IEFBE 3923
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
IEFBE 3942
14 juli 2025
Uitspraak

Gedeeltelijke vernietiging EUIPO-beslissing wegens motiveringsgebrek over homogene categorie ontluchtingskappen

 
IEFBE 3941
14 juli 2025
Uitspraak

Hof van beroep te Brussel verklaart capsule vormmerk van Nestlé nietig

 
IEFBE 2968

Handhaving geschillen auteursrecht en contractuele aansprakelijkheid is aan nationale wetgever

HvJ EU - CJUE 12 sep 2019, IEFBE 2968; (IT Development tegen Free Mobile), https://www.ie-forum.be/artikelen/handhaving-geschillen-auteursrecht-en-contractuele-aansprakelijkheid-is-aan-nationale-wetgever

HvJ EU 12 september 2019, IEF 18757, IT 2905, IEFbe 2968;C‑666/18 (IT Development tegen Free Mobile) Free Mobile is aanbieder van mobiele telefonie en licentiehouder van het computerprogramma “ClickOnSite“. Het auteursrecht van “ClickOnSite“ berust bij de vennootschap IT Development. De licentiehouder heeft zonder toestemming van de auteursrechthebbende wijzigingen in het computerprogramma aangebracht. De houder van het auteursrecht op dat computerprogramma heeft de licentiehouder vervolgens gedagvaard. De vordering in eerste aanleg was gebaseerd op de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en werd afgewezen. De Franse  appelrechter twijfelt of de gedraging van geïntimeerde een inbreuk op het op het programma rustende auteursrecht vormt ofwel een tekortkoming in de nakoming vormt. Naar Frans recht kan een vordering uit onrechtmatige daad slechts worden ingesteld indien tussen partijen geen contractsverhouding bestaat.

IEFBE 2966

Uitspraak ingezonden door Paul Maeyaert, Altius.

Geen inbreuk handelsnaamrecht wegens plaatsgebonden functie van hotels

Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 31 okt 2018, IEFBE 2966; (Morilo tegen Hotel Julien), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-handelsnaamrecht-wegens-plaatsgebonden-functie-van-hotels

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen 31 oktober 2018, IEF 18752, IEFbe 2966; A/18/3581 (Morilo tegen Hotel Julien) Morilo baat een hotel uit met de naam Hotel Julien in Antwerpen. Morilo stelt dat Hotel Julien inbreuk heeft gemaakt op haar handelsnaamrecht door het gebruik van 'Hotel Julien' voor een hotel in Den Bosch. Daarnaast zou sprake zijn van oneerlijke handelspraktijken. Morilo vordert staking van het gebruik van de naam 'Hotel Julien' en de inlassing van een melding van dit verbod op de website van Hotel Julien. In casu is noch voor wat betreft de genoemde handelsnaam, noch ten aanzien van de eerlijke marktpraktijken, inbreuk gepleegd. Hotels vervullen namelijk per definitie een plaatsgebonden functie. Bijgevolg is geen sprake van verwarringsgevaar. 

IEFBE 2965

Uitspraak ingezonden door Andreas Reygaert, Altius.

Belgisch 'Hotel Julien' tegen Nederlands 'Hotel Julien': geen verwarringsgevaar

Antwerpen - Anvers 12 sep 2019, IEFBE 2965; (Morilo tegen Hotel Julien), https://www.ie-forum.be/artikelen/belgisch-hotel-julien-tegen-nederlands-hotel-julien-geen-verwarringsgevaar

Hof van beroep Antwerpen 12 september 2019, IEF 18751, IEFbe 2965; 2018/AR/2322 (Morilo tegen Hotel Julien) Morilo baat een hotel uit Antwerpen dat grote bekendheid heeft verworven onder de naam Hotel Julien. Morilo is houdster van de domeinnaam hotel-julien.com. Het hotel is genoemd naar de zoon van de zaakvoerster van Morilo. Eind maart 2018 vernam Morilo dat in Den Bosch een nieuw hotel zou komen onder de naam Hotel Julien. Hotel Julien registreerde voor haar nieuw hotel onder meer de domeinnaam hoteljulien.nl. Zij dankt haar naam aan de voornaam van de architect van het gebouw. Tevens heeft zij het Benelux woordmerk 'Hotel Julien' gedeponeerd. Morilo acht dit een inbreuk op haar handelsnaamrecht en stelt dat sprake is van verwarring die is gecreëerd doordat het nieuwe hotel exact dezelfde naam gebruikt voor hetzelfde type hotel. In het algemeen wordt aangenomen dat het handelsnaamrecht is geschonden, indien sprake is van een gevaar voor verwarring. In het onderhavige geval is er geen sprake van verwarringsgevaar. Evenmin is er sprake van misleidende reclame. Hiermee is het vonnis in eerste aanleg bevestigd.

