IEFBE 3907
30 april 2025
Uitspraak

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

 
IEFBE 3906
29 april 2025
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke bescherming voor Louboutin-schoenen: modellen missen vereiste originaliteit

 
IEFBE 3887
23 april 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 2891

Conclusie AG: Facebook kan worden verplicht tot verwijderen commentaar

4 jun 2019, IEFBE 2891; ((Eva Glawischnig-Piesczek tegen Facebook Ireland Limited)), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-facebook-kan-worden-verplicht-tot-verwijderen-commentaar

Conclusie AG HvJ EU 4 juni 2019, IEF 18501, IEFbe2891, IT 2790 (Eva Glawischnig-Piesczek tegen Facebook Ireland Limited) Volledige tekst arrest volgt. Facebook kan ertoe worden verplicht alle commentaar op te sporen en te identificeren dat identiek is aan smadelijk commentaar dat onwettig is bevonden. Dat geldt ook voor commentaar dat qua betekenis verwant is, mits het van dezelfde gebruiker afkomstig is. In dit geval wordt de vraag of Facebook er ook toe kan worden verplicht het betrokken commentaar wereldwijd te verwijderen, niet door het aangevoerde Unierecht geregeld.

Eva Glawischnig-Piesczek, die lid was van de Nationalrat (federaal parlement van Oostenrijk), fractievoorzitter van die Grünen („de Groenen”) in het parlement en federaal woordvoerder van die partij, heeft de Oostenrijkse rechters gevraagd om Facebook bij beschikking in kort geding te gelasten een einde te maken aan de publicatie van smadelijke commentaar. Een gebruiker van Facebook had op zijn persoonlijke pagina namelijk een artikel gedeeld uit het Oostenrijkse onlinemagazine oe24.at, getiteld „De Groenen: vóór het behoud van een minimuminkomen voor vluchtelingen”. Door die posting verscheen op Facebook een „thumbnail” van de website oe24.at, met de titel en een korte samenvatting van het artikel, alsook met een foto van Glawischnig-Piesczek. Die gebruiker had dat artikel bovendien voorzien van een voor deze laatste vernederende commentaar. Alle Facebookgebruikers hadden toegang tot die inhoud.

IEFBE 2889

Calvin Klein maakt geen inbreuk op IE-rechten Diesel

27 mei 2019, IEFBE 2889; ECLI:NL:RBDHA:2019:5189 (Diesel tegen Calvin Klein), https://www.ie-forum.be/artikelen/calvin-klein-maakt-geen-inbreuk-op-ie-rechten-diesel

Rechtbank Den Haag 22 mei 2019, IEF 18490, IEFbe 2889; ECLI:NL:RBDHA:2019:5189 (Diesel tegen Calvin Klein) Merkenrecht. Auteursrecht. Vernietiging inschrijving. Inbreuk. Diesel is een onderneming die zich bezig houdt met casual kleding, waaronder jeans. In hun collecties zit standaard het 5-pocketmodel. Bij dit model wordt op de zogenoemde ‘coin pocket’ een label met woord-/beeldmerk van Diesel aangebracht (hierna: het positiemerk). Calvin Klein is eveneens een modeconcern dat jeans voorziet van een label op de coin pocket. Diesel stelt dat dit een inbreuk is op haar merk- en auteursrechten. In reconventie vordert Calvin Klein nietigverklaring van het positiemerk. Deze vordering slaagt nu het positiemerk van huis uit het vereiste onderscheidend vermogen mist, en ook inburgering niet overtuigend bewezen kan worden. Voor zover de plaatsing van het merk als een 'werk' in de zin van de auteurswet moet worden aangemerkt, zijn er te veel verschillen om te kunnen spreken van overeenstemmende totaalindrukken. De vorderingen van Diesel worden dus afgewezen. Het positiemerk wordt nietig verklaard, en Diesel wordt veroordeeld in de proceskosten.

