Staking van gebruik software kan alleen gevorderd worden als dit gepast en nuttig is
Hof van Beroep Brussel 1 december 2015, IEFBE 1960; 2015/9518 (En Vogue Entertainment B.V. tegen Vermeiren Kurt) Geïntimeerde is informaticus en legt zich toe op de ontwikkeling van gespecialiseerde software. Hij voert aan het softwarepakket ‘Greenlight’ te hebben ontwikkeld. Er ontstaat een geschil tussen geïntimeerde en de licentienemer, nadat de exploitatierechten op de software voor ‘Greenlight’ werden verleend in ruil voor een vergoeding. Het geschil heeft geleid tot een beslag inzake namaak, op verzoek van de geïntimeerde. Geïntimeerde voerde bij de rechtbank aan dat de appellante, door de software te blijven gebruiken en reproduceren, een inbreuk heeft gepleegd en pleegt op de auteursrechten en vordert staking van gebruik en reproductie hiervan. Het hof moet nu duidelijkheid geven over het feit of er sprake is van een inbreuk op het auteursrecht. Het hof overweegt hierover als volgt: het belang voor de eiser wordt beoordeeld op het ogenblik van het instellen van de vordering ten aanzien van de maatregelen die hij vraagt: het moet nog gepast en nuttig zijn om de staking van de aangeklaagde praktijk te bevelen. De vordering tot staking kan betrekking hebben op betwiste feiten waaraan een einde is gesteld, op voorwaarde echter dat het risico op herhaling niet is uitgesloten. Verder oordeelt het hof dat er geen ruimte is voor de uitbreiding van de vordering, waarin de geïntimeerde stelt de auteur te zijn van de ontwikkelde software.