IEFBE 3910
8 mei 2025
Artikel

IViR Summer Course on Copyright Law and Policy

 
IEFBE 3887
6 mei 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 3909
6 mei 2025
Uitspraak

EU-merk Vagisan ongeldig verklaard op basis van eerdere Britse merken, ondanks Brexit

 
IEFBE 2602

20 juni - BourgondIEz

Deelnemers bourgondIEz krijgen korting op Benelux Merkencongres (20 juni) of IE-Zomer Forum (28 juni). Op alle terreinen van de intellectuele eigendom ontwikkelt "het Zuiden" zich stormachtig. Kennis, slimme oplossingen, technologie, innovatie, creatie, vormgeving, sterke merken en kunst zijn alom vertegenwoordigd, net als de IE-professionals die zich daarmee bezighouden.

Wat nog ontbreekt, is een voedingsbodem voor deze professionals te leggen en bestendigen van onderlinge contacten, het delen van kennis en het aan elkaar scherpen van de (juridische) zwaarden. En wat biedt een betere en plezierigere voedingsbodem dan een bourgondisch diner voor en door vakgenoten onder de Maas en Waal, met een smakelijke inhoudelijke presentatie door advocaat en hoogleraar mr. Dick van Engelen.

IEFBE 2601

Uitspraak en samenvatting aangebracht door Dieter Delarue en Anthony Van der Planken, Van Innis & Delarue.

Logo heidi.com schendt auteursrechten Studio100 beeltenis van Heidi

Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 6 jun 2018, IEFBE 2601; (Studio100 tegen Heidi.com), https://www.ie-forum.be/artikelen/logo-heidi-com-schendt-auteursrechten-studio100-beeltenis-van-heidi

Voorz. Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen, 6 juni 2018, IEFbe 2601 (Studio100 tegen Heidi.com) Auteursrecht. Titulariteit. Internationale rechtsmacht. Territoriale bevoegdheid. Verjaring. Rechtsverwerking. Door het gebruik van het betreffende logo waaronder op een in België toegankelijke website schendt Heidi.com de auteursrechten gehouden door Studio 100 op de beeltenis van Heidi. De rechter beveelt de staking van deze inbreuken.

De specifieke afbeelding van het Heidi-personage van Studio 100 is oorspronkelijk en wordt beschermd door het auteursrecht, nu zij het resultaat is van de vrije en creatieve keuzes van de makers van de serie Heidi, Girl of the Alps. Zij hebben ervoor gekozen het bekende Heidi personage uit de romans van Johanna Spyri tot leven te wekken via een beeltenis die de volgende kenmerken combineert namelijk een rond gezicht, een stel perfect ronde blozende kaken en een kenmerkend kapsel met een vijftal uitstekende lokken. Het logo van Heidi.com neemt de elementen over die overeenstemmen met de creatieve keuzes van de auteur, en dus is er sprake van inbreuk.

IEFBE 2600

Dirk Visser - Rode Louboutin-zool: geen vorm, wel een merk?

Via Mr. In de zaak over de rode zool van de schoenen van Louboutin – die door schoenenketen Van Haren werd nagemaakt − heeft het HvJ EU op 12 juni 2018 geoordeeld dat de kleur van een zool geen ‘vorm’ is in de zin van een bijzondere weigeringsgrond in het Europese merkenrecht. Volgens die weigeringsgrond mag een vorm niet als merk worden ingeschreven als die vorm ‘een wezenlijke waarde aan de waren geeft’. De kleur van een zool blijkt nu geen vorm, dus hoeft het HvJ zich niet uit te spreken over de vraag of de kleur van die zool ‘een wezenlijke waarde aan de waren geeft’.

IEFBE 2599

Benelux Merkencongres 2018: programma-update

Aanmelden Op donderdag 21 juni 2018 vindt het Benelux Merken Congres plaats in Amsterdam. Het programma is samengesteld door prof. mr. Tobias Cohen Jehoram en prof. dr. Martin Senftleben. Tijdens het Benelux Merken Congres worden alle recente ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak besproken en wordt stilgestaan bij de impact daarvan op de praktijk. Zie programma

IEFBE 2598

Uitspraak ingezonden door Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen en Thierry van Innis, Van Innis & Delarue Margot van Gerwen, Eelco Bergsma en Maarten Rijks, TaylorWessing.

