Uitspraak aangebracht door Didier Putzeys, Putzeys Avocats - Advocaten; ShawnCoulson Alliance.
Er is een duidelijk visueel onderscheid tussen de stier van Jupiler en het hoofd van een paard van Buval

Hof van beroep Brussel 12 december 2017, IEFbe 17401; IEFbe 2449 (Aldi tegen Inbev) Merkenrecht. Anders dan de Voorzitter van de Rechtbank van KH Brussel [IEFbe 1682] oordeelt het Hof van beroep dat het teken BUVAL, dat ALDI voor haar bierproduct gebruikt, niet inbreukmakend is op het teken JUPILER. Het Buval-teken neemt niet de determinerende kenmerken van het Jupiler-teken over. Er is geen gelijkenis tussen JUPILER en BUVAL. En er is een duidelijk visueel onderscheid tussen de stier van Jupiler en de hoofd en hals van een paard van Buval. Dat daarvoor dezelfde kleuren worden gebruik doet daar niets aan af. Er worden andere verkoopkanalen gebruikt. Zo is Buval-pilsbier is uitsluitend te koop aangeboden in haar Aldi-grootwarenhuizen, Jupiler-pilsbier wordt aangeboden in alle andere grootwarenhuizen en via de horeca. Het relevante publiek is eraan gewoon geworden om de kleuren rood, zwart en wit waar te nemen in verband met pilsbier; dat geldt ook voor schilden en dieren of delen daarvan.
Jugement envoyé par Johannes Cassiman et Charles Bernard, Janson Baugniet.
Déchéance d’une marque figurative « Ambiorix » utilisée sous une forme qui diffère de l’enregistrement par des éléments altérant son caractère distinctif

Tribunal de Commerce de Bruxelles 6 septembre 2017, IEFbe 2447 (Witkap contre Brasserie des Legendes) Droit des marques. Witkap exploite une brasserie. Depuis 1985, elle brasse une bière de haute fermentation qu’elle commercialise sous le nom Ambiorix. Elle dépose ce signe en tant que marque verbale au Benelux en 2012 et au niveau de l’Union européenne en 2015. La Brasserie des Légendes exploite et commercialise des bières traditionnelles associées à un folklore local de « géants », l’un de ces géants étant désigné sous le nom de Ambiorix. Le 25 février 2005, la Brasserie des Légendes a déposé une marque Benelux portant sur un signe figuratif reprenant l’élément verbal Ambiorix accompagné d’autres mentions verbales et éléments figuratifs. Elle n’apporte toutefois aucune preuve d’usage de cette marque sous sa forme telle qu’enregistrée, mais uniquement sous une forme modifiée. Witkap demande que soient ordonnées la déchéance des droits tirés de l'enregistrement de la marque figurative Benelux « Ambiorix » enregistrée par la Brasserie des Légendes et la cessation immédiate de l’usage par la Brasserie des Légendes du terme « Ambiorix » en lien avec des bières. La marque figurative de la Brasserie des Légendes est déchue faute d'usage et la radiation est ordonnée conformément à l'article 4.5, alinéa 3 CBPI. Le tribunal dit pour droit que la Brasserie des Légendes a porté atteinte aux droits de la société Witkap sur sa marque verbale « Ambiorix » et ordonne la cessation.
Vraag aan HvJ EU: Is gebruik modelovereenkomst waarbij consument in aanwezigheid van koerier een definitief besluit moet nemen over een transactie een aggressieve handelspraktijk door ongepaste beïnvloeding?

Prejudiceel gestelde vraag aan HvJ EU 21 december 2017, RB 3067; IEFbe 2448; C-628/17 (Orange Polska). Oneerlijke handelspraktijken. Via minbuza: Verzoeker (Orange Polska) sluit met consumenten overeenkomsten betreffende het verrichten van telecommunicatiediensten en brengt wijzigingen in de voorwaarden van de overeenkomst, onder meer bij verkoop op afstand (online en telefonisch). Verzoeker heeft op zijn webpagina modelovereenkomsten opgenomen, die voor consumenten in de eerste fase van het opgeven van een bestelling via een speciale link toegankelijk waren. Verzoeker eiste voor de totstandkoming van de overeenkomst en de aanvang van de dienst dat de consument de overeenkomst betreffende het verrichten van telecommunicatie-diensten tijdens het bezoek van de koerier ondertekende. Wanneer tijdens het bezoek geen ondertekening plaatsvond, had dat tot gevolg dat er geen overeenkomst werd gesloten, en dat de consument ofwel zich naar een vast verkooppunt moest begeven ofwel opnieuw een bestelling moest opgeven.
HvJ EU: Houder kan beroep instellen tot rectificatie van datum waarop het ABC vervalt, indien deze datum niet juist is vastgesteld

