opdrachten (dat wil zeggen leveringen) vermeldt dan die welke hij heeft genoemd in de bij de offerte gevoegde lijst van leveringen? Mag hij meer bepaald verwijzen naar opdrachten die door een andere ondernemer zijn uitgevoerd, wanneer hij in de offerte niet heeft aangegeven dat hij gebruik kan maken van diens middelen?
Vraag 2: Moet artikel 51 van richtlijn 2008/18/EG, gelet op het arrest van het Hof van 10 oktober 2013, Manova (C-336/12), waaruit blijkt dat „het beginsel van gelijke behandeling aldus moet worden uitgelegd dat het zich niet ertegen verzet dat een aanbestedende dienst na afloop van de inschrijvingstermijn om deel te nemen aan een overheidsopdracht een gegadigde verzoekt documenten over te leggen waarin diens situatie wordt beschreven, zoals de gepubliceerde balans, en waarvan objectief kan worden vastgesteld dat zij dateren van voor het einde van de inschrijvingstermijn om deel te nemen aan een aanbestedingsprocedure, voor zover de stukken van die aanbesteding niet uitdrukkelijk de overlegging ervan voorschreven op straffe van uitsluiting van de inschrijving”, aldus worden uitgelegd dat de overlegging van aanvullende stukken slechts is toegestaan wanneer het gaat om stukken waarvan objectief kan worden vastgesteld dat zij reeds bestonden vóór het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes of van de verzoeken om aan de procedure te mogen deelnemen, of aldus dat het Hof slechts een van de mogelijkheden heeft genoemd en dat de overlegging van aanvullende stukken ook in andere gevallen is toegestaan, bijvoorbeeld wanneer achteraf stukken worden overgelegd die niet dateren van vóór het verstrijken van deze termijn, maar die de objectieve bevestiging vormen dat is voldaan aan een deelnemingsvoorwaarde?
Vraag 3: Wanneer de tweede vraag aldus wordt beantwoord dat ook andere aanvullende stukken dan de in het arrest Manova (C-336/12) genoemde kunnen worden overgelegd, kunnen dan aanvullende stukken worden verstrekt die afkomstig zijn van de ondernemer, van onderaannemers of van andere ondernemers die hun middelen ter beschikking stellen van de ondernemer, wanneer dezen in de offerte niet zijn vermeld?
Vraag 4: Staat artikel 44 van richtlijn 2004/18/EG, gelezen in samenhang met artikel 48, lid 2, sub a, en het in artikel 2 neergelegde beginsel van gelijke behandeling van ondernemers toe dat een ondernemer zich beroept op de draagkracht van een andere ondernemer in de zin van artikel 48, lid 3, in die zin dat de kennis en de ervaring van twee ondernemers die elk op zich niet beschikken over de door de aanbestedende dienst verlangde kennis en ervaring, worden samengeteld, wanneer deze ervaring ondeelbaar is (dat wil zeggen dat een ondernemer volledig moet voldoen aan de voorwaarde om aan de procedure te kunnen deelnemen) en de uitvoering van de opdracht ondeelbaar is (dat wil zeggen één geheel vormt)?
Vraag 5: Staat artikel 44 van richtlijn 2004/18/EG, gelezen in samenhang met artikel 48, lid 2, sub a, en het in artikel 2 neergelegde beginsel van gelijke behandeling van ondernemers toe dat een ondernemer zich beroept op de ervaring van een groep ondernemers, in die zin dat een ondernemer die als lid van een groep ondernemers een opdracht heeft uitgevoerd, zich op de uitvoering van de opdracht door deze groep kan beroepen, ongeacht zijn aandeel in de uitvoering van deze opdracht, of kan hij zich slechts beroepen op de eigen ervaring die hij zelf daadwerkelijk heeft verworven bij de uitvoering van het deel van de opdracht dat hem binnen de groep was toegewezen?
Vraag 6: Kan artikel 45, lid 2, sub g, van richtlijn 2004/18/EG, volgens hetwelk van deelneming aan een opdracht kan worden uitgesloten iedere ondernemer die zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen of die inlichtingen niet heeft verstrekt, aldus worden uitgelegd dat een ondernemer die valse inlichtingen heeft verstrekt die invloed op de uitkomst van de procedure hadden of konden hebben, van de procedure wordt uitgesloten, met dien verstande dat de schuld voor de desbetreffende misleiding louter voortvloeit uit de verstrekking van valse inlichtingen aan de aanbestedende dienst die het besluit van deze dienst tot uitsluiting van de ondernemer (en tot afwijzing van zijn offerte) beïnvloeden, ongeacht of de ondernemer opzettelijk en doelbewust heeft gehandeld, dan wel onopzettelijk, lichtvaardig, onachtzaam of zonder de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen? Kan slechts worden aangenomen dat een ondernemer „zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen of inlichtingen niet heeft verstrekt” wanneer de betrokkene valse gegevens heeft verstrekt (die niet overeenstemmen met de realiteit), of kan dit ook worden aangenomen wanneer de ondernemer weliswaar correcte informatie heeft verstrekt, maar dit heeft gedaan op een wijze die erop gericht is de aanbestedende dienst ervan te overtuigen dat de ondernemer voldoet aan de door hem gestelde vereisten, hoewel dit niet het geval is?
Vraag 7: Staat artikel 44 van richtlijn 2004/18/EG, gelezen in samenhang met artikel 48, lid 2, sub a, en het in artikel 2 neergelegde beginsel van gelijke behandeling van ondernemers toe dat een ondernemer zich op zodanige wijze op zijn ervaring beroept dat hij twee of meer overeenkomsten als één opdracht voorstelt, hoewel de opdrachtgever noch in de aankondiging noch in het bestek in deze mogelijkheid heeft voorzien?
IEFBE 1015

