IEFBE 4023
6 november 2025
Artikel

UNION-­IP ROUND TABLE: IP lessons learned from shoes

 
IEFBE 4022
6 november 2025
Artikel

UNION-IP Extraordinary UPC SEMINAR

 
IEFBE 4021
5 november 2025
Artikel

Op 13 November start de zesde editie van de Mr. S.K. Martens Academie

 
IEFBE 3991

Gerecht EU: "PriSecco" strijdig met "BOB Prosecco"

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3991; ECLI:EU:T:2025:893 (Manufaktur Jörg Geiger tegen EUIPO, Consorzio di Tutela della Denominazione di Origine Controllata ‘Prosecco’ ), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-prisecco-strijdig-met-bob-prosecco

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22953; IEFbe 3991; ECLI:EU:T:2025:893 (Manufaktur Jörg Geiger tegen EUIPO, Consorzio di Tutela della Denominazione di Origine Controllata ‘Prosecco’). Manufaktur Jörg Geiger vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. In die beslissing is het woordmerk ‘PriSecco’, dat in 2015 was ingeschreven, op verzoek van het Consorzio nietig verklaard wegens strijd met de beschermde oorsprongsbenaming ‘Prosecco’. Prisecco werd aangevraagd voor klasse 32 met de beschrijving: cocktails, niet-alcoholisch. De aanvraag tot inschrijving was op 9 juni 2015, hierdoor wordt het geschil beheerst door de bepalingen van de Verordening nr. 207/2009. Als eerste voert Manufaktur Jörg Geiger aan dat in deze verordening niet uitdrukkelijk verwezen wordt naar de oorsprongsbenaming "BOB Prosecco". Het EUIPO voert hiervoor aan dat de oorsprongsbenaming onder een ouder recht in de zin van artikel 8 lid 4 van Verordening nr. 207/2009 kon worden aangemerkt. Het Gerecht volgt dit; bovendien kan Manufaktur Jörg Geiger geen rechten ontlenen aan een ouder nationaal recht.  

IEFBE 3990

Volgende week vindt het BIE-symposium plaats

Volgende week woensdag 8 oktober komen IE-professionals bijeen bij De Brauw Blackstone Westbroek voor een middag in het teken van de Unified Patent Court (UPC). Het symposium is in samenwerking met het tijdschrift Berichten Industriële Eigendom (BIE) en staat onder leiding van de voorzitter van de redactie van de BIE, prof. Mr. C.J.J.C van Nispen. 

Centraal staan vier actuele onderwerpen rond het UPC, gevolgd door reacties van Willem Hoyng (HOYNG ROKH MONEGIER) en UPC-rechters Rian Kalden, Margot Kokke en Peter Blok.

Programma:
  • Productie, communicatie, bewaring en inspectie van bewijs bij het UPC
    door Wim Maas (Taylor Wessing)
     
  • CM-hearings in SEP-zaken en vroege CM-hearings bij het UPC
    door Edger Brinkman (Rechtbank Den Haag, UPC)
     
  • UPC en farma: (inmiddels) onlosmakelijk verbonden?
    door Stephanie de Beer (De Brauw Blackstone Westbroek)
     
  • Het kort geding en voorlopige voorzieningen
    door Daan de Lange (Brinkhof)

De bijeenkomst is bedoeld voor IE-specialisten die actief zijn in het octrooirecht en zich willen verdiepen in de werking en toepassing van het UPC in de praktijk.

