Uitspraak mede ingezonden door Johannes Cassiman, Janson Baugniet.
Geen inbreuk op kledingstukken: noch de elementen noch de combinatie daarvan is origineel
Hof van beroep Brussel 5 september 2017, IEFbe 2658 (Wamo tegen WTG) en NL Rechtbank van Koophandel Brussel 4 juni 2014, (WTG tegen WAMO) Auteursrecht. Modellenrecht. Marktpraktijken. WTG ontwerpt, produceert en verdeelt kledingstukken voor de Belgische en Europese markt, onder meer het merk Who’s That Girl. Wamo is uitbater van meer dan 40 kledingwinkels in België die handel drijven onder de naam ZEB. WAMO verkoopt vooral kledij van bekende merken en biedt daarnaast kledij aan onder haar eigen huismerken. WTG stelt dat drie kledingstukken van haar zijn gekopieerd: een jurk, topje en rok. De eerste rechter verklaart de vordering van WTG gegrond. Het hof vernietigt het bestreden vonnis. Noch de elementen, noch de combinatie van de elementen van de jurk, het topje en de rok voldoen aan het oorspronkelijkheidsvereiste. Deze genieten derhalve geen auteursrechtelijke bescherming. De vordering gesteund op het modellenrecht is tevens ongegrond, want de elementen verlenen geen eigen karakter aan het model van de jurk, topje of rok. Verder is er geen inbreuk op de eerlijke marktpraktijken door het beweerde nabootsen van kledingstukken. Er zijn geen begeleidende onrechtmatige omstandigheden. De vordering is ook op dit vlak ongegrond.