HvJ EU: Schade European Dynamics hoeft niet vergoed te worden

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2440; IT 2444; ECLI:EU:C:2017:998; C-677/15 P (EUIPO tegen European Dynamics). Zie eerder IT 1361 en IT 1890. Hogere voorziening. Aanbesteding. Overheidsopdrachten voor dienstverlening. Verstrekking van externe diensten voor programma- en projectbeheer en technische advisering op het gebied van informatietechnologie. Cascadeprocedure. Beginselen van gelijke kansen en transparantie. Vernietiging van het besluit van het Gerecht EU in de zaak European Dynamics Luxembourg and Others v OHIM (T‑299/11, EU:T:2015:757) [IT 1890]. De Europese Unie hoeft de schade die European Dynamics Luxembourg heeft geleden niet te vergoeden.
Vraag aan HvJ EU: moet de Portugese term voor wijnkelder 'ADEGA' voor wijnproducten worden gezien als een zuiver beschrijvende term?

Prejudicieel gestelde vraag aan HvJ EU 18 oktober 2017, IEF 17366; IEFbe 2434; C-629/17 (Adega De Borba) Merkenrecht. Via minbuza: De vraag die in de onderhavige zaak moet worden beantwoord en zoals zij aan de orde is in het stadium van het beroep in cassatie, luidt of de uitdrukking ADEGA DE BORBA, die is samengesteld uit een beschermde oorsprongsbenaming voor Borbawijn, voorafgegaan door de term ADEGA (Portugees voor wijnkelder), kan worden ingeschreven als merk voor wijn of als logo voor een wijnproducent, gelet op de criteria die zijn opgesomd in artikel 223(1)c van de Portugese wet op de industriële eigendom benamingen (CPI). Zowel de rechter in eerste aanleg als de rechter in hoger beroep, hebben die vraag beantwoord door te verklaren dat de uitdrukking ADEGA DE BORBA, wanneer zij wordt onderzocht in het licht en voor de toepassing van artikel 223(1)c CPI, in abstracto voldoende onderscheidend vermogen heeft om door een onderneming die Borbawijn produceert te kunnen worden ingeschreven als merk dat de door haar geproduceerde wijn aanduidt (of als logo/handelsnaam).
HvJ EU: Schriftelijke antwoorden op beroepsexamen vormen persoonsgegevens

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2441; IT 2445; ECLI:EU:C:2017:994; C-434/16 (Nowak tegen Data Protection Commissioner) Zie eerder Conclusie A-G [IT 2320]. Uit het persbericht: De schriftelijke antwoorden op een beroepsexamen en de eventuele opmerkingen van de examinator bij deze antwoorden vormen persoonsgegevens van de kandidaat waartoe deze laatste in beginsel toegang moet kunnen krijgen. Dat de kandidaat het recht daartoe wordt verleend dient immers het doel van de Uniewetgeving, de bescherming te waarborgen van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen wat de verwerking betreft van gegevens die op hen betrekking hebben.
Article 2(a) of Directive 95/46/EC of the European Parliament and of the Council of 24 October 1995 on the protection of individuals with regard to the processing of personal data and on the free movement of such data must be interpreted as meaning that, in circumstances such as those of the main proceedings, the written answers submitted by a candidate at a professional examination and any comments made by an examiner with respect to those answers constitute personal data, within the meaning of that provision.
HvJ EU: Lidstaten kunnen voorwaarden vaststellen voor taxibemiddelingsdienst Uber