IEFBE 3987

Geen verwarringsgevaar tussen “Monta” en “MONTACK” door duidelijk conceptueel verschil

Gerecht EU - Tribunal UE 10 sep 2025, IEFBE 3987; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-monta-en-montack-door-duidelijk-conceptueel-verschil

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22946; IEFbe 3987; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH). In 2018 vroeg Monta Klebebandwerk GmbH de EU-woordmerkinschrijving Monta aan voor plak- en verpakkingsproducten in klassen 16 en 17. La Superquímica SA maakte oppositie op basis van haar oudere Spaanse merk MONTACK, ingeschreven voor lijmen in klasse 16 en klasse 1. De Oppositieafdeling erkende na een gebruiksverzoek alleen gebruik voor klasse 16 en wees de oppositie af wegens gebrek aan verwarringsgevaar; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigde dat. Voor het Gerecht stelde La Superquímica dat de overeenstemming van waren en tekens onjuist was beoordeeld en dat ook voor klasse 1 gebruik was bewezen. Het Gerecht beschouwt het relevante publiek als Spaans, met een gemiddelde tot hoge mate van oplettendheid, en verklaart de nieuwe grief over klasse 1 niet-ontvankelijk omdat die niet eerder was aangevoerd. Waren in klasse 16 van het oudere merk zijn bovengemiddeld soortgelijk aan Monta’s klasse-16-waren, onder gemiddeld aan een deel van de klasse-17-waren en nauwelijks of niet aan specialistische industriële tapes.

IEFBE 3988

Geen bescherming voor niet-ingeschreven teken “Confrasilvas” wegens gebrek aan gebruik van meer dan lokale betekenis

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3988; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-bescherming-voor-niet-ingeschreven-teken-confrasilvas-wegens-gebrek-aan-gebruik-van-meer-dan-lokale-betekenis

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22948; IEFbe 3988; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli). In 2022 vraagt Riccardo Zizioli de EU-woordmerkinschrijving Confrasilvas aan voor bouw- en onderhoudsdiensten in klasse 37. Confrasilvas – Construções SA maakt oppositie met beroep op het niet-ingeschreven teken Confrasilvas, dat zij naar eigen zeggen in meerdere EU-landen (onder meer Portugal, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Hongarije en Roemenië) in het handelsverkeer gebruikt voor bouw- en vastgoedactiviteiten. De oppositie is gebaseerd op artikel 8 lid 4 UMVo, dat bescherming biedt aan oudere niet-geregistreerde tekens als die in het handelsverkeer worden gebruikt met meer dan louter lokale betekenis. Na een gebruiksverzoek zet de opposant de procedure alleen op eigen naam voort. De Oppositieafdeling wijst de oppositie af; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigt dat, omdat het aangevoerde bewijs niet laat zien dat het teken door de opposant zelf in het handelsverkeer van meer dan plaatselijke betekenis wordt gebruikt. Voor het Gerecht voert Confrasilvas één middel aan: de Kamer zou het bewijs verkeerd hebben beoordeeld en ook het Portugese recht, dat haar zou toestaan het gebruik van het latere merk te verbieden, niet hebben onderzocht.

IEFBE 3989

Voorlopig verbod “Another Cotton Lab” wegens merkinbreuk op geldige ANOTHER-LABEL-merken

22 sep 2025, IEFBE 3989; ECLI:NL:RBDHA:2025:17402 (Another-Label tegen Yarn Studios), https://www.ie-forum.be/artikelen/voorlopig-verbod-another-cotton-lab-wegens-merkinbreuk-op-geldige-another-label-merken

Rechtbank Den Haag 22 september 2025, IEF 22950; ECLI:NL:RBDHA:2025:17402 (Another-Label tegen Yarn Studios). Another-Label Brand B.V. ontwerpt en verkoopt kleding onder de merken ANOTHER-LABEL (Uniemerk en Beneluxmerk). Yarn Studios GmbH verkoopt online kleding via anothercotton.com en gebruikt daarop tekens met het element another, zoals “Another Cotton Lab”. Nadat Another-Label tevergeefs had gesommeerd en Yarn Studios slechts een beperkte onthoudingsverklaring had gegeven, startte Another-Label een kort geding. Zij vordert een verbod op het gebruik van de tekens “Another Cotton Lab” en soortgelijke aanduidingen, op straffe van een dwangsom, alsmede proceskosten ex art. 1019h Rv. Yarn Studios verweert zich met de stelling dat de merken ANOTHER-LABEL beschrijvend en niet onderscheidend zijn (art. 7 lid 1 sub b en c UMVo en art. 2.11 lid 1 jo. 2.2bis BVIE), zodat ze ongeldig zijn. Ook betwist zij verwarringsgevaar, omdat de tekens slechts beschrijvend zouden verwijzen naar katoen en andere labels en omdat zij een onthoudingsverklaring heeft afgelegd.