Bereik de juiste balans in het outsourcen van uw IE-werk

Hajo Kraak en Jenny Cromsigt, White paper - Bereik de juiste balans in het outsourcen van uw IE-werk, september 2014.
Bijdrage ingezonden door Hajo Kraak en Jenny Cromsigt, V.O..Dit white paper biedt concrete handvatten voor het succesvol inrichten van de samenwerking tussen uw IE-afdeling en een externe IE-partner. Door zelf de analyse te maken bepaalt u welk inhuurmodel het beste bij uw behoefte en vraagstukken past. Zo vergroot u het rendement en verbetert u de focus en output van uw eigen octrooiafdeling.
Lees verder

IEFBE 1014

Media and users: towards a new balance

N. Helberger, oratie: Media and users: towards a new balance, IViR, 19 september 2014.
In the digital media environment user attention is scarce and competition for ‘eyeballs’ is fierce. Profiling and targeting users with customized news and advertisements is widely seen as a solution, and part of a larger trend to invest in what the New York Times has called ‘smart new strategies for growing our audience’. The shift from public information intermediary to personal information service creates new dynamics but also new imbalances in the relationship between the media and their users. In my inaugural speech I will state that to restore the balance, the media and regulators in Brussels and The Hague need to develop a vision of how to deal with issues such as media user privacy, editorial integrity and more generally ‘fair algorithmic media practices’."

IEFBE 1013

Socialezekerheidsbijdragen ook over vergoeding uitvoerend kunstenaar prom orchestra

Hof van Cassatie 15 september 2014, IEFbe 1013 (Rijksdienst Soc. Zekerheid tegen Int. Prom Orchestra) - juridat
Naburige rechten. De vergoeding die de door een arbeidsovereenkomst verbonden uitvoerende kunstenaar ontvangt is een voordeel waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van zijn werkgever en maakt aldus deel uit van het loon op basis waarvan de socialezekerheidsbijdragen berekend worden. Bijzondere bepalingen dat deze vergoeding voor de overdracht van naburige rechten niet als loon kan worden aangemerkt, schenden wetsbepalingen 14 RSZ-Wet en 23 Algemene Beginselenwet Sociale Zekerheid.

2.    Uit de voormelde wetsbepalingen en hun onderlinge samenhang volgt dat de vergoeding die de door een arbeidsovereenkomst verbonden uitvoerende kunstenaar van zijn werkgever ontvangt, voor de overdracht van zijn vermogensrechten waartoe hij zich bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst had verbonden, een tegenprestatie is voor de overdracht van rechten met betrekking tot een in uitvoering van de arbeidsovereenkomst geleverde prestatie. Die vergoeding is bijgevolg, in de regel, een voordeel waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van zijn werkgever en maakt aldus deel uit van het loon op basis waarvan de socialezekerheidsbijdragen berekend worden.

3.    De appelrechters die, nadat zij hebben vastgesteld dat de dienstbetrekking van de uitvoerende kunstenaars de deelname aan de uitvoeringen van een musical als voorwerp had waarvan de opnames werden gecommercialiseerd, dat de afstand van naburige rechten was opgenomen in de bijlagen A - bijzondere bepa-lingen bij de arbeidsovereenkomst en dat de vergoeding van 400 euro per maand forfaitair werd betaald gedurende de effectieve tewerkstelling, oordelen dat de vergoeding voor de overdracht van naburige rechten aan de werkgever niet als loon kan worden aangemerkt, schenden de aangevoerde wetsbepalingen.
Het middel is gegrond.