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2439; IT 2443; ECLI:EU:C:2017:981; C-434/15 (Asociación Profesional Elite Taxi contre Uber Systems Spain) Zie eerder Conclusie A-G [IEFbe 2170]. Uit het persbericht: De door Uber geleverde dienst om met particuliere bestuurders in contact te treden valt onder „diensten op het gebied van het vervoer”. De lidstaten kunnen dus de voorwaarden vaststellen waaronder deze bemiddelingsdienst kan worden geleverd.
(vrij vertaald) Artikel 56, 58 VWEU, en e-Commercerichtlijn moeten worden uitgelegd dat de bemiddelingsdienst waarmee met behulp van een smartphone, tegen vergoeding niet-professionele chauffeurs met hun eigen voertuig personen vervoeren, moet worden beschouwd als een vervoersdienst in de zin van artikel 58 VWEU. Zo'n dienst wordt niet beheerst door 56 VWEU, en de richtlijnen 2006/123 en 2000/31.
Vragen aan HvJ EU over de bevoegdheden van een nationale commissie voor radio en televisie
)
Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 2 november 2017, IEF 17367; IEFbe 2435; C-622/17 (Baltic Media Alliance) Richtlijn audiovisuele mediadiensten. Via minbuza: Verzoekster (Baltic Media Alliance Ltd) is een omroeporganisatie die de televisiezender NTV Mir Lithuania beheert, en is in het bezit van een vergunning van de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk (OFCOM). Verzoekster is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en zendt programma’s uit in Litouwen. Op 19.04.2016 heeft een deskundige van de monitoringdienst van de Litouwse commissie voor radio en televisie (hierna: CRTL) een monitoringrapport opgesteld waarin zij tot de conclusie kwam dat materiaal dat door NTV Mir Lithuania (op 15.04.2016) werd getoond onder het uitzendverbod van artikel 19(1) punt 3 van de Litouwse wet op de informatievoorziening aan het publiek viel, aangezien het programma aanzette tot haat op grond van nationaliteit. Bij besluit van 18.05.2016 heeft de CRTL aan omroepinstellingen opgelegd de televisiezender NTV Mir Lithuania uitsluitend te verspreiden als onderdeel van televisieprogrammapakketten die alleen tegen extra betaling beschikbaar zijn.
EHRM: laster van een bekende blogger door de woorden "fuck you rapist bastard" op Instagram
EHRM 7 november 2017, IEF 17358; IEFbe 2432; IT&R 2441; Application no. 24703/15 (Egill Einarsson tegen IJsland). Privacy. Vrijheid van meningsuiting. Een bekende blogger, de heer Einarsson, klaagt over een uitspraak van het IJslandse Hooggerechtshof, waarin werd vastgesteld dat er geen sprake was van laster door de woorden "fuck you rapist bastard" die bij een post op Instagram van de blogger werden geplaatst. Het strafrechtelijk onderzoek naar het plegen van seksueel geweld door deze blogger was net gestaakt. Het EHRM is het niet met de IJslandse rechtbanken eens dat de post een waardeoordeel inhoudt. Het woord 'rapist' is objectief en impliceert een aantijging van verkrachting. Nu het strafrechtelijk proces geseponeerd werd verviel de feitelijke onderbouwing van de aantijging. Het EHRM constateert dat de rechtbanken geen 'fair balance' hebben gevonden tussen het recht van de heer Einarsson op eerbiediging van zijn privé-leven krachtens artikel 8 EVRM en het recht op vrijheid van meningsuiting van de persoon die de opmerking had gepost krachtens artikel 10 EVRM.
Vragen aan HvJ EU over de toepassing van het Watson-arrest op bescherming nationale veiligheid

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 oktober 2017, IT&R 2440; IEFbe 2431; C-623/17 (Privacy International) Privacy. Bescherming persoonsgegevens. Via minbuza: Verzoekster (Privacy International) is een non-gouvernementele mensenrechtenorganisatie. Verweerders zijn de de minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken, de minister van Binnenlandse Zaken en de drie veiligheids- en inlichtingendiensten, te weten: de Government Communications Headquarters (GCHQ), de Secret Service (MI5) en de Secret Intelligence Service (MI6) (hierna: de VI-diensten). Op grond van Section 94 van de Telecommunications Act 1984 mag een minister aan een exploitant van een openbaar elektronischecommunicatienetwerk aanwijzingen geven die hij noodzakelijk acht in het belang van de nationale veiligheid. De VI-diensten hebben bulkcommunicatiegegevens verkregen in overeenstemming met dergelijke aanwijzingen. De gegevens omvatten verkeers- en locatiegegevens die informatie verstrekken over sociale, commerciële en financiële activiteiten en reizen. Deze gegevens worden veilig bewaard door de VI-diensten.
Uitspraak ingezonden door Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, TaylorWessing.
Noch in Nederland, noch in België aanspraak op auteursrechtelijke bescherming voor Eames-stoel

