La promotion des vins mousseaux sous le signe orange de MHCS, constitue un acte contraire aux pratiques honnêtes du marché

Tribunal de Commerce Bruxelles 17 décembre 2014, IEFbe 2222 (Couleur orange) Droit des marques. La promotion et la mise sur le marché en Belgique des vins mousseux litigieux sous le signe attaqué - qui entraîne une appropriation par les défenderesses de l'image de prestige véhiculée par les marques de MHCS - constitue, à l'évidence, un acte contraire aux pratiques honnêtes du marché, au sens des articles Vl.104 et 105, 1, a) du CED. En effet, premièrement, la violation des droits de propriété intellectuelle constitue, en soi, une atteinte aux pratiques honnêtes du marché au sens de l'article VI. 104 du CDS. Deuxièmement, l'usage de la teinte de couleur litigieuse auquel se livrent les défenderesses est susceptible d'induire les consommateurs en erreur, notamment sur les caractéristiques ou l'origine géographique des vins "Cuvée de l'Ecusson", ce qui constitue une violation de l'article VI. 105, l, a du CED. L'usage d'une teinte de couleur évoquant les vins "Veuve CLICQUOT" de MHCS pourrait en effet amener le public pertinent à penser que les vins "Cuvée de l'Ecusson" sont des vins de Champagne, et non des crémants.
Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse, Simont Braun.
X a participé au concours en connaissance de cause et doit assumer lui-même les risques liés à celui-ci

Cour d'appel Bruxelles 2 juin 2017, IEFbe 2223 (RTBF contre X) X, qui en supporte la preuve, n'établit pas non plus que la RTBF aurait commis un manquement à la bonne foi ou une imprudence fautive soit en faisant choix de Delta Concept comme partenaire, soit en omettant de prendre une assurance pour couvrir le risque de faillite de celle-ci. Il ne démontre pas que la situation financière de Delta Concept ou sa réputation commerciale était préoccupante au moment où celle-ci était la partenaire de la RTBF pour le concours 2006. Il n'est pas non plus établi que tout organisateur de concours prudent et diligent veille à prendre une assurance pour couvrir l'insolvabilité des partenaires qui offrent les prix et que l'abstention de prendre une telle couverture d'assurance serait fautive, outre qu'en l'espèce, la non concrétisation du gain dans le chef de X s'explique au premier chef par le dépassement du délai. X a participé au concours en connaissance de cause et doit assumer lui-même les risques liés à celui-ci, en l'espèce le risque que Delta Concept n'honore pas ses engagements. Le jugement doit être réformé. La demande principale est non fondée et X en est débouté.
Toute tromperie du produit "Dove Invisble Dry" est exclue

Tribunal de Commerce Bruxelles 3 décembre 2014, IEFbe 2221 (Beiersdorf contre Unilever) Droit de la publicité. L'ajout de l'indication "Tested on 100 colours" n'est en soi nullement de nature à apporter une quelconque information sur le problème des traces jaunes. Elle ne fait qu'indiquer que le produit a été testé sur 100 couleurs et, dès lors, elle ne fait qu'apporter une précision à la propriété anti-traces blanches du produit en question, bien connue des consommateurs. Toute tromperie du public est donc exclue. Il suit de ce qui précède qu'Unilever n'omet, ni ne dissimule, sur l'emballage du produit "Dove Invisble Dry", une caractéristique qu'aurait celui-ci en termes d'action contre les traces jaunes, une telle caractéristique n'étant tout simplement pas revendiquée. L'affirmation de Beiersdorf qu'Unilever vante une qualité de son produit en termes d'efficacité contre les traces jaunes, expressément contredite par la précision apportée au dos de l'emballage "Anti-white marks" est donc dénuée de tout fondement.
Uitspraak ingezonden door Hannes Abraham, NautaDutilh.
Merkinbreuk door namaakhorloges in verpakkingen van het model "Lego"
Rechtbank West-Vlaanderen 7 juni 2017, IEFbe 2224 (Lego tegen X) Merkenrecht. X importeert 6600 Ice Forever namaakhorloges vanuit China naar België in verpakkingen van het model "Lego". Lego stelt dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op hun merkenrecht. Door de goedkope en kwalitatief minderwaardige namaakproducten is er sprake van onmiskenbare ernstige morele en materiële economische schade waarbij het imago van Lego sterk werd aangetast. Er gevorderde schadevergoeding van 33.000,00 euro wordt dan ook toegekend.
Leestip: Zie hoofdstuk B. OP BURGERLIJK GEBIED, 1. De vordering van LEGO JURIS S/A.
Uitspraak ingezonden door Tom Heremans, CMS.
Reclame Woolite Mix Donker is misleidende vergelijkende reclame