Andere blogs:
Mondaq - Van Bael & Bellis
Lexalert

IEFBE 1012

Les droits avaient été cédés en sa qualité d’administrateur

Tribunal de Première Instance FR Bruxelles 20 juin 2014, IEFbe 1012 (M. contre Dune Urbaine)
Décision envoyée par Eric De Gryse, Simont Braun. Appel peut encore être interjeté contre cette décision. Droit d'auteur. Logo. Preuve. L’ASBL Dune Urbaine gère une radio locale dénommée « Radio Kif ». L’ASBL Dune Urbaine et l’un de ses anciens administrateurs, Mr. O., affirment être titulaires des droits d’auteur sur le logo contenant les termes « Radio Kif ». Ces droits avaient été cédés à Mr. O en sa qualité d’administrateur de l’ASBL, et dès lors à l’ASBL elle-même. Mr. O. n’a dès lors aucun droit sur le logo. Le fait que Mr. O. soit en possession du CD-Rom original contenant le fichier source du logo est sans incidence et s’explique par le fait qu’il était, en sa qualité d’administrateur de l’ASBL, le contact privilégié de l’auteur du logo. Le tribunal constate une atteinte aux droits d’auteur sur le logo et en ordonne la cessation:

36 l’asbl Dune Urbaine démontre que Monsieur O. :
- a procédé le 16 octobre 2012 au dépôt du logo dont question comme marque figurative auprès de l’Office Benelux des Marques
- fait usage de ce logo sur le site internet qu’il a ouvert ‘www.kifradio.eu’.
Ainsi Monsieur O. reproduit le logo et procède à sa communication au public, sans avoir obtenu l’autorisation de l’asbl Dune Urbaine à ce propos. Il s’ensuit qu’il contrevient à l’article 1er LDA. C’est dès lors à bon droit que l’asbl Dune Urbaine demande qu’il soit ordonné à Monsieur O. de cesser toute atteinte à ses droits d’auteur sur le logo (reproduction et communication au public). » Mr. O., affirmant être titulaire des droits d’auteur sue le logo litigieux, a introduit une plainte auprès du réseau social Twitter afin de bloquer le compte « @radiokif » de l’ASBL Dune Urbaine. Le Tribunal ordonne que cette plainte soit retirée.

40 (...) Par voie conséquence, il n'y a pas lieu, dans le cadre d'une action fondée sur l'article 87 LDA (qui présuppose que le demandeur soit titulaire de droit d'auteur sur l'oeuvre en question) d'interdire á Monsieur de se prévaloir d'un droit sur les mots 'Radio Kif' et 'Kif Radio'.

Le raisonnement est identique en ce qui concerne la demande formulée par Monsieur d'entendre ordonner à l'asbl Dune Urbaine de cesser de porter atteinte à "son droit sur le signe 'KIF Radio", à défaut pour Monsieur de prétendre et par ailleurs démontret que ce signe tomberait sous la DLA.

Il n'y a dès lors par lieu à examiner plus en profondeur les exceptions d'incompétence soulevée de part et d'autre.

41. L’asbl Dune Urbaine demande qu’il soit ordonné à Monsieur O. de retirer sa plainte auprès de l’organe compétent du réseau social Twitter à l’origine du blocage du compte @radiokif de l’asbl Dune Urbaine, avec demande expresse de rétablir le compte Twitter et prise des mesures nécessaires pour que ce rétablissement puisse être effectué. L’asbl démontre que ce blocage repose sur le fait que Monsieur O. a affirmé aux instances de Twitter être le titulaire des droits sur le logo litigieux, produisant à l’appui de son affirmation le dépôt du logo comme marque figurative auprès de l’office Benelux des marques. Il est dès lors fait droit à la demande formulée, sous peine d’une astreinte … (...)L’ASBL avait fait procéder en 2006 à l’enregistrement du nom de domaine «Radiokif.be ». Mr. O. a fait enregistrer le nom de domaine similaire « Kifradio.eu ». l’ASBL obtient le transfert du nom de domaine « kifradio.eu

52  … Une démarche accomplie dans un souci de vengeance, sans que ne soient entamées les procédures civiles permettant de clarifier la situation, constitue un intérêt illégitime. … L’intérêt de l’asbl pour le nom de domaine en litige est légitime : ce nom correspond à s’y méprendre à la radio exploitée depuis 2006, laquelle connaît un réel déploiement. Il sera dès lors fait droit à la demande de mesure en cessation formulée par l’asbl Dune Urbaine, sous peine d’astreinte de 100 EUR.
IEFBE 1011

PROMARK maakt inbreuk op PREMARK

NL Rechtbank van Koophandel Brussel 17 september 2014, IEFbe 1011 (Vejmarkering tegen ACB-WJ)
Uitspraak aangebracht door Eric De Gryse, Simont Braun. Beroep nog mogelijk. Merkenrecht. Oneerlijke handelspraktijk. ACB-WJ maakt met het teken Promark voor voorgevormde thermoplasten merkinbreuk op gemeenschapswoordmerk Premark van Vejmarkering. Ook levert het aanwenden van (quasi-)letterlijke reproducties uit brochures, gebruiksaanwijzingen een oneerlijke handelspraktijk op. Staking van PROMARK en gebruik van identieke uittreksels uit brochures, websites of andere media van Verjmarkering wordt bevolen.

