DOSSIERS
Alle dossiers

Marktpraktijken - Pratiques du commerce  

IEFBE 2516

eSURGIE is verwarringstichtende handelsnaam naam en niet de voorzetting van mislukte startup SURGIE

Antwerpen(afd. Tongeren) - Anvers(div. Tongres) 2 feb 2018, IEFBE 2516; (dLive tegen Surgie), https://www.ie-forum.be/artikelen/esurgie-is-verwarringstichtende-handelsnaam-naam-en-niet-de-voorzetting-van-mislukte-startup-surgie

Voorz. Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afd. Tongeren, 2 februari 2018, IEFbe 2516 (dLive tegen Surgie) Handelsnaam. Oneerlijke handelspraktijk. Mislukken startupproject SURGIE. SURGIE wenste dmv een onlineplatform beeldcaptatie van medische ingrepen in virtual reality ter beschikking te stellen. Het minimaal leefbaar product zou een hardware platform en een web-based streaming platform zijn. De partijen verwijten elkaar van het mislukken. Er werd een nieuwe vennootschap opgericht (dLIVE) met de handelsbenaming 'eSURGIE', nagenoeg hetzelfde logo e.d., gebruikmakend van gefilmde operatie van SURGIE, en op haar twitteraccount zich presenteerde als opvolger. Inbreuk op artikel VI.104 WER door dLIVE met verwarringstichtende handelsnaam en mededeling op twitter. Staking om namen (e)SURGIE te gebruiken. Anderzijds een verbod voor SURGIE om (potentiële) zakenrelaties en cliënteel te benaderen om dLIVE zwart te maken of afbrekende gegevens te delen.

IEFBE 2517

Conclusie ingezonden door Lisbeth Depypere, Veerle Raus, CMS.

OHP-richtlijn niet van toepassing op handelspraktijken die worden geregeld door voorschriften van de stofzuigerverordening die de betrokken handelaars geen handelingsvrijheid laten

HvJ EU - CJUE 22 feb 2018, IEFBE 2517; ECLI:EU:C:2018:95 (Dyson tegen BSH), https://www.ie-forum.be/artikelen/ohp-richtlijn-niet-van-toepassing-op-handelspraktijken-die-worden-geregeld-door-voorschriften-van-de

Conclusie AG HvJ EU 22 februari 2018, IEFbe 2517; RB 3113; ECLI:EU:C:2018:95; C‑632/16 (Dyson tegen BSH) Op verzoek van de rechtbank van koophandel Antwerpen (België). Van de inzenders: Toepassingsgebied richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Geen misleidende omissie. Kort samengevat, adviseert Advocaat-generaal Saugmandsgaard Øe het Hof van Justitie om te oordelen dat de richtlijn oneerlijke handelspraktijken (2005/29) niet van toepassing is op de specifieke aspecten van handelspraktijken die door voorschriften van de stofzuigerverordening (665/2013) worden geregeld, aangezien deze geen handelingsvrijheid laat aan de betrokken handelaars, zoals de verplichting om een specifiek energie-etiket te gebruiken.

IEFBE 2513

Uitspraak aangebracht door Eric De Gryse, Simont Braun.

Producent spanplafonds met digitale prints vermeld certificaten, misleidende marktpraktijken

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 5 mrt 2018, IEFBE 2513; (Mona Visa tegen Normalu), https://www.ie-forum.be/artikelen/producent-spanplafonds-met-digitale-prints-vermeld-certificaten-misleidende-marktpraktijken

Hof van beroep Gent 5 maart 2018, IEFbe 2513 (Mona Visa tegen Normalu) Misleidende marktpraktijken, stakingsvorderingen en dwangsommen. Normalu plaatst spanplafonds van PVC van haar merk Barrisol. Mona Visa plaatst deze ook, met een mogelijkheid tot digitale prints voor een unieke plafondschildering of wandtekening. Op Mona Visas website stond een conformiteitscertificaat dat gold tot 14 april 2013; in een brochure verwijst ze naar nog 6 certificaten; beweert dat er koud geplaatst kon worden, dat de plafonds 100% PVC-vrij zijn, bevatten de vergelijkende tabellen onjuistheden, vermelding dat haar spanplafonds 15 keer sterker zijn, en een vermelding van 250.000 perforaties per vierkante meter. De voorzitter, Rb van KH Gent, afdeling Kortrijk 4 augustus 2016 [IEFbe 2515], wees de staking en dwangsommen toe. Het hof bevestigt het bestreden vonnis.

