Uitspraak ingezonden door Tanguy de Haan, NautaDutilh.
Gerecht EU: Ongewone lippenstift komt in aanmerking voor merkregistratie

Gerecht EU 14 juli 2021, IEF 20098, IEFbe 3256; ECLI:EU:T:2021:443 (Guerlain tegen EUIPO) Guerlain is producent van lippenstift en wil het specifiek driedimensionale ontwerp registreren. Het EUIPO heeft de aanvraag in eerste instantie afgewezen vanwege een gebrek aan onderscheidend karakter, maar het Gerecht oordeelt anders. Ze oordeelt dat de vorm van de lippenstift zodanig ongewoon is binnen deze sector, dat het zich onderscheidt van andere merken. De ovale vorm leidt tot een bepaalde herkenning bij het relevante publiek en wijkt af van de norm. Hierbij is ook van belang dat de lippenstift niet rechtop kan staan. Zodoende komt het Gerecht tot de conclusie dat het merk in aanmerking komt voor inschrijving.
Najaarsagenda opleidingen

Voor de één is het zomerreces al begonnen, de ander is nog druk aan het werk. Bij deLex bereiden we rustig het nieuwe programma voor, om in september een vliegende start te maken met Entertainment en IE. Vanaf dan verwelkomen we u graag weer bij onze opleidingen!
Najaarsprogramma
- Donderdag 8 september: Entertainment en IE
- Dinsdag 5 oktober: Benelux Merkencongres 2021 deel 2
- Donderdag 7 oktober: Nederlands Octrooicongres 2021 deel 2
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden.
Conclusie A-G in de zaak Polen tegen Parlement en Raad

Volgens de Advocaat-Generaal van het Hof van Justitie is de zogenaamde 'uploadfilter' niet in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Op grond van artikel 17 van de DSM-richtlijn zijn online deelplatformen verplicht om geüploade beschermde content te monitoren en te filteren ten behoeve van de rechthebbenden van deze beschermde content. Polen heeft hierop een zaak bij het Hof aangespannen om artikel 17 nietig te laten verklaren. Volgens Polen is een uploadfilter in strijd met de vrijheid van meningsuiting. De A-G concludeert vandaag (15 juli) dat dit niet het geval is. Weliswaar wordt het recht op vrijheid van meningsuiting op deze manier beperkt, maar volgens de A-G is dit in overeenstemming met artikel 52 lid 1 van het Handvest. Dit artikel regelt de voorwaarden waaronder de vrijheid van meningsuiting mag worden beperkt. Het volledige persbericht is hier te lezen (Engelstalig).
Deze uitspraak zal ook op vrijdag 16 juli worden besproken tijdens de Leiden Law Lunch - 'Uploadfilter en uitingsvrijheid'.
Artikel ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.
Finally a green light for the start of the UPC

Finally a green light for the start of the UPC – an analysis of the ruling by the Bundesverfassungsgericht and the remaining preparatory work.
On 23 June 2021 the German Constitutional Court (Bundesverfassungsgericht) issued an order rejecting the requests for a preliminary injunction against ratification of the Unified Patent Court (UPC) Agreement . The order was published on 9 July 2021 [IEF 20078] and immediately drew a lot of attention, because this removed the most important obstacle for the start of the UPC. In fact, the UPC will now almost certainly open for business by the end of 2022, or the beginning of 2023 at the latest.
I will first discuss the judgment of the German Constitutional Court and then briefly the next steps towards the start of the UPC.
Lees verder >>
Gerecht EU: 'Bio' in merknamen heeft nagenoeg zelfde betekenis
Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20087, IEFbe 3251; ECLI:EU:T:2021:396 (Biovène Cosmetics tegen EUIPO en Eugène) Biovène heeft in 2016 de gelijknamige merknaam bij het EUIPO ingeschreven. Eugène Perma is houder van de merknaam Biorene en is van mening dat Biovène inbreuk maakt op haar merknaam. Beide ondernemingen zijn actief in de cosmeticasector. EUIPO heeft vanwege verwarringsgevaar de inschrijving van Biovène afgewezen. Het Gerecht gaat na of er sprake is van vergelijkbare producten en vergelijkbare beeldmerken. Volgens het Gerecht betreft het inderdaad vergelijkbare producten, omdat beide zijn bedoeld voor lichamelijke verzorging en hygiëne. Daarnaast is er geen sprake van producten die voor de gemiddelde consument goed te onderscheiden zijn, onder andere vanwege het feit dat ‘Bio’ in deze context nagenoeg dezelfde betekenis heeft.
Auteursrecht en platformaansprakelijkheid: YouTube moet wat het al doet