HvJ EU 20 december 2017, IEF 17371; IEFbe 2438; LS&R 1548; ECLI:EU:C:2017:995; C-492/16 (Incyte Corporation) Octrooirecht. Geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Gewasbeschermingsmiddelen. Aanvullend beschermingscertificaat. Vaststelling van de vervaldatum. Mogelijkheid of verplichting tot rectificatie van de vervaldatum.
1) Artikel 18 van verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen, gelezen in het licht van artikel 17, lid 2, van verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen, moet aldus worden uitgelegd dat de datum van de eerste vergunning voor het in de handel brengen, zoals opgegeven in een aanvraag voor een aanvullend beschermingscertificaat, op basis waarvan de tot afgifte van een dergelijk certificaat bevoegde nationale autoriteit de duur van dat certificaat heeft berekend, niet juist is in een situatie als die in het hoofdgeding, waarin de onjuiste datum heeft geleid tot een berekeningswijze van de duur van dat certificaat die niet strookt met artikel 13, lid 1, van verordening nr. 469/2009, zoals uitgelegd in een later arrest van het Hof.
Uitspraak ingezonden door Willem De Vos, Monard Law.
Niet voldoen aan stelplicht auteursrecht computerprogramma

Voorz. Rechtbank van Koophandel Antwerpen 20 december 2017, IEFbe 2446 (BVBA Atraxion tegen BVBA Ideca) [beroep is ingesteld] Auteursrecht. X en BVBA Ideca stellen houder te zijn van auteursrechten op een computerprogramma die werd ontworpen als webshop voor BVBA Atraxion. Atraxion verkoopt onderdelen van dit programma aan derden. Op deze onderdelen is beschrijvend beslag gelegd. Atraxion komt in derdenverzet op tegen dit beslag. De rechtbank moet dan ook besluiten dat X en Ideca niet voldoen aan hun stelplicht als partijen die auteursrechtelijke bescherming inroepen, en wel op zo'n wijze dat de voorzitter onmogelijk, zelfs prima facie, kon vaststellen dat er sprake was van een ogenschijnlijk geldig auteursrecht. Het derdenverzet is dan ook gegrond. Bij gebrek aan bewezen materiële schade die een gevolg zou zijn van het beslag, begroot de rechtbank de schade van Atraxion op één symbolische euro.
BOIP lanceert nieuwe website

Het zal u vast niet ontgaan zijn dat wij in december onze nieuwe website www.boip.int hebben gelanceerd. We gaan deze in het komende jaar verder doorontwikkelen en verbeteren. Wij horen uiteraard graag uw ervaringen! U kunt uw feedback en suggesties voor verbetering mailen naar website@boip.int.
EFTA: ABC kan niet worden geweigerd omdat de duur negatief zou zijn

EFTA 21 december 2017, IEF 17384; IEFbe 2444; LS&R 1549; E-5/17 (Merck Sharp & Dohme tegen The Icelandic Patent Office) ABC. Octrooirecht. De ABC-verordening staat het uitgeven van een ABC-certificaat met een negatieve duur toe. Merck heeft een ABC-aanvraag gedaan bij het IJslandse octrooibureau in september 2007. De periode tussen de aanvraag van het basisoctrooi (juli 2002) en het toewijzen van eerste handelsvergunning (maart 2007) was minder dan 5 jaar. Het octrooibureau weigerde de aanvraag, odmat de ABC dan een negatieve duur zou hebben, dat zou niet stroken met de ABC Verordening. De vraag die in het bijzonder speelt is dat Verordening 1901/2006 en 469/2009, die een verlenging van 6 maanden toestaan voor bepaalde ABC en daarom een doel geven aan ABC met een negatieve duur, niet in de EEA Agreement is opgenomen.
HvJ EU: Bij nationale bepalingen die strafrechtelijke sancties inhouden maar geen technisch voorschrift zijn geldt mededelingsplicht