HvJ EU: Louboutins zoolmerk is een geldig merk

12 jun 2018, IEFBE 2598; ECLI:EU:C:2018:423 (Louboutin tegen Van Haren), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-louboutins-zoolmerk-is-een-geldig-merk

HvJ EU 12 juni 2018, IEF 17759; IEFbe 2598; C-163/16; ECLI:EU:C:2018:423 (Louboutin tegen Van Haren)
Merkenrecht. Uit het persbericht: Een merk bestaande uit een op de zool van een schoen aangebrachte kleur valt niet onder het verbod tot inschrijving van vormen Een dergelijk merk bestaat immers niet „uitsluitend uit de vorm” in de zin van de merkenrichtlijn. HvJ EU:

Artikel 3, lid 1, onder e), iii), van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat een teken bestaande uit een op de zool van een hooggehakte schoen aangebrachte kleur, zoals in het hoofdgeding aan de orde, niet uitsluitend bestaat uit de „vorm” in de zin van deze bepaling.

IEFBE 2597

Bijdrage ingezonden door Lisbeth Depypere, CMS.

Gerecht EU: in geschil tussen EU-merk en oudere Spaanse tekeningen moet worden gekeken naar het Spaanse tekeningen- en modellenrecht

Gerecht EU - Tribunal UE , IEFBE 2597; (Menta y Limón Decoración tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-in-geschil-tussen-eu-merk-en-oudere-spaanse-tekeningen-moet-worden-gekeken-naar-het-spaan

Gerecht EU 24 april 2018, IEF 17757; IEFbe 2597; ECLI:EU:T:2018:213; T-183/17 (Menta y Limón Decoración/EUIPO) In deze zaak diende Menta y Limón Decoración bij EUIPO een vordering tot nietigverklaring in van een EU-beeldmerk van een poppetje (n° 010822013) voor alle waren en diensten van dat merk. De vordering tot nietigverklaring was gebaseerd op verschillende oudere Spaanse tekeningen en modellen.De nietigheidsafdeling verklaarde het EU-beeldmerk effectief volledig nietig. Daartegen werd hoger beroep aangetekend en de kamer van beroep van EUIPO vernietigde de beslissing van de nietigheidsafdeling om de volgende redenen:

IEFBE 2596

EU to create a common cybersecurity certification framework and beef up its agency – Council agrees its position

, IEFBE 2596; https://www.ie-forum.be/artikelen/eu-to-create-a-common-cybersecurity-certification-framework-and-beef-up-its-agency-council-agrees-i

Uit het persbericht: The EU is to enhance its cyber resilience by setting up an EU-wide certification framework for information and communication technology (ICT) products, services and processes. The industry could use the new mechanism to certify products such as connected cars and smart medical devices. The Council today agreed its general approach on the proposal, known as the Cybersecurity Act. The proposal will also upgrade the current European Union Agency for Network and Information Security (ENISA) into a permanent EU agency for cybersecurity.

IEFBE 2595

HvJ EU: Het is onvoldoende dat 'Glen' op enigerlei wijze een associatie oproept met beschermde geografische aanduiding Scotch Whisky

HvJ EU - CJUE 7 jun 2018, IEFBE 2595; ECLI:EU:C:2018:415 (Glen Buchenbach; Scotch Whisky Association tegen Michael Klotz), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-het-is-onvoldoende-dat-glen-op-enigerlei-wijze-een-associatie-oproept-met-beschermde-geografi