Hof van Beroep Brussel 22 februari 2011, IEFbe 2220 (Procter & Gamble tegen Reckitt Benckiser) Misleidende en vergelijkende reclame. P&G is actief in wasmiddelen zoals de producten Ariel en Dreft. Reckitt is wereldwijd actief in de productie en verkoop van huishoudproducten. Zij produceert en verkoopt onder meer wasmiddelen onder de naam Woolite. In de reclame worden twee kledingstukken getoond, een gewassen met Woolite en de ander niet. De tekst luidt: Resultaat na 20 wasbeurten. Afgewassen en fletse kleding [links] - Beschermd door Woolite Mix Donker [rechts]. Gecombineerde resultaten vanuit verschillende tests." Hof stelt vast dat geïntimeerde met deze reclame inbreuk pleegt door in de reclame te beweren dat na 20 wasbeurten met Woolite het zwart zwart blijft, terwijl dat niet het geval is, door een product dat gewassen is met Woolite te vergelijken met een product dat gewassen is zonder wasmiddel terwijl de indruk wordt gewekt dat beiden producten met wasmiddel zijn gewassen en dat de scheurtesten niet op dezelfde manier worden uitgevoerd.
Leestip: r.o. 38 en 39
Uitspraak ingezonden door Eelco Bergsma en Maarten Rijks, TaylorWessing.
Conclusie AG: Louboutin-zoolmerk kan getoetst worden aan 'wezenlijke waarde'-toets, zonder rekening te houden met reputatie

Conclusie AG HvJ EU 22 juni 2017, IEF 16890; IEFbe 2219; C‑163/16, ECLI:EU:C:2017:495 (Louboutin tegen van Haren) Merkenrecht. Van Haren vordert nietigverklaring en doorhaling van het Benelux rode zoolmerk. Wezenlijke waarde van de waar kan worden toegepast op zool-merk bestaande uit vorm van een product in een bepaalde kleur. HvJ EU:
„Artikel 3, lid 1, onder e), iii), van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat het van toepassing kan zijn op een teken bestaande uit de vorm van de waar waarbij aanspraak wordt gemaakt op bescherming voor een bepaalde kleur. Het begrip vorm die ‚een wezenlijke waarde geeft’ aan de waar in de zin van deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op de intrinsieke waarde van de vorm en hierbij mag geen rekening worden gehouden met de reputatie van het merk of van de houder ervan.”
Gemeenschapsmodel toiletbril ontbeert eigen karakter
Gerecht EU 21 juni 2017, IEF 16889; IEFbe 2218; ECLI:EU:T:2017:411; T-286/16 (Kneidinger Toiletbril) Gemeenschapsmodelrecht. Nietigheidsprocedure. Toiletbril [model]. Ouder Gemeenschapsmodel. Eigen karakter en nieuwheid ontbreekt. Het beroep wordt afgewezen; het model is niet nieuw.
Gerecht EU: Visgraat tussen twee parallele lijnen geldig beeldmerk voor haaknaalden

Gerecht EU 21 juni 2017, IEF 16888; IEFbe 2217; ECLI:EU:T:2017:410; T-20/16 (Indeutsch tegen EUIPO) Uniemerk. Nietigheidsprocedure. Uniebeeldmerk dat visgraat tussen twee parallelle lijnen weergeeft. Ingeschreven voor brei- en haaknaalden. Onderscheidend vermogen. Onderzoek van het merk zoals ingeschreven. Beslissing kamer van beroep tot nietigverklaring wordt vernietigd. Merk is geldig ingeschreven.
Uniemerkverordening (codificatie) in Publicatie van de EU

De Verordening (EU) 2017/1001 van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (codificatie) is op 16 juni 2017 gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. De Verordening vervangt Verordening (EC) No. 207/2009 van 26 februari 2009 en is van toepassing vanaf 1 oktober 2017.
Le Règlement (UE) 2017/1001 du 14 juin 2017 sur la marque de l'Union européenne (version codifiée) a été publié dans le Journal officiel de l’UE. Le Règlement remplace le Règlement (CE) 207/2009 du Conseil du 26 février 2009 et s'applique à compter du 1er octobre 2017.
Uitspraak ingezonden door Tom Heremans, CMS.
Misleidende vergelijkende reclame Proximus door te stellen dat andere operatoren slecht bereik hebben

Hof van Beroep Brussel 16 februari 2016, IEFbe 2214 (Base Company tegen Proximus) Misleidende vergelijkende reclame. Hof vernietigt het bestreden vonnis, behalve de vordering van Base die ertoe strekte vast te stellen dat Proximus door in de reclame te beweren dat de klanten onbeperkt kunnen genieten van haar diensten, terwijl dataverkeer werd uitgesloten, zich schuldig maakt aan een schending van artikelen 94-VI.95 WER juncto artikel VI.99 WER. Hof stelt vast dat Proximus door het zo voor te stellen alsof klanten van andere operatoren een slecht bereik hebben op hun netwerk, zonder dat er op objectieve wijze diensten zijn vergeleken, zich schuldig maakt aan een schending van artikel VI.17 §2 WER.
Leestip: r.o. 11, 12, 19 en 20.