3.7. Gelet op de sterke gelijkenissen tussen het woordmerk Premark en het teken ProMark, die worden gebruikt voor identieke waren, en het zeker onderscheidend vermogen van het merk Premark, kan worden besloten dat er in hoofde van het relevante publiek zoals hierboven bepaald een ernstige kans op verwarring bestaat, en het publiek ten onrechte kan menen dat het om éénzelfde product gaat, of kan menen dat het om verschillende producten van éénzelfde onderneming gaat.

Het feit dat verweersters ook de producten Wish-mark en Play-mark aanbieden verhindert dit verwarringsgevaar niet.

IEFBE 1010

UPC IT e-Filing available to test

The prototype e-filing / case management system is now available to test. If you would like to test it and provide feedback please visit https://prototype.unified-patent-court.org/. Testers can supply feedback using the 'BugHerd' feedback application using the button at the bottom right-hand of the screen (this allows you to click on and highlight certain parts of the prototype, such as fields in forms, and write notes about them).

Purpose of the prototype The prototype is being configured using an off-the-shelf product, based on UPC draft Rules of Procedure 13-28, allowing testers to file an infringement claim. Feedback from testers is being used over October and November 2014 to help us continue configuration in an iterative way and to then evaluate lessons to inform the procurement process. The purpose of the prototype is to test the viability of a cloud-based, off-the-shelf, configured system for the UPC, where data is stored by a supplier and can be accessed securely from any location. We are also learning lessons about user-friendliness, and how to ensure the system might support the UPC Rules of Procedure. Further information on the prototype and what we hope it will achieve can be found on the prototype site.

Next steps We will use lessons from the prototype to inform the tender for the UPC e-Filing and case management solution. We plan a full, open procurement process, with publication of the procurement notice in the Official Journal of the European Union in November 2014 and contract award in summer 2015.

IEFBE 1009

Infozines douche-wc's worden slechts vluchtig gelezen

NL Rechtbank van Koophandel Brussel 17 september 2014, IEFbe 1009 (Geberit tegen Alsan)
Uitspraak aangebracht door Carina Gommers, Hoyng Monegier LLP. Merkenrecht. Reclamefunctie. Advertorials. Geberit is producent van sanitaire systemen, waaronder de AquaClean douche-wc. Alsan is een aankoopgroepering waarmee een samenwerking ontstond. In een gratis magazine HERBRON.JE staat een artikel met daarin het 'I love water'-merk in een advertentie die hoofdzakelijk betrekking had op de voor Geberit concurrerende Sensowash. De gemiddelde consument zal de indruk hebben dat de advertentie over de Sensowash douche-wc gaat. Geberit heeft toestemming gegeven voor merkgebruik in vorige edities, maar wel op een correcte manier, i.e. exclusief ter promotie van douche-wc's van Geberit. Een stakingsvordering is nog wel relevant, nu Herbron.je via de website online wordt verspreidt.

De stakingsrechter beveelt de staking van deze inbreuken, en verbiedt in het bijzonder Geberit elk inbreukmakend teken (...) te gebruiken in het kader van hun handelsactiviteiten of anderszins, zoals bijvoorbeeld maar niet uitsluitend op websites, op de Facebook pagina's die worden beheerd door verwerende partij, op verpakkingen, winkelramen, folders en andere materialen, en dit op straffe van een dwangsom van 10.000 euro per dag in strijd met dit verbod wordt gebruikt vanaf de vijfde werkdag na de betekening van dit vonnis.
IEFBE 1008

BBIE september/OBPI septembre 2014

Merkenrecht. We beperken ons tot een maandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Recentelijk heeft het BBIE een serie van 7 oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard is om door te nemen. Zie voorgaand bericht in deze serie: BBIE-serie augustus 2014.

22-09

2008849

LIVE

Live Life

1268185

Gedeelt.

nl

22-09

2008130

GROENE BOEKJE

ING Groen Boekje

1254250

Gedeelt.

nl

12-09

2008668

O2

O2 for you

1264852

Toegew.

nl

10-09

2008685

HELLO!

HELO MAANDELIJKS MAGAZINE

1264619

Toegew.

nl

04-09

2007467

BILLABONG

BillyBo

1240158

Toegew.

nl

29-08

2007125

KINAIR

KINSAR

1095307(int)

Afgew.

fr

29-08

2008465

I see

iSee

1259871

Toegew.

nl

Behoefte aan of maakt u graag een verdere analyse? Tip de redactie: redactie@ie-forum.be.