AG: niet ieder gebruik van beschermde zuivelbenaming in ‘aanduiding’ is verboden

Conclusie AG 12 april 2019, IEF 18454, IEFbe 2880, LS&R 1707, RB 3312; ECLI:NL:PHR:2019:378 (Sojayoghurt) Eiseres is de brancheorganisatie van de Nederlandse zuivelindustrie. Verweerster verzorgt op de Nederlandse markt de verkoop van de sojaproducten die onder het merk X worden verhandeld. Op 30 mei 2012 werd verweerster door de rechtbank Breda in kort geding veroordeeld om het gebruik van het woord yoghurt in publicaties en reclame-uitingen over haar product Mild & Creamy te staken. Het arrest van het hof betrof o.a. de vraag of verweerster door het gebruik van zuivelbenamingen onrechtmatig heeft gehandeld en haar sojaproducten op misleidende wijze heeft gepresenteerd. De AG concludeert onder andere dat de opgesomde zinsneden, bewoordingen, woordcombinatie e.d. sterk feitelijk van aard zijn. Daar kan het HvJEU weinig mee. Een verwijzing moet gaan over rechtsvragen. De belangrijkste rechtsvraag is of de opvatting van eiseres juist is: ieder gebruik van een beschermde zuivelbenaming in een ‘aanduiding’ op grond van punt 5 is verboden. Het antwoord op die vraag is ontkennend. Dat blijkt uit het systeem van de regeling en aangehaalde buitenlands uitspraken, waaronder die van het Brusselse Hof van Beroep. Nu hierover nauwelijks redelijke twijfel kan bestaan is, een verwijzing om die kwestie voor te leggen niet noodzakelijk.
Uitspraak ingezonden door Katelijn van Voorst van Foxwaldmeister en Bas de Jong van Jelsma De Jong.
Naam redlights is niet zuiver beschrijvend

Vrz. Rechtbank Amsterdam 7 mei 2019, IEF 18445, IT 2774, IEFbe 2879; ECLI:NL:RBAMS:2019:5471 (Link Media tegen Siteways) Handelsnaamrecht. Eiser Link Media exploiteert sinds 2009 een online advertentieplatform voor betaalde seks onder de domeinnaam redlights.be. In juni 2015 is Link Media BVBA ten behoeve van de Nederlandse markt eenzelfde soort platform begonnen met de domeinnaam redlights.nl. Op 29 juli 2016 is Siteways opgericht, zij houdt zich eveneens bezig met het beheren en exploiteren van advertentieplatforms voor betaalde seks, onder meer onder de naam redlight.nl. Link Media vordert het gebruik van het teken redlight en redlights te staken en gestaakt te houden. Siteways heeft aangevoerd dat enkel verwarringsgevaar te weinig is om gebruik van de naam redlight te verbieden omdat de naam alleen beschrijvend van aard zou zijn. De benamingen zijn niet zuiver beschrijvend voor een advertentieplatform op dit gebied. Ook op deze beperktere beschermingsomvang wordt een inbreuk gemaakt. Siteways zal het gebruik van de naam moeten staken.
Conclusie AG: criteria modellenbescherming niet toepassen op auteursrechtelijke bescherming

Conclusie AG 2 mei 2019, IEF 18448, IEFbe 2878; ECLI:EU:C:2019:363 (Cofemel tegen G-Star Raw CV) Auteursrecht. Modellenrecht. G-Star stelde dat verzoekster inbreuk maakte op zijn auteursrecht door o.a. identieke kledingstukken. Cofemel bracht in dat de kledingstukken geen ‘artistieke creaties in juridische zin’ zijn, aangezien ze niet oorspronkelijk zijn en niet bekend is aan wie de desbetreffende auteursrechten toebehoren.
In tweede aanleg kwamen rechters tot de conclusie dat de broeken van het model ARC en het grafisch ontwerp van het model ROWDY auteursrechtelijk moeten worden beschermd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2(1)i van het Portugees wetboek van auteursrechten en de naburige rechten (hierna: CDADC). Gelet op de vernieuwende aard en oorspronkelijkheid ervan, evenals hun esthetische waarde, die vrucht is van de intellectuele schepping door de auteur ervan. Verzoekster Cofemel stelde cassatieberoep in bij de verwijzende rechter [IEF 17471].
Promotieonderzoek auteursrecht in een digitale omgeving

Op 28 mei verdedigt Simon Geiregat zijn proefschrift ´Uitputting van het auteursrecht in een digitale omgeving´ aan de Universiteit Gent. In deze dissertatie geeft hij een analyse van de beschikkingsmogelijkheden van de eerste verkrijger van een auteursrechtelijk beschermd digitaal werk.
Frank Verbruggen & Sofie Royer - Reconsidering the blanket-data-retention-taboo, for human rights’ sake?

