Prejudiciële vraag over de uitleg van verordening nr. 531/2012
HvJ EU 2 september 2021, IT 3648; IEFbe 3273; ECLI:EU:C:2021:675 (Vodafone tegen Duitsland) Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de verordening nummer 531/2012. Deze gaat over roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie. In artikel 3 staat onder andere dat telecombedrijven diensten moeten aanbieden zonder discriminatie. Vodafone is actief in deze branche en stelt haar klanten voor om bij het basistarief gratis „zero-rating”-tariefopties te nemen. De algemene contractvoorwaarden bepalen dat deze tariefopties alleen geldig zijn op het nationale grondgebied. Daarop heeft het Verwaltungsgericht Köln het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing te nemen over de vraag of dit verenigbaar is met Unierecht. Gelet op een en ander dient op de gestelde vragen te worden geantwoord dat artikel 3 van verordening 2015/2120 aldus moet worden uitgelegd dat een beperking van het roaminggebruik wegens de activering van een „zero-rating”-tariefoptie onverenigbaar is met de verplichtingen die voortvloeien uit lid 3 van dat artikel.
Uniewoordmerk 'Limbic® Types' niet beschrijvend
Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20169, IEFbe 3272; ECLI:EU:T:2021:527 (Gruppe Nymphenburg Consult tegen EUIPO) Deze zaak betreft een beroep tegen de beslissing van de grote kamer van beroep van het EUIPO van 2 december 2019 over de inschrijving van het woordteken Limbic® Types. Dit verzoek is afgewezen met als reden dat het teken te beschrijvend zou zijn. Het aangevraagde merk kan vertaald worden als 'limbische typen'. Engelstalig publiek zou het merk opvatten als een aanduiding voor een persoonsindeling op grond van persoonlijkheidsprofielen of ‑kenmerken die zijn opgesteld aan de hand van kennis over het limbisch systeem. Nymphenburg verzoekt het Gerecht om deze beslissing te vernietigen. Het Gerecht oordeelt dat het betrokken publiek het symbool '®’ en de term 'types’ zal begrijpen. Dat één of meer bestanddelen beschrijvend zijn volstaat niet als reden om de merkinschrijving af te wijzen. Dit kan alleen wanneer het hele teken beschrijvend is. Vastgesteld moet dan ook worden dat het oordeel van de kamer van beroep dat het relevante publiek het teken Limbic® Types begrijpt als aanduiding van de verschillende persoonlijkheidstypen, die elk anders reageren op stimuleringen van het limbisch systeem, onjuist is.
Verwarringsgevaar beeldmerken

Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20167, IEFbe 3271; ECLI:EU:T:2021:523 (FF IP srl tegen EUIPO en Seven SpA) EFFEGI Srl heeft een aanvraag tot inschrijving van het beeldteken ´the DoubleF´ ingediend bij het EUIPO. Interveniënte Seven SpA heeft bezwaar gemaakt tegen de inschrijving vanwege haar oudere beeldmerk ´THE DOUBLE´. Verzoekster voert in wezen één enkel middel aan, namelijk schending van artikel 8, lid 1, van verordeningnr. 207/2009, zoals gewijzigd, dat in vier alinea's is verdeeld. Zij betoogt dat de Kamer van Beroep 1) een beoordelingsfout heeft gemaakt m.b.t. het relevante publiek, 2) ten onrechte de waren en diensten heeft vergeleken waarop de betwiste merken betrekking hebben, 3) ten onrechte een hoge mate van visuele en fonetische gelijkenis en een zeer hoge mate van conceptuele gelijkenis, of zelfs quasi-identiteit, tussen de betrokken merken heeft vastgesteld, 4) had moeten vaststellen dat het oudere merk een laag onderscheidend vermogen had en verwarringsgevaar moeten uitsluiten. De Kamer van Beroep heeft niet ten onrechte geconcludeerd dat er verwarringsgevaar bestond. Het middel wordt afgewezen.
Gerecht EU verwerpt beroep nietigverklaring e*message

Gerecht EU 1 september 2021, IEF 20165, IT 3642, IEFbe 3270; ECLI:EU:T:2021:522 (eMessage tegen EUIPO en Apple) eMessage Wireless Information Services heeft een aanvraag tot inschrijving van het Gemeenschapsmerk 'e*message' ingediend bij het EUIPO. Op verzoek van interveniënte Apple Inc. werd de inschrijving nietig verklaard. eMessage voert in beroep zeven middelen aan. Het eerste middel betoogt dat er geen geldige bepaling bestaat om het litigieuze merk ongeldig te verklaren. Het tweede middel klaagt over een onjuiste toepassing van de huidige uitlegging van artikel 7, lid 1, onder b) en c), van verordening 2017/1001. Het derde en het vierde middel gaan over fouten in de beoordeling van de figuratieve elementen van het litigieuze merk bij het onderzoek van het beschrijvende karakter ervan. Het vijfde middel klaagt over een onjuiste beoordeling van het onderscheidend vermogen van het litigieuze merk. Het zesde en het zevende middel gaan over een schending van artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en van de beginselen van bescherming van het gewettigd vertrouwen en van de rechtszekerheid. De middelen worden afgewezen.
Herziene editie The Dutch Copyright Act 2021