IEFBE 2313

Oneerlijke marktpraktijken Thuisverpleging Pajozorg jegens Schakel Thuisverpleging

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 31 okt 2016, IEFBE 2313; (Schakel tegen Pajozorg), https://www.ie-forum.be/artikelen/oneerlijke-marktpraktijken-thuisverpleging-pajozorg-jegens-schakel-thuisverpleging

Hof van beroep Brussel 31 oktober 2016, IEFbe 2313 (Schakel tegen Pajozorg) Oneerlijke marktpraktijken. Appellante is actief op het vlak van de geneeskundige verzorging aan huis en aanverwante diensten in Vlaams-Brabant en Brussel. X heeft 'De Schakel Thuisverpleging Pajottenland/Dilbeek' opgezet met een logo dat zeer lijkt op die van appellante. Dit is vervolgens veranderd in 'Thuisverpleging Pajozorg' en het logo werd tevens aangepast. Appellante houdt voor dat geïntimeerde zich schuldig maakt aan slechtmaking en laster van appellante in de regio. Geïntimeerde zou bewust onjuiste berichten en geruchten verspreiden, onder meer het gerucht dat appellante niet meer zou bestaan. Verder zouden verpleegkundigen van appellante worden achtervolgd door medewerkers van geïntimeerde om te kijken welke patiënten er door appellante worden behandeld. Deze patiënten en vaak ook hun kinderen worden vervolgens op alle mogelijke manieren benaderd en zelfs lastig gevallen en onder druk gezet om over te stappen van appellante naar geïntimeerde. Geïntimeerde betwist dit. Het hof stelt dat geïntimeerde inbreuk pleegt door op onrechtmatige wijze samen te werken met dienstverleners van appellante en door zich schuldig te maken aan derdemedeplichtigheid aan hun contractbreuk, op onrechtmatige wijze cliënteel af te werven van appellante en door verwarring te stichten met de onrechtmatig aan te haken bij de reputatie van appellante.

IEFBE 2289

HvJ EU: Praktijken van een incassobedrijf vallen onder 'product'-begrip uit OHP-Richtlijn

HvJ EU - CJUE 20 jul 2017, IEFBE 2289; ECLI:EU:C:2017:573 (Gelvora), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-praktijken-van-een-incassobedrijf-vallen-onder-product-begrip-uit-ohp-richtlijn

HvJ EU 20 juli 2017, IEFbe 2289; RB 2926; C-357/16; ECLI:EU:C:2017:573 (Gelvora) Oneerlijke handelspraktijken – Richtlijn 2005/29/EG – Werkingssfeer – Incassobedrijf – Consumentenkrediet – Cessie van schuldvordering – Aard van de juridische verhouding tussen het bedrijf en de debiteur – Artikel 2, onder c) – Begrip ‚product’ – Invorderingsmaatregelen die parallel met het optreden van een gerechtsdeurwaarder worden toegepast. Antwoord:

[richtlijn oneerlijke handelspraktijken] moet aldus worden uitgelegd dat de juridische verhouding tussen een incassobedrijf en een schuldenaar die in gebreke is gebleven bij de nakoming van een consumentenkredietovereenkomst, waarbij de schuldvordering aan het incassobedrijf is gecedeerd, binnen de werkingssfeer ratione materiae van deze richtlijn valt. De praktijken die een dergelijk bedrijf toepast om haar schuldvordering in te vorderen, vallen onder het begrip „product” in de zin van artikel 2, onder c), van deze richtlijn. In dit verband doet de omstandigheid dat de schuld is bevestigd door een rechterlijke beslissing, en dat die beslissing aan een gerechtsdeurwaarder is verstrekt voor tenuitvoerlegging, niet ter zake.