Rechtbank Den Haag 13 december 2017, IEF 17352; IEFbe 2430; ECLI:NL:RBDHA:2017:14483 (Kwantum tegen Vitra) Auteursrecht. Modellenrecht. Internationale verdragen. Vitra heeft de Eames stoel DWS ontworpen en constateert de 'Paris'-stoel die door Kwantum op de markt is gebracht. In kort geding is een auteursrechtinbreuk verbod opgelegd [IEF 14584]. Vitra beroept zich op artikel 2 lid 1 van het Unieverdrag. Ook artikel X van het Nederlands-Amerikaanse Vriendschapsverdrag en artikel 5.3 van het Belgisch-Amerikaanse Vriendschapsverdrag bieden volgens Vitra basis voor auteursrechtelijke bescherming van de DSW. Daarnaast voert Vitra aan dat 10 lid 2 Duurrichtlijn in Nederland in artikel 51 Aw en in België in de WER en de interpretatie hiervan in HvJ EU Sony/Falcon auteursrecht aan de DSW toekent. In het onderhavige geval staat tussen partijen vast dat de DSW in het land van oorsprong geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Voor de groep modellen waar de DSW toe behoort heeft in Nederland en België immers nooit de mogelijkheid bestaan om modelrechtelijke bescherming te verkrijgen omdat die groep nooit heeft voldaan aan de nationale beschermingsvoorwaarden. Verklaring voor recht dat er geen auteursrechtinbreuk is en geen slaafse nabootsing.
HvJ EU: Als situatie niet onder artikel 18 GMVo valt, dan mag nationaal recht toegepast worden
HvJ EU 23 november 2017, IEF 17351; IEFbe 2428; ECLI:EU:C:2017:889; C-381/16 (Salvador Benjumea Bravo de Laguna tegen Esteban Torras Ferrazzuolo). Merkenrecht. Torras Ferrazzuolo heeft een vordering tot revindicatie ingesteld ex artikel 18 Uniemerkverordening. De Spaanse rechter was van mening dat het in het geding zijnde feitencomplex niet viel onder artikel 18 UMVo, maar wel onder artikel 2 van de Spaanse Merkenwet. Zolang er geen sprake is van een situatie die valt onder artikel 18 UMVo, is toepassing van een nationale bepaling op een Uniemerk niet in strijd met het Unierecht.
Antwoord HvJ EU:
De artikelen 16 en 18 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het [Uniemerk] moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan de toepassing op een Uniemerk van een nationale bepaling als in het hoofdgeding, op grond waarvan een persoon die is benadeeld door de inschrijving van een merk waarvoor bij de aanvraag tot inschrijving werd gehandeld in strijd met zijn rechten of een wettelijke of contractuele verplichting niet werd nagekomen, het recht heeft de eigendom van het merk op te eisen, mits de betrokken situatie geen onder artikel 18 van die verordening vallende situatie is.
Conclusie AG: Alle informatie van nationale autoriteiten financiële markten over onder toezicht staande ondernemingen zijn 'vertrouwelijke gegevens'

Conclusie A-G HvJ EU 12 december 2017, IT&R 2437; IEFbe 2429; C-15/16; ECLI:EU:C:2017:958 (Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht tegen Ewald Baumeister). Vertrouwelijke gegevens. Alle informatie, waaronder correspondentie en verklaringen betreffende een onder toezicht staande onderneming, opgesteld of ontvangen door een nationale autoriteit die toezicht houdt op de financiële markten, valt onder het begrip 'vertrouwelijke gegevens’ en wordt door het beroepsgeheim beschermd zonder aan nadere voorwaarden te hoeven voldoen.
Conclusie AG:
Alle informatie, daaronder begrepen correspondentie en verklaringen betreffende een onder toezicht staande onderneming, die is ontvangen of opgesteld door een nationale autoriteit die toezicht houdt op de financiële markten, valt onder het begrip ,vertrouwelijke gegevens’ in de zin van artikel 54, lid 1, tweede volzin, van richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van richtlijn 2000/12/EG van de Raad, en wordt derhalve door het beroepsgeheim van artikel 54, lid 1, eerste volzin, van die richtlijn beschermd, zonder dat daarvoor aan nadere voorwaarden hoeft te zijn voldaan.