IEFBE 3986

Tot 1 oktober vroegboekkorting voor het Nationaal Reclamerechtcongres 2025

Op donderdag 11 december 2025 nodigen we u uit voor dé dag rond reclamerecht: het Nationaal Reclamerechtcongres, dat ook dit jaar weer overzicht, verdieping en een blik op de toekomst biedt in Hotel Jakarta. Van Ebba Hoogenraad's ‘greatest hits’ tot prikkelende nieuwe ontwikkelingen: u hoort de laatste stand van zaken rond het toezicht door de ACM, de praktijk bij de Reclame Code Commissie en de rol van massaclaims in het reclame- en consumentenrecht. Ook onderwerpen als reclame gericht op minderjarigen en de invloed van AI op reclame passeren de revue. Met bijdragen van onder anderen Ebba Hoogenraad, Willem Leppink, Margreet Verhoef, Fiona Vening, Stijn de Jong, Wouter den Hollander, Sarith Jonker en Joost van Gorsel.

Meld u vóór 1 oktober aan en profiteer van de vroegboekkorting.

Laat u inspireren, netwerk met collega’s uit de IE-praktijk en verkrijg nieuwe inzichten die uw werk versterken. We zien ernaar uit u op 11 december te verwelkomen met een waardige afsluiting van het congresjaar.

IEFBE 3985

HvJEU: partner van advocatenkantoor mag in beginsel eigen kantoor vertegenwoordigen

HvJ EU - CJUE 4 sep 2025, IEFBE 3985; ECLI:EU:C:2025:644 (Studio Legale Ughi e Nunziante tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvjeu-partner-van-advocatenkantoor-mag-in-beginsel-eigen-kantoor-vertegenwoordigen

HvJ EU 4 september 2025, IEF 22940; IEFbe 3985; ECLI:EU:C:2025:644 (Studio Legale Ughi e Nunziante tegen EUIPO). Het Italiaanse advocatenkantoor Studio Legale Ughi e Nunziante wil dat het Hof een beschikking van het Gerecht vernietigt. In die beschikking werd het verzoek tot vervallenverklaring van het Uniewoordmerk ‘UGHI E NUNZIANTE’ afgewezen. Volgens het Gerecht was het verzoek niet-ontvankelijk, omdat het kantoor zich niet correct had laten vertegenwoordigen. Het Gerecht oordeelde dat de advocaten die het kantoor vertegenwoordigden, als partners onvoldoende onafhankelijk waren. Voor de vertegenwoordiging moet het een andere advocaat inschakelen. Het kantoor vraagt het Hof om de beschikking te vernietigen, of om te bevestigen dat het wél rechtsgeldig werd vertegenwoordigd door de advocaten die gemachtigd waren voor het beroep bij het Gerecht. Volgens het kantoor heeft het Gerecht ten onrechte geoordeeld dat een advocaat die partner is bij het kantoor, niet onafhankelijk genoeg is om het kantoor te vertegenwoordigen. Daarmee zou het Gerecht artikel 19 van het Statuut van het Hof en artikel 51 van het Reglement van het Gerecht onjuist hebben uitgelegd. Het EUIPO, met steun van de Europese Commissie, voert verweer. 