IEFBE 2229

Logo PUUR BROOD met croissant maakt inbreuk op merk Konditori met croissant

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 31 mrt 2015, IEFBE 2229; (Konditori tegen X), https://www.ie-forum.be/artikelen/logo-puur-brood-met-croissant-maakt-inbreuk-op-merk-konditori-met-croissant

Rechtbank van Koophandel Antwerpen 31 maart 2015, IEF 16905; IEFbe 2229 (Konditori tegen X) Merkenrecht. Auteursrecht. Konditori heeft een warme bakkerij met als merk 'konditori' met een croissant erboven. X loopt stage bij Konditori en begint daarna zijn eigen koud bakkerij met als teken 'puur brood' met een soortgelijke croissant. Konditori stelt dat X merkenrechtelijk inbreuk maakt, auteursrechtelijk vanwege het litigieuze teken, litigieuze teksten van haar website en door het gebruik van het concept uitgewerkt door Konditori. Verder stelt Konditori dat sprake is van oneerlijke marktpraktijken. De rechtbank stelt dat sprake is van inbreuk op het merkenrecht nu de visuele overeenstemming zeer groot is en er sprake is van verwarringsgevaar bij het relevante publiek. Er is echter geen auteursrechtelijke bescherming op het logo met de croissant omdat het ontwerpen van een minimalistisch grafische voorstelling van een croissant vrij is. Tevens geen inbreuk op het concept nu de onderscheiden winkelruimtes zéér verschillen zijn. De aanvaarde merkenrechtelijke inbreuk heeft als gevolg dat eveneens een inbreuk op de marktpraktijken in de zin van artikel VI. 104 en 105 WER kan worden aanvaard.

Leestip: r.o. 16, 18, 27, 28 en 29.

IEFBE 2232

Hyperlink met "Böcker goederen" waarbij slechts concurrerende goederen worden aangeboden is niet toegestaan

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 24 jun 2015, IEFBE 2232; (Böcker tegen Euro Top), https://www.ie-forum.be/artikelen/hyperlink-met-b-cker-goederen-waarbij-slechts-concurrerende-goederen-worden-aangeboden-is-niet-toege

Rechtbank van Koophandel Brussel 24 juni 2015, IEF 16910; IEFbe 2232 (Böcker tegen Euro Top) Merkenrecht. Google metatags. Böcker is fabrikant van liften en kranen en houdster van het Gemeenschapsmerk "Böcker". Euro Top is verkoper en verhuurder van concurrerende merken. Böcker stelt dat Euro Top het publiek misleidt en onrechtmatig gebruik maakt van hun handelsnaam door het gebruik van metatags en hyperlinks op de zoekmachine Google te relateren aan "Böcker". Het is niet toegestaan te verwijzen naar de misleidende melding "Böcker goederen - kranen en liften - van Böcker" meteen bij de hyperlink en de uitnodiging om Euro Top telefonisch te contacteren nu er bij het doorklikken slechts concurrerende producten worden aangeboden.

IEFBE 2227

Pi Pharma mag geneesmiddel onder de naam Co-Diovane invoeren

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 18 mrt 2015, IEFBE 2227; (Novartis tegen Pi Pharma), https://www.ie-forum.be/artikelen/pi-pharma-mag-geneesmiddel-onder-de-naam-co-diovane-invoeren

Rechtbank van Koophandel Brussel 18 maart 2015, IEF 16902; IEFbe 2227; LS&R 1467 (Novartis tegen Pi Pharma) Merkenrecht. Een van de geneesmiddelen van Novartis is 'Co-Diovane' ook wel 'Co-Valsartan' genoemd. Pi Pharma wenst het geneesmiddel 'Valsartan Hydrochlorothiazide' vanuit het V.K. in te voeren en in België te verhandelen onder een van de bovengenoemde benamingen van Novartis. Novartis stelt dat Pi Pharma niet had mogen 'hermerken' naar een van haar merken. Met het oog op een effectieve toegang tot de Belgische markt is het hermerken noodzakelijk.