In zijn column op Mr-online gaat Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden, in op de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 22 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:503 (YouTube & Cyando) [IEF 20039].
Deze uitspraak zal ook vrijdag a.s. worden besproken tijdens de Leiden Law Lunch - ‘Uploadfilter en uitingsvrijheid’.
Gerecht EU: Wolf en Rolf conceptueel en fonetisch te verschillend

Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20085, IEFbe 3250; ECLI:EU:T:2021:406 (Wolf tegen EUIPO en Rolf) Wolf is houder van de gelijknamige merknaam. Rolf is houder van het later ingeschreven beeldmerk. Beide partijen zijn in vergelijkbare sectoren actief. Wolf heeft bij het EUIPO bezwaar gemaakt tegen de inschrijving van het beeldmerk, maar dit is afgewezen. Wolf vordert nu bij het Gerecht vernietiging van die beslissing en voert daartoe aan dat er sprake is van verwarringsgevaar. Volgens Wolf lijken de merken teveel op elkaar. Ondanks het feit dat drie van de vier letters hetzelfde zijn en in dezelfde volgorde staan, is er volgens het Gerecht geen sprake van een fonetische en conceptuele gelijkenis. De twee beeldmerken zijn niet zodanig gelijk, dat het voor het relevante publiek leidt tot verwarring. Het Gerecht bevestigt de uitspraak van het EUIPO.
Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, Nederlandse Publieke Omroep (NPO), op persoonlijke titel geschreven.
Alfredo dos Santos Gil: Reproduceren zonder reproductie

Na het wat voorzichtige bericht van Sena dat nog wordt nagedacht over de gevolgen van het Atresmedia-arrest van het HvJ EU van alweer 18 november 2020 [IEF 19610] zijn intussen uitgebreidere annotaties verschenen. Een aftrap deed Wigman met zijn commentaar [IEF 19622] onder de galmende kop: Dreun voor Sena!
Na lezing van de commentaren is eerder sprake van een zevenklapper van vragen, onzekerheden en verrassende constateringen. Dat brengt partijen in de praktijk in een lastig parket hoe hiermee om te gaan. Hieronder geef ik de inhoud weer van de uitspraak en ga ik onder meer in op aspecten uit de commentaren, die vooral tot verdere vragen leiden. Ook zeg ik wat over de rechtsontwikkeling in de Unie door deze uitspraak.
Lees hier verder.
Artikel ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.
News flash: UPC gaat door!

Vandaag is de uitspraak van het Bundesverfassungsgericht van 23 juni gepubliceerd, waarin de voorlopige voorzieningen tegen het Unified Patent Court Agreement worden afgewezen. Volgens het persbericht is de reden: "the Court states that the constitutional complaints lodged in the principal proceedings are inadmissible as the complainants failed to sufficiently assert and substantiate a possible violation of their fundamental rights". Daarmee lijkt ook het doek voor de klachten zelf gevallen.
Dit betekent dat de Bondspresident nu de ratificatiewet kan tekenen. De ratificatie wordt nog niet meteen ingediend, omdat nu eerst de voorbereidende werkzaamheden moeten worden afgerond, waaronder het selecteren, benoemen en opleiden van de rechters. Deponering van de ratificatie gebeurt zodra dit zo ver gevorderd is dat het UPC 3 maanden later daadwerkelijk open kan gaan.
Dit betekent dat het UPC nu binnen een jaar operationeel kan zijn.
Geluid van openen drankblikje is geen klankmerk
Gerecht EU 7 juli 2021, IEF 20072, IEFbe 3246; ECLI:EU:T:2021:420 (Ardagh Metal Beverage tegen EUIPO) Ardagh heeft een Uniemerkaanvraag bij het EUIPO ingediend. Het merk waarvan inschrijving is aangevraagd, is het klankteken dat doet denken aan het geluid dat ontstaat bij het openen van een drankblikje, gevolgd door een stilte van ongeveer één seconde en gebruis van ongeveer negen seconden. Het Gerecht begint met de opmerking dat een dergelijk klankmerk een onderscheidend vermogen dient te hebben, zodat de consument het aanmerkt als merk. Een element van functionele aard valt hier niet onder. Omdat het openen van een blikje onlosmakelijk verbonden is met een technische oplossing voor het hanteren van dranken kan dit geluid niet worden opgevat als een aanduiding van de commerciële herkomst van deze blikjes. Het Gerecht houdt de weigering van de aanvraag door het EUIPO in stand.