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2442; IT 2447; RB 3062; ECLI:EU:C:2017:983; C-255/16 (Falbert). Reclamerecht. Kansspelen. Informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften.
Artikel 1 van [InfoSoc-richtlijn 98/34/EG], moet aldus worden uitgelegd dat een bepaling van nationaal recht zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij strafrechtelijke sancties worden gesteld op het zonder vergunning aanbieden van kansspelen, loterijen of weddenschappen op het nationale grondgebied, geen technisch voorschrift in de zin van die bepaling is, dat moet worden meegedeeld op grond van artikel 8, lid 1, van die richtlijn. Daarentegen moet een nationale bepaling zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij strafrechtelijke sancties worden gesteld op het maken van reclame voor kansspelen, loterijen of weddenschappen waarvoor geen vergunning is afgegeven, wél als technisch voorschrift in de zin van deze bepaling worden aangemerkt, zodat het op grond van artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34 moet worden meegedeeld, voor zover uit de ontstaansgeschiedenis van die nationale bepaling duidelijk blijkt dat deze tot voorwerp en doel had een reeds bestaand reclameverbod uit te breiden tot diensten van onlinekansspelen. Het staat aan de nationale rechter om na te gaan of dit daadwerkelijk het geval is.
HvJ EU: Verzet tegen import van een identiek merk uit een ander land niet mogelijk indien indruk is gewekt dat dit één wereldwijd merk is

HvJ EU 20 december 2017, IEF 17369; IEFbe 2436; ECLI:EU:C:2017:990; C-291/16 (Schweppes). Uit het persbericht: Het Spaanse bedrijf Schweppes kan zich niet verzetten tegen de import van flessen tonic water dat het handelsmerk "Schweppes" draagt en van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk komt, indien het zelf de indruk heeft gewekt dat dit merk één wereldwijd handelsmerk is. Hetzelfde is van toepassing als dat bedrijf economische banden onderhoudt met de derde partij die de rechten op dat merk heeft in het Verenigd Koninkrijk.
HvJ EU: Champagne-sorbet mag zo heten als het de smaak heeft die voornamelijk aan Champagne is toe te schrijven

HvJ EU 20 december 2017, IEF 17374; IEFbe 2443; ECLI:EU:C:2017:991; C-393/16 (Champagne Sorbetijs) Beschermde Oorsprongsbenaming. Uit het persbericht: Sorbet mag worden verkocht onder de naam 'Champagne-sorbet' indien het, als een van zijn essentiële eigenschappen, de smaak heeft die voornamelijk is toe te schrijven aan Champagne. Als dat het geval is, dan trekt de productnaam niet oneigenlijk voordeel van de beschermde oorsprongsbenaming 'Champagne'. Op dit moment enkel in het Duits/Frans, vrije vertaling:
1) Artikel 118 quaterdecies moet aldus worden uitgelegd dat de strekking waarin de beschermde oorsprongsbenaming, zoals "Champagne", wordt gebruikt als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel wordt verkocht, zoals "Champagner Sorbet", die niet voldoet aan de specificaties voor deze beschermde oorsprongsbenaming, maar een ingrediënt bevat dat aan de genoemde specificaties voldoet.
2) Artikel 118 quaterdecies moet aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel dat niet voldoet aan de productspecificatie voor die benaming, wordt verkocht beschermde oorsprong, maar die een ingrediënt bevat dat aan de genoemde specificatie voldoet, zoals "Champagner-sorbet", een exploitatie van de reputatie van een beschermde oorsprongsbenaming, in de zin van die bepalingen, indien dat levensmiddel niet, als een essentieel kenmerk, een smaak die voornamelijk wordt gegenereerd door de aanwezigheid van dit ingrediënt in zijn samenstelling.