IEFBE 2231

Conclusie AG: OHP-richtlijn verzet zich tegen nationaal verbod verkoop met verlies, ook voor groothandelaren

HvJ EU - CJUE 29 jun 2017, IEFBE 2231; ECLI:EU:C:2017:506 (Europamur tegen Dirección General de Consumo, Comercio y Artesanía de la Comunidad Autónoma de la Región de Murcia), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-ohp-richtlijn-verzet-zich-tegen-nationaal-verbod-verkoop-met-verlies-ook-voor-groothand

Conclusie AG HvJ EU 29 juni 2017, RB 2907; IEFbe 2231; ECLI:EU:C:2017:506; zaak C-295/16 (Europamur tegen Dirección General de Consumo, Comercio y Artesanía de la Comunidad Autónoma de la Región de Murcia) Bescherming van de consument – Richtlijn 2005/29/EG – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Groothandelsonderneming die verkoopt aan de detailhandel – Bevoegdheid van het Hof – Nationale wetgeving die op algemene wijze verkoop met verlies verbiedt. Conclusie AG:

Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (‚richtlijn oneerlijke handelspraktijken’) moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale wettelijke regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die een algemeen verbod behelst om goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen en voorziet in gronden voor afwijking van dit beginsel die zijn gebaseerd op criteria die niet in deze richtlijn zijn opgenomen.

IEFBE 2187

Prejudiciële vraag: Is een natuurlijke persoon die acht tweedehands-advertenties heeft geplaatst een handelaar?

HvJ EU - CJUE 16 feb 2017, IEFBE 2187; (OLX verkoop Longines horloge), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vraag-is-een-natuurlijke-persoon-die-acht-tweedehands-advertenties-heeft-geplaatst-een

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 16 februari 2017, IEFbe 2187; IT 2291; RB 2870; C-105/17 (OLX verkoop Longines horloge) Consumentenbescherming. Oneerlijke handelspraktijken. Bij de Commissie voor consumentenbescherming (verweerster) is een klacht ingediend over levering van een tweedehands ‘longines’-horloge dat via een website van een aanbieder was gekocht onder de voorwaarden van verkoop op afstand. Het product wordt 20-10-2014 door een koerier afgeleverd met gegevens van de aanbieder (= verzoekster). De klant is niet tevreden met het product omdat het niet de eigenschappen bezit die op de website worden vermeld, waarna hij verzoekster belt om de overeenkomst te ontbinden. Daartoe is verzoekster echter niet bereid. Verweerster start een onderzoek en komt via de koeriersdienst en de exploitant van de website uit bij verzoekster. Zij blijkt acht advertenties op de website te hebben geplaatst voor verschillende producten (iPhones, een BMW, Turkse tegels). In geen van de advertenties worden gegevens van de aanbieder genoemd, noch de prijs, leveringsvoorwaarden, garanties en termijnen voor uitoefening van consumentenrechten. Verweerster besluit daarop 27-02-2015 tot vaststelling van een bestuursrechtelijke overtreding op grond van de BUL consumentenbeschermingswet, waartegen verzoekster 17-03-2015 bezwaar maakt omdat zij meent niet als handelaar in de zin van die wet te kunnen worden aangemerkt. Dit wordt afgewezen en verzoekster krijgt een boete. Zij vecht die aan bij de Rb Varna die vaststelt dat verzoekster niet de hoedanigheid van ‘handelaar’ in de zin van de uitvoeringsbepalingen van de wet heeft, en evenmin in de zin van RL 2005/29. Het boetebesluit wordt 22-03-2016 vernietigd. Verweerster gaat in cassatieberoep bij de verwijzende rechter.