Arrest in strijd met Wetboek van inkomstenbelasting
Hof van Cassatie van België 17 januari 2022, IEFbe 3602; F.18.0011.F (P.B. tegen Belgische Staat) Uit het Wetboek van inkomstenbelasting volgt dat de inkomsten uit de roerende goederen van de belastingplichtige slechts als beroepsinkomsten mogen worden belast indien deze goederen zijn bestemd voor de uitoefening van zijn beroepsactiviteit. Het arrest, waarin is geoordeeld dat "de kwalificatie als beroepsinkomsten wel degelijk voortvloeit uit het rechtstreekse verband tussen de betrokken bedragen, met inbegrip van de auteursrechten, en het beroep van scenarioschrijver en regisseur van audiovisuele producties" van eiser en dat "het derhalve niet nodig is, aangezien deze bepaling door de belastingdienst niet is toegepast, om in te gaan op de opmerkingen van eiser over artikel 37 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, waarop verweerder zich in zijn betoog in hoger beroep beroept", is in strijd met het Wetboek van inkomstenbelasting. Het bestreden arrest wordt vernietigd.