IEFBE 3907
30 april 2025
Uitspraak

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

 
IEFBE 3906
29 april 2025
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke bescherming voor Louboutin-schoenen: modellen missen vereiste originaliteit

 
IEFBE 3887
23 april 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 2869

Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 29 mei

Het afgelopen jaar was een bewogen jaar voor IE-liefhebbers. Zo werd smaak niet beschermd, maar rode zolen wel (IEF 18217), en was er discussie over de terugwerkende kracht van een nieuwe weigeringsgrond bij Uniemerken. Onlangs is de DSM richtlijn aangenomen, stond een remake van de Nachtwacht ter discussie, en is een prejudiciële vraag over een Usenetdienst voorgelegd aan het HvJ (Verricht Usenetdienst een mededeling aan het publiek?) (IEF 18372). Voldoende gespreksstof dus voor de Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 29 mei. In korte tijd word je van alle recente beslissingen op de hoogte gebracht!

IEFBE 2870

IViR summer course on international copyright law

From 1 to 5 July 2019, the Institute for Information Law (IViR), affiliated with the University of Amsterdam, will hold its annual Summer Course on International Copyright Law at the Tropeninstituut in Amsterdam. 

Due to the constant evolution of the digital networked environment and the multitude of legislative initiatives at the international and European level, copyright law is subject to constant change. The International Copyright Law course will discuss recent developments and broader trends in copyright law. A dedicated faculty of renowned scholars and practitioners from Europe and the US will examine the most crucial current issues of copyright law from a comparative law perspective and in the light of recent regional agreements.

The course is aimed at lawyers, government officials, NGO staff, academics, PhD students and others involved in questions of copyright law. The course is taught at the post-graduate level and employs a small-scale seminar format that promotes interaction between participants and faculty, allowing for a more in-depth examination of the subjects in comparison with other professional conferences. Enrollment is limited to 25 participants.

For more information on the program of the course as well as the fees and registration procedure, please visit the website of the International Copyright Law Summer Course or send an e-mail to informationlaw@uva.nl.

IEFBE 2871

Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei

Onlangs oordeelde het Hof Amsterdam (IT 2731) dat Kees van der Spek bepaalde met verborgen camera gemaakte opnames niet mocht gebruiken in zijn programma ‘Van der Spek ontmaskert’. Dit in verband met de belangen van degene die in de opnames te zien is. Zeventien dagen later oordeelde de Rechtbank Amsterdam (IT 2746) dat het recht op vrijheid van meningsuiting van het programma ‘Gestalkt’ wél opweegt tegen de belangen van appellant, die ongewenst in het programma is opgenomen. Dit terwijl de Hoge Raad eind vorig jaar oordeelde dat het heimelijk opnemen van gesprekken in een klaslokaal een inbreuk op de privacy vormt (IT 2735). Benieuwd waarom deze uitspraken verschillen, en hoe de jurisprudentie in het privacyrecht zich ontwikkelt?
Kom dan naar de Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei!

IEFBE 2868

Bas Kist: Copyright Thierry van Innis?

, IEFBE 2868; https://www.ie-forum.be/artikelen/bas-kist-copyright-thierry-van-innis

April 2019. In een blog van Merkenbureau Knijff van eind maart wordt melding gemaakt van een interessant merkdepot in de US, een variant op de inmiddels wereldbekende Louboutin-merkregistratie. Het gaat om een depot van exact dezelfde schoen met stippellijn, maar dan met een groene zool. De aanvraag staat op naam van Reginald Bendolph LLC.

IEFBE 2867

Opslag van auteursrechtelijk beschermde goederen kan een inbreuk vormen op uitsluitend distributierecht

19 dec 2018, IEFBE 2867; ECLI:EU:C:2018:1033 ((Rock Town-Gamla Stan)), https://www.ie-forum.be/artikelen/opslag-van-auteursrechtelijk-beschermde-goederen-kan-een-inbreuk-vormen-op-uitsluitend-distributiere

HvJ EU 19 december 2018, IEF 18413, IEF be 2867; ECLI:EU:C:2018:1033 (Rock Town-Gamla Stan) Auteursrecht. Distributie. Imran Syed had een detailhandelszaak in Stockholm (Zweden), waarin hij kleding en accessoires met rockmuziekmotieven verkocht. Naast de exemplaren die in die winkel te koop waren, sloeg Syed dergelijke goederen op in een magazijn dat met de winkel in verbinding stond en in een ander magazijn, gelegen in het district Bandhagen, een buitenwijk van de gemeente Stockholm. Vast staat dat Syeds winkel regelmatig werd bevoorraad met uit die magazijnen afkomstige goederen. In geschil is of het opslaan van deze goederen aangemerkt kan worden als een auteursrechteninbreuk. 

Artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet in die zin worden uitgelegd dat de opslag door een handelaar van goederen met een motief dat op het grondgebied van de lidstaat van opslag auteursrechtelijk is beschermd, een inbreuk kan vormen op het uitsluitende distributierecht in de zin van die bepaling, wanneer die handelaar zonder toestemming van de houder van dat auteursrecht in een winkel goederen te koop aanbiedt die identiek zijn aan die welke hij opslaat, op voorwaarde dat die opgeslagen goederen daadwerkelijk bestemd zijn voor de verkoop op het grondgebied van de lidstaat waarin dit motief beschermd is. De afstand tussen de opslagplaats en de verkoopplaats kan als zodanig geen beslissende factor zijn om te bepalen of de opgeslagen goederen bestemd zijn voor de verkoop op het grondgebied van die lidstaat.

IEFBE 2865

Richtlijn uitoefening auteursrechten en naburige rechten op online uitzendingen van omroeporganisatie en radio/TV-doorgifte

Richtlijn inzake uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte van televisie-en radioprogramma’s en tot wijziging van Richtlijn 93/83/EEG van de Raad. Om bij te dragen tot de werking van de interne markt, moet worden gezorgd voor een bredere verspreiding in de lidstaten van televisie-en radioprogramma’s uit andere lidstaten ten behoeve van gebruikers in de Unie, door het verlenen van licenties van auteursrechten en naburige rechten op werken en ander beschermd materiaal in uitzendingen van bepaalde soorten televisie en radioprogramma’s te vergemakkelijken. Televisie-en radioprogramma’s vormen immers een belangrijk instrument om de culturele en taalkundige verscheidenheid en de sociale cohesie te bevorderen en om toegang tot informatie te vergroten. Lees meer

IEFBE 2864

Conclusie AG: Lidstaten moeten materieel recht vaststellen voor passende schadeloosstelling voor schade geleden door voorlopige maatregelen

HvJ EU - CJUE 11 apr 2019, IEFBE 2864; ECLI:EU:C:2019:324 (Bayer Pharma), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-lidstaten-moeten-materieel-recht-vaststellen-voor-passende-schadeloosstelling-voor-scha

Conclusie AG HvJ EU 11 april 2019, IEF18389, IEFbe 2864, LS&R 1700; ECLI:EU:C:2019:324 (Bayer Pharma) Passende schadeloosstelling. Schadeloosstelling voor schade toegebracht door maatregelen die door de rechter later zijn herroepen of wegens enig handelen of nalaten van de eiser later zijn vervallen, of wanneer de rechter later heeft vastgesteld dat er geen inbreuk of dreiging van een inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten was:

1)      Artikel 9, lid 7, van [IE-Handhavingsrichtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat de lidstaten zorg moeten dragen voor de vaststelling van materieelrechtelijke regels betreffende het recht van de verweerder op schadeloosstelling voor schade toegebracht door voorlopige maatregelen in de in die bepaling bedoelde situaties, met dien verstande dat die regels de vaststelling moeten waarborgen van een doeltreffende regeling en doeltreffende rechtsmiddelen die de verweerder in staat stellen om een passende vergoeding te krijgen voor alle geleden schade, en dat zij de houder van een intellectuele-eigendomsrecht niet ervan mogen weerhouden om te verzoeken om de in artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn 2004/48 bedoelde maatregelen.