IEFBE 2963

Uitspraak ingezonden door Paul Maeyaert, Altius Advocaten.

Inbreuk op Jaguar en Land Rover door gebruik beeld- en woord-merk

27 jun 2019, IEFBE 2963; (JLR tegen Minerva), https://www.ie-forum.be/artikelen/inbreuk-op-jaguar-en-land-rover-door-gebruik-beeld-en-woord-merk

Voorzitter van de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 27 juni 2019, IEF 1874, IEFbe 2963; A/18/02888, (JLR tegen Minerva) JLR is een Britse producent van gezin-, sport-, en terreinwagens onder de merken Jaguar en Land Rover. JLR is titularis van een groot aantal merken die zijn ingeschreven voor voertuigen. In het bijzonder hebben deze betrekking op het woord Jaguar en de afbeelding van een springende jaguar. Minerva is een Belgische groothandelaar van fietsen en fietsuitrustingen, die actief is in een vijftiental landen. Minerva heeft fietsen op de markt gebracht onder het teken Jaguar. Het teken bestaat uit het woord Jaguar én het beeld van een sluipende panter, waarvan door Minerva oorspronkelijk was toegezegd dat het niet zou worden gebruikt. Het gebruik van het gewraakte complexe teken - directe combinatie van het woord Jaguar en het beeld van een jaguar -  door Minerva vormt in het economische verkeer een schending van de merkenrechten van JLR. Dit omdat sprake is van een onderscheidend vermogen en verwarringsgevaar bij het relevante publiek.

IEFBE 2964

ALAI European Author’s Right Award

ALAI European Author’s Right Award

In the spirit of inspiring the next generation of Intellectual Property experts, ALAI, with the support of GESAC, have launched an annual award for students.

The award, which ran its first edition in 2019, rewards the writer of the best essay that relates to authors’ rights. The essay should have a European dimension and include aspects related to the collective management of authors’ rights.

Students of all nationalities are welcome to apply. See here for the full eligibility criteria and prize details (French version).

This year’s winner will be selected by the following expert jury presided over by Prof. Frank Gotzen, President of ALAI:

  • Caroline Bonin, Head of Legal Affairs, SACEM
  • Gábor Faludi, outside Counsel for  Artisjus
  • Paul Torremans, Professor of Intellectual Property Law, University of Nottingham
  • Raquel Xalabarder, Catedràtica de Propietat Intel·lectual, Universitat Oberta de Catalunya

 

Timeline

17 November 2019

Deadline for students to write 1-page abstract on their essay

1 December 2019
Editorial Committee selects max. 10 abstracts that are eligible for the award

16 February 2020
Deadline for students to submit their essay into the designated format

1 April 2020
Editorial Committee selects winner(s)

Place and date TBC
Award ceremony

Application forms (French version), abstracts, essays and questions can be sent to alai.award@gesac.org.

ALAI is an independent learned society dedicated to studying and discussing legal issues arising in connection with the protection of the interests of creative individuals. Copyright and performing artists’ rights are today an integral part of fundamental human rights as enshrined in several international conventions, declarations and charters.

IEFBE 2962

Prejudiciële vragen over rol hostingdienstverlener

, IEFBE 2962; https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-over-rol-hostingdienstverlener

Oberster Gerichtshof 28 mei 2019, IEF 18739, IT 2893, IEFbe 2962 (Puls 4 TV tegen YouTube) Via MinBuza. Puls 4 TV exploiteert een Oostenrijkse televisiezender. YouTube is exploitant van het videoplatform www.youtube.com als hostingdienstverlener. YouTube maakt gebruik van “monetarisatie“ (het voorzien van geüploade videos van reclame), indien de gebruiker toestemming geeft. In het onderhavige geschil heeft YouTube de door Puls 4 TV gewraakte video’s steeds onmiddellijk verwijderd nadat zij per aanmaning in kennis was gesteld van de auteursrechtelijke bevoegdheden van Puls 4 TV. Puls 4 TV had YouTube verzocht om staking van het ter beschikking stellen van video’s die door Puls 4 TV geproduceerde audiovisuele werken bevatten. Volgens haar worden inbreuken op haar auteursrecht technisch gefaciliteerd door de monetarisatie van YouTube.

IEFBE 2961

Uitspraak ingezonden door Paul Maeyaert, Altius.