IEFBE 2888

Uitspraak ingezonden door Anthony Van der Planken en Thierry van Innis, Van Innis & Delarue

EUIPO wijst vordering nietigverklaring rode zool af

EUIPO - BHIM - OHMI 22 mei 2019, IEFBE 2888; (Van Haren tegen Louboutin), https://www.ie-forum.be/artikelen/euipo-wijst-vordering-nietigverklaring-rode-zool-af

EUIPO 22 mei 2019, IEF 18484, IEFbe 2888; (Van Haren tegen Louboutin) In navolging van de rechtbank Den Haag [IEF 18217] heeft het EUIPO de door Van Haren ingestelde vordering tot nietigverklaring van het Uniemerk voor de rode zool afgewezen. Het EUIPO oordeelt dat:
(i)  de nieuwe nietigheidsgrond bepaald in artikel 7(1)(e)(iii) van de Uniemerkenverordening niet van toepassing is op merken gedeponeerd vóór de inwerkingtreding van deze nieuwe nietigheidsgrond;
(ii) de rode zool hoe dan ook niet onder deze nieuwe nietigheidsgrond valt, nu de rode zool geen wezenlijke waarde aan de waar geeft.
Zie ook: IEF 17759; IEF 17487; IEF 17209; IEF 16890; IEF 15786; IEF 15746; IEF 14828; IEF 13716; IEF 12902 en IEF 12573.

IEFBE 2887

Uitspraak ingezonden door Bart Van Besien, Finnian & Columba

Domeinnaam brandweer.be is wederrechtelijk geregisteerd

Gent - Gand 8 apr 2019, IEFBE 2887; (Belgische Staat tegen Brandweer ivzw), https://www.ie-forum.be/artikelen/domeinnaam-brandweer-be-is-wederrechtelijk-geregisteerd

Hof van Beroep Gent 8 april 2019 2018/RK/2 (Belgische Staat tegen Brandweer ivzw) Domeinnaamrecht. De Belgische Staat startte in 2017 een procedure om de domeinnaam brandweer.be  te verkrijgen. Deze domeinnaam was sinds 2008 in handen van een organisatie die zichzelf bestempelde als een 'private brandweerdienst met publieke dienstverlening' en later als een 'ivzw van publiek recht'. De procedure was gebaseerd op de artikelen XVII.23 WER en XII.22-23 WER (dus geen arbitrage via Cepani, IEFbe 2562). Brandweer ivzw heeft de domeinnaam brandweer.be wederrechtelijk geregisteerd. Overdracht aan de Belgische Staat wordt bevolen.

IEFBE 2886

Conclusie AG: klachten octrooi met ondergrens voor boor in staalplaat ongegrond

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 19 apr 2019, IEFBE 2886; ECLI:NL:PHR:2019:510 (Tata Steel IJmuiden tegen ArcelorMittal France), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-klachten-octrooi-met-ondergrens-voor-boor-in-staalplaat-ongegrond

Conclusie AG HR 19 april 2019, IEF 18476, IEFbe 2886; ECLI:NL:PHR:2019:510 (Tata Steel IJmuiden tegen ArcelorMittal France) Octrooirecht. Deze octrooizaak gaat over de beschermingsomvang van EP 0 971 044 B1 (hierna: EP 044 of het octrooi), waarvan ArcelorMittal houdster is, voor een bepaald soort staalplaat met hoge treksterkte, zie ook [IEF 16130]. Het octrooi vermeldt in de conclusies als ondergrens voor het element boor in de staalsamenstelling >0,0005 gewichtsprocenten (hierna: wt%). Tata Steel zoekt in deze zaak zekerheid alvorens de markt te betreden voor staal met een bepaald gewichtspercentage boor (clearing the way in jargon) en vordert daartoe brede verklaringen voor recht, onder meer inhoudend dat met staalplaten met minder dan 0,00045 wt% boor die verder wel aan de kenmerken van de conclusies van EP 044 beantwoorden, niet onder de beschermingsomvang van EP 044 wordt gekomen.  AG acht alle klachten van Tata Steel - juiste maatstaf voor de beschermingsomvang is miskend, uitvindingsgedachte is niet als gezichtspunt maar als uitgangspunt gehanteerd en weginterpreteren van het conclusiekenmerk van de boor-ondergrens - ongegrond.

IEFBE 2885

Niet enkel lovende aard ten grondslag aan betwist merk

HvJ EU - CJUE 15 mei 2019, IEFBE 2885; ECLI:EU:C:2019:406 (VM tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/niet-enkel-lovende-aard-ten-grondslag-aan-betwist-merk

HvJ EU 15 mei 2019, IEF 18472, IEFbe 2885; ECLI:EU:C:2019:406 (VM tegen EUIPO) In 2009 heeft VM Vermögens-Management bij EUIPO een Uniemerkaanvraag ingediend krachtens verordening nr. 207/2009 voor woordteken 'Vermögensmanufaktur'. Interveniënte in eerste aanleg, DAT Vermögensmanagement, diende bij EUIPO een vordering tot nietigverklaring van het betwiste merk in. VM voert zes middelen aan, waaronder schending van artikel 65, leden 2 en 3, van verordening nr. 207/2009, in samenhang met artikelen 17 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Schending van artikel 36, eerste zin, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Hogere voorziening wordt in geheel afgewezen. Het argument van VM dat het gerecht blijk gaf van onjuiste rechtsopvatting door te stellen dat het betwiste merk onderscheidend vermogen miste, alleen omdat de uitdrukking Vermögensmanufaktur een lovende verwijzing is, berust op een onjuiste lezing van het bestreden arrest.