Vandaag verschijnt het boek Auteurswet / The Dutch Copyright Act 2021, de herdruk op de uitgave uit 2015. Deze herziene uitgave bevat de implementatie van de DSM-richtlijn en de Richtlijn Online Omroep 2021. De margekopjes, verwijzingen en andere aanvullingen zijn toegevoegd door Visser Schaap & Kreijger, een advocatenkantoor gespecialiseerd in intellectuele eigendom, media en mededinging. De uitgave bevat ook een Engelse vertaling van die geconsolideerde tekst van de Auteurswet. Deze vertaling is bewerkt en aangevuld door Hendriks & James, een juridisch vertaalbureau, mede gespecialiseerd in teksten op het gebied van de intellectuele eigendom.
Bestel het boek hier of via de boekhandel of Bol.com.
Najaarscongressen deLex

Save the date voor de deLex najaarscongressen 2021:
- 5 oktober Benelux Merkencongres
- 7 oktober Nederlands Octrooicongres
- 25 november Nationaal Mediarechtcongres
- 2 december IE-Winterforum
- 16 december Nationaal Reclamerechtcongres
Meer weten: kijk op de IE-agenda, klik hier of mail naar info@delex.nl voor meer informatie.
Uitspraak ingezonden door Michiel Van Lerbeirghe en Johannes Cassiman, Janson.
Doorgifte persoonsgegevens naar de VS
Raad van State 19 augustus 2021, IEFbe 3267; A. 234.221/XII-9119 (Qarin tegen het Vlaamse Gewest) Het Vlaamse Gewest heeft tussenkomende partij ViaVan een opdracht gegeven. ViaVan is een dochteronderneming van een Amerikaanse entiteit. In het kader van deze opdracht zullen op grootschalige wijze persoonsgegevens worden verwerkt, waaronder speciale categorieën. Dit zijn bijvoorbeeld gezondheidsgegevens of persoonsgegevens van minderjarigen. De verzoekende partijen, waaronder Qarin, stellen als belangrijkste middel dat er geen geldige doorgiftegrond bestaat voor persoonsgegevens naar de Verenigde Staten. Dit volgt uit het Schrems II arrest van het Hof van Justitite. Deze stelling lijkt in zijn algemeenheid voorbij te gaan aan andere wijzen waarop gegevensbescherming gegarandeerd kan worden, ook in de VS. De vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid dient dan ook te worden verworpen.
Leergang Intellectueel Eigendomsrecht start 2 november

Op 2 november start aan de VU de Leergang Intellectueel Eigendomsrecht. Van ongeautoriseerde internetdownloads en nieuwe content platforms tot investeringen in baanbrekende technologieën en marketing op basis van prestigieuze brands. Het recht van intellectueel eigendom doordringt de kenniscreatie, -overdracht en -benutting in het bedrijfsleven, bij de overheid, in scholen, universiteiten, musea en bibliotheken, en zelfs in het privéleven. Het bepaalt de spelregels voor eerlijke concurrentie en ordent de markt. Maar op welke manieren worden intellectuele eigendomsrechten eigenlijk verkregen? Hoe worden deze rechten geëxploiteerd en gehandhaafd? Hoe verstrekt de bescherming en handhaving van intellectueel eigendom zich uit in de analoge en de digitale wereld?
Lees verder >>
Artikel ingezonden door Emmanuel Cornu, Simont Braun.
Strijd tussen twee merken krabconserven

Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel 22 juli 2021, IEFbe 3265; A/21/00012 (Walfood tegen Intriguing Brands) Deze zaak betreft een inbreukprocedure die Walfood heeft aangespannen tegen Chatka Seafood en haar distributeur Intriguing Brands. Walfood is eigenaar van het merk Chatka in heel Europa, met uitzondering van Spanje, waar Chatka Seafood dit bezit. Dit merk wordt door beide partijen gebruikt op krabconserven in combinatie met een afbeelding van een koningskrab. Walfood verzet zich tegen de verhandeling van Chatka producten uit Spanje op andere grondgebieden dan het Spaanse en verzoekt dan ook tot vaststelling van inbreuk op artikel 2.20 §2, b BVIE. De ondernemingsrechtbank heeft Chatka Seafood en Intriguing Brand veroordeeld om het gebruik van het merk Chatka in de Benelux te staken, inhoudende dat dit ook niet meer mag gebeuren via internationale online platforms.
Beroep Rich John Richmond als merknaam te gebruiken afgewezen

Gerecht EU 14 juli 2021, IEF 20141, IEFbe 3264; ECLI:EU:T:2021:432 (Fashioneast en AM.VI. tegen Moschillo) Fashioneast en AM.VI. hebben bij het EUIPO bovenstaande als merknaam aangevraagd en toegewezen gekregen, in onder meer de classificaties sieraden, tassen en kleding volgens de Nice Classificatie. Moschillo heeft als reactie hierop een vordering tot vervallenverklaring van het merk ingediend, op grond van het niet normaal gebruiken van het merk. Deze vordering is toegewezen. Beroep van Fashioneast en AM.VI. bij het EUIPO leverde niet het beoogde resultaat op, wat ertoe heeft geleid dat de partijen de beslissing aanvechten bij het Gerecht. Het EUIPO zou volgens de verzoekers niet genoeg hebben gekeken naar het bewijsmateriaal in de vorm van foto's, echter is hier geen enkel spoor van het 'richmond' element te zien. Daarnaast zou er onterecht geoordeeld zijn dat er niet genoeg onderscheidend vermogen is in de woordencombinatie 'rich' en 'richmond'. Het Gerecht oordeelt dat gebruik van de bestanddelen "rich" en "richmond" tezamen, maar op verschillende delen van de waren, geen normaal gebruik van het litigieuze merk kan vormen dat het onderscheidend vermogen ervan niet wijzigt. Het beroep wordt in zijn geheel verworpen.