Inbreuk op auteursrechten software

Gent - Gand 4 feb 2019, IEFBE 2961; 2017/AR/665 (Autodesk en Microsoft Corporation tegen Aldera, Mini Flat en BSA), https://www.ie-forum.be/artikelen/inbreuk-op-auteursrechten-software

Hof van Beroep Gent 4 februari 2019, IEFbe 2961; 2017/AR/665 (Autodesk en Microsoft Corporation tegen Aldera, Mini Flat en BSA) Autodesk en Microsoft zijn softwareontwikkelaars en exploitanten van de intellectuele eigendomsrechten op bepaalde softwarepakketten. Beide bedrijven zijn lid van BSA, een non-profit-handelsorganisatie die belangen van de softwaremarkt en hardwarepartners verdedigt. Aldera en Mini Flat houden zich bezig met verandabouw. BSA heeft Aldera gewaarschuwd voor het gebruik van software zonder licentie. Aldera en Mini Flat hebben zich ingeschreven voor de legalisatieprocedure van BSA. Door de gerechtsdeurwaarder is een proces-verbaal van beslag inzake namaak opgesteld. Autodesk en Microsoft stellen dat inbreuk is gemaakt op hun auteursrechten door onder meer Aldera en Mini Flat. Dit is door het hof gegrond verklaard.

IEFBE 2960

Artikel ingezonden door Paul Geerts, RUG.

Paul Geerts - noot onder HvJ EU Funke Medien en Spiegel Online

HvJ EU Funke Medien [IEF 18623] en Spiegel Online [IEF 18644]: geen pyrrusoverwinning voor de informatievrijheid

1. Op 29 juli jl. heeft het HvJ EU twee belangrijke auteursrecht arresten gewezen (1).  In die arresten is veel beslist. In deze bijdrage sta ik alleen stil bij het oordeel van het Hof dat het auteursrechtelijke systeem van beperkingen een gesloten systeem is. Maar: hoe gesloten is gesloten?

2. Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het oordeel van het Hof betreur. Mijn voorkeur gaat uit naar een open systeem van beperkingen en dat betekent dat ik mij veel meer voel aangesproken door de benadering die de Hoge Raad in zijn Dior/Evora-arrest heeft gevolgd (2).  Het Hof wil van zo’n fair-use-achtig-systeem niets weten omdat (i) een juist evenwicht tussen het auteursrecht en andere grondrechten al in de Auteursrechtrichtlijn (Arl) zelf is gelegen, en (ii) het toelaten van beperkingen die niet onder de in art. 5 Arl uitputtend opgesomde beperkingen vallen, de effectiviteit van de door de Arl tot stand gebrachte harmonisatie van het auteursrecht in gevaar brengt.

IEFBE 2959

HvJ EU: hostingprovider kan gelast worden informatie te verwijderen

HvJ EU - CJUE 3 okt 2019, IEFBE 2959; ECLI:EU:V:2019:821 (Glawischnig-Piesczek tegen Facebook), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-hostingprovider-kan-gelast-worden-informatie-te-verwijderen

HvJ EU 3 oktober 2019, IT 2887, IEFbe 2959; ECLI:EU:V:2019:821 (Glawischnig-Piesczek tegen Facebook) Naar aanleiding van een artikel van een Oostenrijks online-magazine, dat via een persoonlijk Facebook-account door een gebruiker is gedeeld en waarin het beleid van “die Grünen“ werd afgekeurd, vordert Glawschig-Piesczek (fractievoorzitter voor “die Grünen“ in de Oostenrijkse Nationalrat) verwijdering van het commentaar en daarmee overeenstemmende uitlatingen door Facebook, omdat het haar eer aantast. Overeenkomstig de richtlijn inzake elektronische handel is het verboden om de hostingprovider een algemene verplichting op te leggen om toezicht te houden op door hen opgeslagen informatie of actief naar aanwijzingen voor onwettige activiteiten te zoeken. Niet verboden is het om een hostingprovider te gelasten informatie te verwijderen dan wel de toegang daartoe onmogelijk te maken, die: (i)  identiek is aan eerder onwettig verklaarde informatie, (ii) inhoudelijk overeenstemt met eerder onwettig verklaarde informatie, mits het toezicht op en het onderzoek van de informatie op grond van een dergelijk bevel is beperkt tot boodschap overbrengende informatie waarvan de inhoud in wezen gelijk blijft aan de onwettig verklaarde inhoud, (iii) wereldwijd toegankelijk is, behoudens de grenzen van het relevante internationale recht waarmee de lidstaten rekening moeten houden.