IEFBE 2863

HvJ EU: Inbreuk op testlabel-merk als derde ongerechtvaardigd voordeel trekt

HvJ EU - CJUE 11 apr 2019, IEFBE 2863; ECLI:EU:C:2019:317 (OKO-Test Verlag tegen Dr. Rudolf Liebe Nachf), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-inbreuk-op-testlabel-merk-als-derde-ongerechtvaardigd-voordeel-trekt

HvJ EU 11 april 2019, IEF 18390, IEFbe 2863; ECLI:EU:C:2019:317 (ÖKO-Test Verlag tegen Dr. Rudolf Liebe Nachf) Merkenrecht.

1) Artikel 9, lid 1, onder a) en b), [UniemerkenVo] en artikel 5, lid 1, onder a) en b) [Merkenrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat de houder van een individueel merk bestaande uit een testlabel zich op grond van die bepalingen niet ertegen kan verzetten dat een derde een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met dit merk aanbrengt op waren die noch dezelfde zijn als noch soortgelijk zijn aan de waren of diensten waarvoor dat merk is ingeschreven.

2) Artikel 9, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009 en artikel 5, lid 2, van richtlijn 2008/95 moeten aldus worden uitgelegd dat de houder van een bekend individueel merk bestaande uit een testlabel zich op grond van die bepalingen ertegen kan verzetten dat een derde een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met dit merk aanbrengt op waren die noch dezelfde zijn als noch soortgelijk zijn aan die waarvoor dat merk is ingeschreven, indien is aangetoond dat deze derde daardoor ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van dat merk en de derde in dit geval niet heeft aangetoond dat er een „geldige reden” in de zin van die bepalingen is voor het aanbrengen van dat teken.

 
IEFBE 2862

Bijdrage ingezonden door Martin Senftleben, hoogleraar Intellectuele eigendom, VU Amsterdam, Bird & Bird.

Martin Senftleben - Bermuda Triangle – Licensing, Filtering and Privileging User-Generated Content Under the New Directive

Martin Senftleben, Bermuda Triangle – Licensing, Filtering and Privileging User-Generated Content Under the New Directive on Copyright in the Digital Single Market (April 4, 2019), IEF 18385; IEFbe 2862; IT 2739, available at SSRN Na groen licht voor de nieuwe Richtlijn auteursrecht in de digital single market in het Parlement komt in Nederland de discussie over de finale tekst op gang (zie de eerdere bijdrage van Dirk Visser (IEF 18347) en de deLex-bijeenkomst donderdag a.s. (IEF 18378)). Één van de centrale onderwerpen is de afschaffing van de veilige haven voor hosting in het geval van auteursrechtlijk beschermde content en de daaruit voortlvoeiende verplichting om licenties te nemen en/of uploads van gebruikers te filteren.

IEFBE 2861

Uitspraak ingezonden door Jacqueline Seignette, Marijn Kingma, Höcker en Thijs van Aerde, Houthoff.
 

Prejudicieel te stellen vragen: Verricht Usenetdienst een mededeling aan het publiek?

HvJ EU - CJUE 5 apr 2019, IEFBE 2861; ECLI:NL:HR:2019:503 (Stichting BREIN tegen News-Service Europe), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-te-stellen-vragen-verricht-usenetdienst-een-mededeling-aan-het-publiek

HR 5 april 2019, IEF 18372; IEFbe 2861; IT 2737;  ECLI:NL:HR:2019:503 (Stichting BREIN tegen News-Service Europe) Auteursrecht. NTD. Hof Amsterdam [IEF 16425] bepaalde dat Usenetprovider effectieve NTD-procedure moet invoeren als ze activiteiten hervat. De vragen van uitleg van Unierecht waarvan de Hoge Raad beantwoording door het HvJEU nodig acht voor zijn beslissing op het cassatieberoep, zijn de volgende:

1. Verricht een exploitant van een platform voor Usenetdiensten (zoals NSE is geweest), onder de omstandigheden zoals hiervoor in 3.1 en 4.2.3 beschreven, een mededeling aan het publiek in de zin van art. 3 lid 1 [Auteursrechtrichtlijn]?

2. Indien het antwoord op vraag 1 bevestigend luidt (en dus sprake is van een mededeling aan het publiek):
Staat de vaststelling dat de exploitant van een platform voor Usenetdiensten een mededeling aan het publiek verricht
in de zin van art. 3 lid 1 Auteursrechtrichtlijn in de weg aan toepassing van art. 14 lid 1 [Richtlijn inzake elektronische handel]?