Reconsidering the blanket-data-retention-taboo, for human rights’ sake?
Belgian Constitutional Court offers CJEU chance to explain its puzzling Tele2 Sverige AB-decision
Compulsory retention, by ICT-providers, of all non-content user and traffic data, to ensure that that data will be available for subsequent use by law enforcement or intelligence, has been a controversial issue in the EU for several years now. On 19 July 2018 the Belgian Constitutional Court requested a preliminary ruling from the CJEU. Basically, it asks the EU Court to further clarify its earlier case law. The Belgian constitutional judges indicate that they find some aspects of the CJEU’s previous decisions puzzling and they also offer a new angle by explicitly linking the matter to the positive obligations of member states under the European Convention on Human Rights. The implied suggestion seems that the CJEU did not give those obligations enough weight when it found blanket data retention obligations disproportionate. Could this and other considerations push the CJEU to adjust its position as it continues to search for a legal regime that finds the right balance between data protection with law enforcement and intelligence interests?
Klik hier voor het hele artikel. Het inleidende deel is ook opgenomen in het nieuwe nummer van Data Cybersecurity & Privacy.
Bestel nu 'De Europese informatierechtsorde' van Egbert Dommering

Bestel nu het nieuwe boek van Egbert Dommering, getiteld 'De Europese informatierechtsorde'. Aan de hand van de rechtspraak, wetswijzigingen en meest relevante literatuur van de afgelopen 10 jaar, beschrijft Dommering de ontwikkelingen die gedurende die periode hebben plaatsgevonden op het gebied van het informatierecht. Een ontwikkeling die, gezien de maatschappelijke veranderingen waarbij steeds meer afhankelijkheid van het internet ontstaat, belangrijker is dan ooit.
Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei

Mag een bank de gegevens van een van haar klant opnemen in haar incidentenregister na een klein voorval [IT 2749]? Moet een bank gegevens verstrekken van haar klanten wanneer iemand door die klanten is opgelicht via Marktplaats [IT 2734]? Is er spoedeisend belang bij een vordering tot verwijdering van een BKR-registratie [IT 2722]? Financiële instellingen worden in toenemende mate geconfronteerd met privacy vraagstukken. Hoe oordelen rechters hierover? Tijdens de Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei zullen deze en andere ontwikkelingen de revue passeren.
Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 29 mei

Uiteraard is het verboden om ongerechtvaardigd voordeel te trekken uit het merk van een ander. Maar geldt dit ook als dat merk waaruit je voordeel trekt een testlabel is? Het Hof van Justitie heeft hier inmiddels uitspraak over gedaan [IEF 18390]. Ook de vraag of nieuwe merkenregels de nietigheid veroorzaken van oude 'kenmerk-merken' is inmiddels door het Hof beantwoord [IEF 18297]. Kortom: er zijn weer knopen doorgehakt in recente jurisprudentie. Benieuwd welke gevolgen dit heeft voor toepasselijke beschermingsregimes? Kom naar de Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 29 mei!
Het tweede nummer van Data, Cybersecurity & Privacy komt eraan!

Binnenkort verschijnt het tweede nummer van ons nieuwe magazine Data, Cybersecurity & Privacy alweer!
Met daarin onder andere:
- Een interview met Shoshana Zuboff over haar nieuwe boek The Age of Surveillance Capitalism
- Wouter Seinen & Andre Walter (Baker McKenzie) over 'cookie walls'
- Quinten Kroes & Joost van Eymeren (Brinkhof) over de ePrivacy Verordening
- The Legal Look door Victor de Pous
- Een interview met Cyber Generaal Dick Berlijn door Roel van Rijsewijk
- Een column van filosoof Hans Schnitzler
en meer!
Neem nu een abonnement en betaal slechts €47,50 i.p.v. €95! Klik hier om je aan te melden.
Let op, deze actie geldt slechts t/m 31 mei 2019!
Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei

Slachtoffers of nabestaanden van noodlottige gebeurtenissen hebben veelal geen behoefte aan publiciteit die rond een voor hen noodlottig voorval ontstaat. Dit kwam onder andere naar voren in een zaak bij het Hof Den Haag eind vorig jaar [IT 2744], waar een slachtoffer van een auto ongeval wilde opkomen tegen berichtgeving over de rechtszaak die hierop volgde, en in een zeer recente zaak voor de Rechtbank Amsterdam [IT 2750], waar nabestaanden van een slachtoffer van moord bezwaar hadden tegen (bepaalde passages uit) een boek over het slachtoffer. Welke argumenten vonden gehoor bij de rechters in deze zaken? Dit, en meer, komt aan de orde tijdens de Jurisprudentielunch Privacyrecht, onder leiding van Peter Blok, op dinsdagmiddag 14 mei in Amsterdam.