HvJ EU 7 juni 2018, IEF 17753, IEFbe 2595; RB 3145; ECLI:EU:C:2018:415; C-44/17 (Glen Buchenbach; Scotch Whisky Association tegen Michael Klotz) Geen indirect gebruik van beschermde geografische aanduiding. Uit het persbericht (vertaald): Om te kunnen bepalen of een aanduiding verboden is door EU-wetgeving, moet de nationale rechter bepalen of de consument direct denkt aan de beschermde geografische aanduiding 'Scotch Whisky' wanneer deze een vergelijkbaar product met het teken 'Glen' ziet. Het is onvoldoende dat dit bestanddeel bij het doelpubliek op enigerlei wijze een associatie met de geregistreerde geografische aanduiding of het ermee verbonden geografische gebied oproept. HvJ EU:

IEFBE 2594

Conclusie AG: Geen vereist vermoeden van aansprakelijkheid voor houder van internetaansluiting bij auteursrechtinbreuk filesharing bij meerdere gezinsleden

HvJ EU - CJUE 6 jun 2018, IEFBE 2594; ECLI:EU:C:2018:400 (Audioboek Dan Brown; Lübbe tegen Strotzer), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-geen-vereist-vermoeden-van-aansprakelijkheid-voor-houder-van-internetaansluiting-bij-au

Conclusie AG HvJ EU 6 juni 2018, IEF 17748; IEFbe 2594; IT 2582; ECLI:EU:C:2018:400 ; C‑149/17 (Audioboek Dan Brown; Lübbe tegen Strotzer) Schadevergoeding wegens een via filesharing gepleegde inbreuk op het auteursrecht. Internetaansluiting die toegankelijk is voor gezinsleden van de houder. Uitsluiting van aansprakelijkheid van de houder zonder dat de aard van het gebruik van de aansluiting door het gezinslid hoeft te worden gespecificeerd. Conclusie AG:

Artikel 8, lid 2 [InfoSoc-Richtlijn] en artikel 13, lid 1 [Handhavingsrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet vereisen dat in het nationale recht van de lidstaten een vermoeden van aansprakelijkheid van de houders van een internetaansluiting wordt ingevoerd voor inbreuken op het auteursrecht die via deze aansluiting zijn begaan. Indien het nationale recht echter in een dergelijk vermoeden voorziet om de bescherming van die rechten te waarborgen, moet het consequent worden toegepast om de doeltreffendheid van die bescherming te waarborgen. Het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven, dat is neergelegd in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mag niet aldus worden uitgelegd dat de houders iedere reële mogelijkheid wordt ontnomen om hun in artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten verankerde intellectuele-eigendomsrecht te beschermen.

IEFBE 2593

Conclusie: Gebruik van oppervlaktepatroon is weinig waarschijnlijk gelet op betrokken waren

HvJ EU - CJUE 6 jun 2018, IEFBE 2593; ECLI:EU:C:2018:397 (Birkenstock), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-gebruik-van-oppervlaktepatroon-is-weinig-waarschijnlijk-gelet-op-betrokken-waren

Conclusie AG HvJ EU 6 juni 2018, IEF 17747; IEFbe 2593; ECLI:EU:C:2018:397 ; C-26/17 P (Birkenstock) Merkenrecht.

Overeenkomstig het verzoek van het Hof zal ik mij in deze conclusie beperken tot het onderzoek van het eerste onderdeel van het eerste middel van de hogere voorziening. In het kader van dat onderdeel betoogt rekwirante in wezen dat het Gerecht ten onrechte de enkele „mogelijkheid” dat een teken dat wordt gevormd door een reeks elementen die op regelmatige wijze worden herhaald, als oppervlaktepatroon wordt gebruikt, heeft gehanteerd als criterium voor toepassing van de rechtspraak inzake tekens die samenvallen met de verschijningsvorm van de waar.

Net als het Gerecht meen ik dat enkel wanneer het gebruik van een oppervlaktepatroon gelet op de aard van de betrokken waren weinig waarschijnlijk is, een dergelijk teken niet kan worden beschouwd als een oppervlaktepatroon voor de betrokken waren, en derhalve de rechtspraak die is ontwikkeld met betrekking tot driedimensionale merken die samenvallen met het uiterlijk van de waar, niet van toepassing is.