IEFBE 2884

Conclusie AG naburige rechten Spedidam

HvJ EU - CJUE 16 mei 2019, IEFBE 2884; ECLI:EU:C:2019:423 (Spedidam), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-naburige-rechten-spedidam

Conclusie AG 16 mei 2019, IEF 18469, IEFbe 2884; ECLI:EU:C:2019:423 (Spedidam) Is het toelaatbaar dat een lidstaat in zijn wetgeving inzake het auteursrecht voorziet in een vermoeden dat de uitvoerend kunstenaar van een bepaald werk een openbare instelling die tot taak heeft audiovisuele opnamen te bewaren, toestemming heeft gegeven om het werk te publiceren en indien nodig, te exploiteren door middel van een stilzwijgende overdracht van de rechten van de uitvoerend kunstenaar? Dat is de kernvraag waar het in dit verzoek om een prejudiciële beslissing om gaat.

IEFBE 2882

HvJ EU: Gebruik van tekens die een voorstelling van de aan de BOB verbonden regio kunnen oproepen, kan onrechtmatig zijn

HvJ EU - CJUE 2 mei 2019, IEFBE 2882; ECLI:EU:C:2019:344 (Queso manchego), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-gebruik-van-tekens-die-een-voorstelling-van-de-aan-de-bob-verbonden-regio-kunnen-oproepen-kan

HvJ EU 2 mei 2019, IEF 18458; IEFbe 2882; RB 3313; C-614/17; ECLI:EU:C:2019:344 (Queso manchego) Gebruik van tekens die een voorstelling van de aan de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) verbonden regio kunnen oproepen – Begrip ‚normaal geïnformeerde en redelijk oplettende gemiddelde consument’ – Europese consumenten of consumenten van de lidstaat waar het product met de BOB wordt vervaardigd en hoofdzakelijk wordt geconsumeerd. Gebruik van een beeldmerk dat een beeld oproept van het geografisch gebied waarmee een BGA is geassocieerd kan onrechtmatig zijn. HvJ EU:

1)      Artikel 13, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen moet aldus worden uitgelegd dat het gebruik van beeldtekens een voorstelling van een geregistreerde benaming kan oproepen.

IEFBE 2881

Registratie NEYMAR door derde partij die niet wist van de 'rising star in football', ongeldig

Gerecht EU - Tribunal UE 14 mei 2019, IEFBE 2881; ECLI:EU:T:2019:329 (Neymar), https://www.ie-forum.be/artikelen/registratie-neymar-door-derde-partij-die-niet-wist-van-de-rising-star-in-football-ongeldig

Gerecht EU 14 mei 2019, IEF 18456; IEFbe 2881; T-795/17; ECLI:EU:T:2019:329 (NEYMAR) Merkenrecht. Het Gerecht EU bevestigd dat de registratie van het woordmerk NEYMAR door een derde partij ongeldig is. De aanvrager geeft toe dat hij wist van het bestaan van Mr. Da Silva Santos Júnior, maar niet wist dat de Braziliaanse voetballer een 'rising star in football' was wiens talent internationaal bekend was. Hij claimt dat dit nog niet in Europa bekend was. Het EUIPO bewijst dat er veel over hem was gepubliceerd tussen 2009 en 2012 met name in Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.

IEFBE 2883

Conclusie AG: AirBnB is een dienst van de informatiemaatschappij en kan niet worden beperkt

HvJ EU - CJUE 30 apr 2019, IEFBE 2883; ECLI:EU:C:2019:336 (AirBnB), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-airbnb-is-een-dienst-van-de-informatiemaatschappij-en-kan-niet-worden-beperkt

Conclusie AG HvJ EU 30 april 2019, IT 2777; IEFbe 2883; ECLI:EU:C:2019:336; C-390/18 (AirBnB) Het aanbieden van een dienst bestaande uit het koppelen, via een electronisch platform, van potentiële gasten met hosts voor korte-termijn accommodatie waarbij de dienstverlener geen controle heeft over de procedures bij die dienst, maakt dat het een dienst is van de informatiemaatschappij. Een lidstaat kan geen beperkingen opleggen die het vrij verkeer van deze dienst.