IEFBE 3984

Zaak IKEA/Vlaams Belang besproken tijdens het Benelux Merkencongres 2025

De 25e editie van het Benelux Merkencongres vindt plaats op dinsdag 7 oktober 2025. Tijdens dit congres, waar actuele ontwikkelingen in het merkenrecht centraal staan, houden we een discussie over de vraag of de vrijheid van meningsuiting een geldige reden kan vormen om gebruik te maken van een bekend merk en welke criteria daarbij in aanmerking genomen moeten worden.

Deze vraag komt aan bod in de zaak IKEA/Vlaams Belang. Aanleiding is het gebruik van de bekende Ikea-handleidingstijl in een politieke parodie van Vlaams Belang. Als afsluiter van het congres gaan twee IE-specialisten hierover in debat: Peter Teunissen (Radboud Universiteit) en Elena Izyumenko (IViR).

Teunissen is universitair docent Burgerlijk recht met een specialisatie in het intellectuele-eigendomsrecht. Hij is daarnaast verbonden aan het Onderzoekcentrum Onderneming en Recht (OO&R). In 2024 verdedigde hij zijn proefschrift "Verbod en evenredigheid in het intellectuele-eigendomsrecht". In deze discussie richt hij zich op de merkrechtelijke en doctrinaire aspecten van de zaak.

Izyumenko is universitair docent aan het Instituut voor Informatierecht. Ze doet onderzoek naar het Europese auteurs- en merkenrecht, met bijzondere aandacht voor de impact daarvan op het publieke belang en op mensen- en grondrechten. Vanuit haar expertise plaatst zij de zaak in een bredere grondrechtelijke context.

Samen zetten ze de belangrijkste juridische, ethische en praktische afwegingen op scherp.

IEFBE 3982

Gerecht: voor sommige klassen geen overeenstemming tussen 'Sherwood' en 'SHER-WOOD'

Gerecht EU - Tribunal UE 10 sep 2025, IEFBE 3982; ECLI:EU:T:2025:855 (JSherwood tegen EUIPO, INA International), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-voor-sommige-klassen-geen-overeenstemming-tussen-sherwood-en-sher-wood

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22934; IEFbe 3982; ECLI:EU:T:2025:855 (JSherwood tegen EUIPO, INA International). Het Gerecht van de EU behandelt in deze zaak een merkenconflict tussen JSherwood en INA International. JSherwood vordert vernietiging van een beslissing van het EUIPO waarin de aanvraag voor het beeldmerk 'Sherwood wear with pride' wordt afgewezen wegens het bestaan van een ouder merk, 'SHER-WOOD', van Ina International. JSherwood betoogt dat de Kamer van Beroep in de bestreden beslissing artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 heeft geschonden door te oordelen dat er sprake was van overeenstemming met het oudere merk.

IEFBE 3983

Gerecht: 'OMV' is een merk met uitzonderlijke mate van bekendheid

Gerecht EU - Tribunal UE 3 sep 2025, IEFBE 3983; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-omv-is-een-merk-met-uitzonderlijke-mate-van-bekendheid

Gerecht EU 3 september 2024, IEF 22935; IEFbe 3983; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International). De Kamer van Beroep oordeelde dat de merken visueel in grote mate overeenstemmen, auditief 'slechts' gemiddeld overeenstemmen en begripsmatig niet overeenstemmen. Het Gerecht volgt deze redenering. Merkhouder OMV AG voert aan dat het EUIPO bij zijn beoordeling had moeten erkennen dat het oudere merk een uitzonderlijke mate van bekendheid heeft, die niet beperkt is tot de ingeschreven klassen. Hier sluit het Gerecht zich bij aan, door te oordelen dat de Kamer van Beroep een beoordelingsfout heeft gemaakt. Uit het voorgelegde bewijsmateriaal bleek dat deze merken van OMV AG een uitzonderlijke bekendheid genoten die verder reikte dan het relevante publiek voor de waren en diensten waarvoor deze merken waren ingeschreven.